Landskampioen Club Brugge opent zaterdag – als de ondernemingsrechtbank van Antwerpen daar niet anders over (heeft) beslist – de competitie tegen het lastige Charleroi met een probleem. Franky Van der Elst, club-icoon en analist, benoemt dat probleem: “Club heeft hoge nood aan een sterke spits. Krmencik en Okereke zijn onvoldoende.”
In de bekerfinale waren er eerst die 45 minuten verbijsterend mak voetbal. “Club Brugge onwaardig”, dixit voorzitter Bart Verhaeghe. Meteen werd de landskampioen, vorig seizoen nog een machine en zo gevierd op een derde dubbel, een mentaliteitsprobleem opgezadeld.
“Dat is al te gek”, stelt analist en Club-icoon Franky Van der Elst. “Op basis van 45 minuten?” In de tweede helft volgden nog wel 45 minuten relatief gebeuk op de rode zone van Antwerp. Maar van de vijf aanvallers Okereke, De Ketelaere, Diatta, Schrijvers en Badji kon alleen deze laatste in zijn korte invalbeurt écht dreigen.
Weg beker. Antwerp had de finale niet gewonnen, Club had die verloren, klonk de snoeiharde kritiek. En blauw-zwart was plots zijn aureool van ongenaakbaarheid kwijt, moest dringend lessen trekken uit het snerpend pijnlijke verlies: de verzadigde kampioenenkern heeft meer concurrentie nodig!
Dat vindt Van der Elst maar een béétje juist. “Wat nieuw bloed kan wat aanscherpen, ja. Ik weet uit ondervinding: na een titel kom je onbewust toch een beetje in een comfortzone. Maar ik vind de les die uit de tweede helft moet worden getrokken veel belangrijker: Club heeft dringend nood aan een grote sterke spits. Dát is het grote probleem.”
Goalgetter gezocht
De vergelijking met de laatste dubbel in ’96 is snel gemaakt: ook toen voetbalde blauw-zwart tegen Cercle Brugge ondermaats, ook toen kwam de landskampioen vroeg op achterstand – Torma, vijfde minuut. Alleen liep bij Club toen wél een spits die het verschil kon maken. De Kroaat Mario Stanic, met 20 goals al topscorer in de competitie, scoorde nog voor de rust tweemaal tegen – beker en dubbel binnen.
Zo’n goalgetter heeft Club niet meer, stelde ook al Hugo Broos, coach van Club in ’96. De aanvallers van Club hadden in de maanden januari en februari van vorig seizoen, ondanks Clubs dominantie, geen enkele goal gemaakt. Nul. Philippe Clement ontweek toen elke week het probleem: “De anderen scoren voldoende, we maken veruit het meeste goals!”
Het was uiteindelijk de jonge revelatie Charles De Ketelaere die op 1 maart de ban brak met zijn eerste competitiegoal. Krépin Diatta volgde nog op 7 maart, daarna legde het coronavirus het seizoen stil. Maar toen al etterde een probleem, ondanks de 15 punten voorsprong bij de afrekening – met dank aan topscorer Vanaken en co.
Breekijzer
En dat probleem is dus duidelijk niet opgelost, bleek zaterdag nadrukkelijk. En het is na de hattrick van Michael Krmencik, in januari aangetrokken als het breekijzer waar Club nood aan had, dinsdag tegen het nietige Luxemburgse Titus Petange ook niet opgelost.
Tot dan stond de teller van de Tsjech pijnlijk op nul. Toch klonk in Westkapelle dat Club het vertrouwen in de zeer gedreven Tsjech behield. En dat het geloof in Okereke, in de voorbereiding aardig, ook weer was gestegen. Een sterke, scorende spits was geen prioriteit meer – men keek in eerste instantie uit naar een vervanger voor de mogelijke vertrekkers Diatta en vooral Dennis, luidde het.
Maar dat gelooft Van der Elst niet. “Club is heus wél al lang op zoek naar een grote, sterke spits. Daarom nog geen spits die er elk seizoen twintig maakt, dat deed Wesley ook niet. Maar wel een spits die een bal kan bijhouden, waardoor de anderen makkelijker kunnen inschuiven. Ik kan mij heel goed voorstellen dat die drie goals Krmencik veel deugd hebben gedaan, maar of Clement hem daardoor tegen Charleroi een kans zal geven, weet ik niet. Ik geloof in elk geval niet dat Club daardoor plots van gedacht zal veranderen. Hij haalde zaterdag niet eens de selectie. En Okereke werd al na 50 minuten vervangen, dat zegt ook wat. Krmencik en Okereke zijn altijd zo…. onzichtbaar. Of ben ik nu te streng?”
En alle andere aanvallers zijn andere types. Dennis en Diata zijn dan weer kwieke flankspelers, Schrijvers (4 goals op 34 wedstrijden vorig seizoen) en Charles De Ketelaere (2 goals op 27 wedstrijden) niet eens echte aanvallers. “De oplossing voor het probleem, dat er vorig seizoen ook al was, zal toch niet in eigen huis worden gevonden”, weet Van der Elst.
“Ok, Badji is een mogelijkheid en ik vind sowieso dat leeftijd niet mag spelen. Maar hij is tegelijk wel een zelfde type als Dennis én je kan niet van een 18-jarige verwachten dat hij het hele seizoen het verschil kan maken. Ze hebben echt een targetspits nodig. Eens iemand die een hoge bal vanop de flanken kan binnenkoppen. Zaterdag was Badji de enige die eens op goal kon koppen, met de andere 40 voorzetten werd niks gedaan.”
Niet simpel
Ceo Vincent Mannaert zal het moeten oplossen, met een toptransfer. “Maar het is niet simpel, zo’n type spits van hoog niveau betaalbaar binnenhalen.”
Indien die er niet snel komt, is Club nog geen kampioen, denkt Van der Elst. “Ik hoorde de voorgaande weken al Brugse supporters zeggen dat de kampioen van de volgende vier, vijf jaar al bekend is. Vergeet het, een titel is nooit vanzelfsprekend. De suprematie vorig seizoen was groot, maar succes is broos: als Diatta en/of Dennis vertrekken, moeten die ook worden vervangen, hé. En de concurrentie wordt groter dit seizoen: Antwerp, Gent, vergeet ook maar Anderlecht niet… En men wil ook nog de 1/8ste finales van de Champions League… Dan zal men toch dat probleem moeten oplossen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier