Slachtoffer vluchtmisdrijf aan de beterhand: “Voor dood achtergelaten”

Redactie KW

Bewakingsagent Alfred Imre werd maandagavond in de Zandvoordestraat opgeschept door een auto, bestuurd door een man uit Gistel.

Alfred Imre is na enkele dagen op intensive care nu gelukkig aan de beterhand. Zijn vrouw Marina Vermeersch week niet van zijn zijde. De bewakingsagent werd maandagavond in de Zandvoordestraat opgeschept door een auto, bestuurd door een man uit Gistel. Alfred vloog letterlijk de lucht in en kwam zeven meter verder zwaar neer. Hij werd voor dood achtergelaten. Hij had twee grote hoofdwonden, verwondingen aan de polsen, armen en rechterknie en een gescheurde nier. Zijn toestand was eerst kritiek maar door zijn sterk gestel is hij door het oog van de naald gekropen. De politie kon de aanrijder opsporen. De man legde bekentenissen af.

Ik ben dinsdagmorgen wakker geworden in de kliniek

Op zijn kamer troffen we een fel gehavende, maar wel spraakzame Alfred aan, een Limburger die zich thuis voelt aan de kust. “Van het ongeval herinner ik me niets. Ik werk voor de firma G4S als bewakingsagent voor het transportbedrijf Wim Bosman. Ik had mijn ronde gedaan tussen de vrachtwagens aan de andere kant van de weg en voor ik de straat overstak, praatte ik nog even met een vriend, Olivier Tratsaert, die in zijn bestelwagen zat bij de oprit van de parking.”

“Dan is er iets gebeurd en ik ben dinsdagmorgen wakker geworden in de kliniek. Ik had overal pijn, in mijn hoofd, mijn armen en mijn handen, waarmee ik de val gebroken heb. Uit vrees voor verwikkelingen met de gescheurde nier werd ik in de intensieve afdeling verzorgd. Ik ben een sterke beer en kan wel iets verdragen. Hier en daar hebben ze iets genaaid, vandaag voel ik me stukken beter. Die hoofdpijn en de dikke knie zullen vanzelf wel verdwijnen, hoe rapper ik thuis ben, hoe beter! Ik mis nu al mijn fitness en mijn werk.”

(FRO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier