Lien Willaert : “Eentje vond ik gewoon genoeg”

© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Redactie KW

Regisseur en kookboekenauteur Lien Willaert heeft er haar man Jan Verheyen heel diep voor in de ogen moeten kijken, maar uiteindelijk was dochtertje Anna een feit. Vandaag zijn Lien én Jan zot van hun intussen tienjarige meid. Maar dat eentje geentje is? “Dat dacht ik vroeger ook, tot ik me realiseerde dat ik met één kind perfect gelukkig ben.”

Lien Willaert had altijd al het gevoel dat ze ooit moeder zou worden. En als het vier kinderen waren geworden, dan was dat voor haar ook goed. “Moeder worden was enerzijds dus wel belangrijk voor mij. Maar anderzijds hield ik er rekening mee dat het net zo goed niét kon gebeuren, en dan had ik me voorgenomen om me daar bij neer te leggen.”

Al jong een moedertype?

Lien: “Ik werkte graag met kinderen, bijvoorbeeld voor de kortfilms die ik destijds maakte. Maar ik beschouw kinderen net als volwassenen: sommigen vind ik leuk, anderen minder. En ik ben zeker nooit het soort vrouw geweest dat elke baby gaat bemoederen, of op feestjes in de kinderhoek te vinden is.”

In 1999 werden de toen 26-jarige Lien en de bekende regisseur Jan Verheyen een koppel; ze trouwden in 2002.

Was samen kinderen krijgen meteen een issue?

Lien: “Ja, in die zin dat Jan me van bij het begin duidelijk maakte dat hij er geen wou. Dus toen hij me ten huwelijk vroeg, wilde ik dat eerst uitgeklaard zien: ik wilde namelijk wél kinderen. Hij heeft me toen beloofd dat het okay was, en ik heb ja gezegd.” (lacht)

“Ik vraag me nog altijd af wat ik zou gedaan hebben als hij het been stijf had gehouden. Hoe graag ik hem ook zie, ik zou er zeker wel eens grondig over moeten nadenken hebben.”

Maar de kogel was door de kerk.

Lien: “Wel, eigenlijk heeft het dan nog drie jaar geduurd voor ik zwanger was. Want toen ik me er klaar voor voelde, begon Jan weer tegen te stribbelen. (lacht) Hij was bang dat een kind te veel beslag op ons zou leggen. Dat we niet meer zouden kunnen gaan en staan waar we wilden. En hij was ook erg beducht voor de verantwoordelijkheid die hij op zich zou nemen. Nu, Anna kwam er dus wel. En Jan is echt wel dol op haar. Dus jaren later, tijdens een weekendje met ons twee in Londen, stelde ik hem de vraag die me al langer bezig hield: of hij het zich, zo alles bij elkaar, niet beklaagde dat hij niet eerder kinderen had gekregen? Maar zelfs toén begon hij weer over die verantwoordelijkheid. En hoe die onderschat wordt. Het is iets wat hem erg bezighoudt.”

Was het moederschap voor jou wat je ervan verwachtte?

Lien: “Eigenlijk wel, ja. Maar Anna is een heel gemakkelijk kind, veel uitdagingen als moeder heb ik er dus nog niet aan gehad. Momenteel loopt het weliswaar een beetje moeilijker. Er zijn wat strubbelingen met vriendinnetjes – typisch voor die leeftijd, herinner ik me – en dat trekt ze zich nogal aan. En dan merk ik dat het vrolijke kind dat ze van nature is, wat verdwenen is. Als moeder sta je daar vrij machteloos tegenover. Je kan alleen zeggen dat ze zich daar overheen moet zetten, maar ja…”

Een tweede kind was geen optie?

Lien: “Ik ben een tweede keer zwanger geweest – ik had het idee dat eentje geentje is , maar kreeg na drie maanden een miskraam. Anna was toen precies negen maanden oud. Kort daarna heb ik beslist om het bij één kind te houden.”

“Jan en ik hadden de afspraak dat ik de zorg voor Anna op mij zou nemen. Dat vond ik helemaal niet erg, tenslotte was ik het die zo graag een kindje wilde. Dus ik stond ‘s nachts op als ze huilde, zorgde voor haar overdag… De zorg voor een tweede had er vast wel bij gekund, maar toch: ik realiseerde me dat we echt gelukkig waren met ons drietjes, en dat dat voor mij eigenlijk gewoon volstond. Dus waarom wilde ik het moeilijker maken?”

Wat doen jullie zoal samen?

Lien: “We spelen graag eens een gezelschapsspelletje samen, vooral in de winter dan.”

Anna: “En we kijken ook samen naar tv. Als er iets te zien is tenminste, want er zijn periodes waarin er echt niks te bekijken valt… (kijkt verongelukt) We kijken bijvoorbeeld samen naar Beste Kijkers en naar Coppens.”

Lien: “We nemen die programma’s op en bekijken ze dan samen in het weekend. Met een drankje en wat hapjes erbij. Gewoon leuk.”

“We gaan ook wel eens samen shoppen. Dan is Anna soms wel wat eigenzinnig…”

Anna: “Wat betekent eigenzinnig?”

Lien: “Dat je je eigen zin wil doen.”

Anna: “Ja, dat klopt wel…” (lacht)

Lien: “We praten ook veel, over om het even wat. Over vriendinnetjes, of over wat ze wil worden – “architect! maar ik schrijf ook heel graag…” -, over vakantieplannen, maar ook over actuele dingen die ze opgevangen heeft.”

“En samen op kermisattracties zitten, dat doen we ook regelmatig.”

Anna: “Ja, want papa is doodsbang op gelijk welke attractie.”

Welk trekje hebben jullie gemeen?

Anna: “Als ik iets wil doen, maar het lukt niet: dan word ik kwaad. Dat is bij papa ook zo.”

Lien: “Maar dan toch opnieuw beginnen, dát heeft ze van mij”

Anna vindt je een hele leuke maar soms ook strenge mama.

Lien: “Dat klopt allicht. Ze mag eigenlijk heel veel van mij. In die zin dat ik haar laat spelen zo veel ze wil, of als ze iets wil gaan doen, dan help ik dat organiseren… Maar daar staat tegenover dat ik duidelijke grenzen trek wat haar gedrag betreft. Ik wil niet dat ze liegt. En ze moet zich aan afspraken houden. En als ze daar de grenzen overschrijdt, dan word ik boos, ja.”

Wat wil je haar meegeven als moeder?

Lien: “Dat ze doet wat ze graag doet, en met passie. Ik wil dat ze ervoor gaat, op elk vlak. Of ik bezorgd ben over de toekomst? Neen, ik ben iemand die daar nogal gerust in is. Jan is veel meer bezorgd over haar toekomst: als alles maar goed komt met haar… Ik vind dat we niet meer kunnen doen dan haar goed begeleiden en zo goed mogelijk wapenen voor het leven. Ze is van nature vrij open ook. En ik weet dat je zoiets nooit zeker kan weten, maar ik zie de toekomst eigenlijk wel positief in.”

Wat heb je van je eigen moeder overgenomen?

Lien: “Ik ben tevreden over hoe ik opgevoed ben (lacht), dus ik neem dat grotendeels over, inderdaad. En het komt erop neer dat ik een kind niet te veel als kind behandel, maar als een gelijkwaardig mens die weliswaar de grenzen moet respecteren, die ik aangeef.”

De kookmicrobe heeft Anna evenwel nog niet te pakken.

Lien: “Ik zou graag wat vaker samen koken, maar dat vindt Anna tot nu toe niet zo leuk. Het interesseert haar niet erg. Ze was ook geen gemakkelijke eter, zeker niet rond haar vierde. Dan was de aanblik van een bord groenten al genoeg voor haar om te protesteren. Dat is normaal op die leeftijd, maar net daarom is het zo belangrijk dat je hen op een leuke manier leert om toch groenten te eten. Door vaak groenten te gebruiken, die ze wel graag eten, en dan geleidelijk andere smaken mee te geven, lukt het allicht wel. Ook de verpakking telt, kinderen eten vlotter als je een gerecht leuk presenteert. Als gezichtje bijvoorbeeld. Intussen lust Anna veel – tijdens onze jongste vakantie proefde ze zelfs met plezier van moleculaire gerechtjes -, alleen van pikant houdt ze niet.”

Of Anna later trouwens zelf kinderen wil?

Anna: “Ja, eentje! Dat vind ik het plezantst. Waarom? Omdat je dan alle aandacht van je ouders voor jezelf hebt. Dat, en een eigen kamer.”

(NB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier