Wielerlegende Roger Verplaetse: 86 jaar, but still very alive and kicking

Roger Verplaetse kijkt ruimt 50 jaar later met tevredenheid terug op zijn wielercarrière. (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Redactie KW

Zegt de naam Roger Verplaetse u niets? Het zou ons verbazen, want de intussen 86-jarige ex-prof uit Sijsele – hij woont intussen in Maldegem – was een meer dan degelijke wielrenner.

De 86-jarige Roger Verplaetse en de 25-jarige Mathias De Witte (zie ander artikel)samenbrengen in ‘t Pleintje in Maldegem-Donk had iets van een … blind date. Eén met voorkennis van de jongste, die verrassend veel wist van de oudste en bijkomende info had opgespoord. Van respect gesproken! Roger was verlegen dat hij zo weinig van Mathias wist.

Roger en Mathias hebben nogal wat natuurlijke raakpunten: allebei geboren in Sijsele en wonend in Maldegem, waar ze gekoesterd worden door mooie vrouwen: Roger door zijn 22 jaar jongere echtgenote Kathleen De Busschere (nog steeds actief als medisch pharmaceutisch afgevaardigde bij Sanifort in Leuven), Mathias door zijn mama Anje Cattoor en almaar meer door zijn vriendin Axelle Vereecke, met wie hij recentelijk een huis kocht in Maldegem.

Veelwinnaar jeugd

Als veelwinnaar bij de jeugd maakte Roger in de Vredeskoers van 1954 kennis met het internationale wielrennen. Zelf viermaal in de top tien hielp hij René Van Meenen aan twee dagzeges en de derde plaats in het eindklassement op zowat acht minuten van de Deen Eluf Dalgaard. In 1955 begon hij nog als onafhankelijke en na het winnen in Ee (Nederland), Oostakker en Kieldrecht kreeg hij vanaf 22 juni voor een schamele 50 euro per maand bij Plume Vainqueur het label beroepsrenner opgekleefd.

In 1956 nam Roger een blitzstart met winst in zijn eerste drie koersen: Petegem, Aalter-Brussel-Aalter en Handzame. Hij verdiende er een promotionele overstap mee naar Faema-Guerra en voerde zijn zegecijfer op naar negen, met vooral winst in de toen hoog ingeschatte Omloop van de Vlaamse Gewesten, een rit in de Ronde van Nederland en in de Oost-Vlaamse (Berlare) en de Nationale Sluitingsprijs (Putte-Kapellen). “In 1956 en 1957 behaalde ik, vooral in Vlaanderen, een resem overwinningen”, herinnert Roger zich.

“Bij Rik Van Looy lag ik in de bovenste schuif. Achter mij ving hij niet veel wind en dat kwam hem in de spurt aardig van pas”

“In Kortrijk werd ik in 1957 ei zo na kampioen van België. Maurice Blomme, die nochtans voor Bertin reed, leidde voor mij perfect de spurt aan, maar sloot de deur aan de verkeerde kant, waardoor ik moest afremmen om André Vlayen buitenom te passeren. Ik naderde nog tot op een banddikte die een hemelsbreed verschil uitmaakte. Daarna presteerde ik ook uitstekend in het pre-wereldkampioenschap in Waregem, werd in overweging genomen voor een WK-selectie, maar ten slotte niet weerhouden. Er mochten er slechts zeven per land aan deelnemen en het was geen oneer te moeten wijken voor Fred De Bruyne, Germain Derijcke, Raymond Impanis, Marcel Janssens, Julien Schepens, Leon Van Daele en Rik Van Looy. Rik Van Steenbergen was als titelverdediger automatisch geselecteerd.”

In 1958 was Roger helemaal klaar voor een doorgroei naar het grotere werk. Na het gemiste BK van 1957 werd het ook een net niet in Paris-Roubaix 1958. “Eigen schuld, dikke bult”, vindt Roger daarvan. “Met de Ier Seamus Elliott reed ik de roze piste van Roubaix op met een halve ronde voorsprong. Als ervaren pistier had ik beter moeten weten. In plaats van mekaar op te jutten voor minstens de tweede plaats, bestonden we het te surplacen, waardoor we door het peloton overspoeld werden. Ik werd wat getroost door het feit dat mijn ploegmaat Leon Van Daele de spurt van de eeuw won.”

Zware val in Vuelta

1958 leek het seizoen van de doorbraak te worden, ingezet met een dagzege in de Ronde van Levante. Iets wat hij leek te herhalen in de Ronde van Spanje, tot hij in een afdaling door een onverhoeds overstekend meisje zwaar ten val kwam en opgeraapt met een versplinterde heup, aanvankelijk zonder aanslepende naweeën. “Bij Rik Van Looy lag ik in de bovenste schuif”, herinnert Roger zich graag. “Achter mijn brede torso ving hij niet al te veel wind en dat kwam hem vooral in de spurt aardig van pas. Rik was er mij dankbaar om. Ik won meerdere keren met hem als tweede en dat kunnen er niet velen zeggen. Helaas heb ik zijn meest weergaloze jaren niet met hem kunnen delen. Met mijn geteisterde heup kwam het niet meer goed. Ik heb er trouwens nog steeds behoorlijk wat last van. Ik werd een meeloper die nog slechts tweemaal won: in eigen Maldegem 1959 en in het liefdadigheidscriterium van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus Beernem 1960. “Tweemaal voor eigen volk”, steekt Roger ietwat de draak met zichzelf.

Verplaetse, hier tijdens de Ronde van Vlaanderen, was een veelwinnaar bij de jeugd en reed als prof vaak in dienst van Rik Van Looy.
Verplaetse, hier tijdens de Ronde van Vlaanderen, was een veelwinnaar bij de jeugd en reed als prof vaak in dienst van Rik Van Looy.© Davy Coghe

Zo gek was de Sijselenaar evenwel ook niet. Na een teleurstellend seizoen 1960 hield hij de eer aan zichzelf en stopte hij al op zijn 29ste met koersen.

Vaardige handen

“Met evenveel pijn in het hart als in de heup deed ik dat”, bevestigt Roger. “Ik moest mijn leven helemaal heroriënteren. Dat viel mij zwaar, maar het verging mij veel beter dan ik vreesde. Ik nam mijn lot stoutmoedig in eigen handen. Bij Marly in Brussel vroegen ze een vertegenwoordiger voor de distributie van hun kwaliteitsmotoroliën en additieven voor diesel- en benzinewagens, motorfietsen en tuinbouwtoestellen. De sollicitant moest wel de kwalificatie van technisch ingenieur kunnen voorleggen. Toch stapte ik erop af met de melding dat ik een technisch … coureur was geweest die behalve over een grote longinhoud en sterke benen ook over vaardige handen en een vlotte tong beschikte. Ze moeten nogal onder de indruk van mijn betoog geweest zijn, want luttele dagen later mocht ik al vernemen dat ik de job had. Die heb ik niet minder dan 55 jaar uitgeoefend, als was het mijn eigen bedrijf en dat doe ik on low profile nog steeds. Zo heb ik vandaag nog een nieuwe klant aangeworven.”

“Ik moest na mijn wielercarrière mijn leven helemaal heroriënteren. Dat viel mij zwaar, maar het verging mij veel beter dan ik vreesde”

Met zijn eerste echtgenote Adrienne Steyaert runde Roger, tot haar overlijden, ook 30 jaar lang het druk beklante café De Gouden Leeuw in Maldegem. Ruim 20 jaar geleden zag ondergetekende Roger Verplaetse al eens terug toen hij, met zijn schoonzoon Geert Van Vooren als doelman, bij Daring Blankenberge het spraakmakende tijdperk-Dudal meemaakte. Wanneer je Roger aanschouwt en bezig hoort, schrikt het ouder worden almaar minder af. Voortaan zal hij zijn affiniteit met de wielrennerij heropvoeren, want zijn jonge stadsgenoot Mathias De Witte heeft veel interesse bij hem opgewekt.