Nieuweling Luca Worm blijft progressie boeken

Na overgrootvader Roger, opa Paul en pa Alain zijn Cara en Luca al de vierde generatie Worm die het hart verpand heeft aan de harde wielercompetitie. “Ik pak de zaken ernstig aan, want ik wil verder progressie maken”, aldus Luca Worm.

“Ik kreeg de smaak te pakken door mijn zus Cara te zien koersen”, vertelt de 15-jarige Luca Worm. “Ze presteert wat wisselvallig, omdat ze nog steeds de nadelen van een blessure aan de heup ondervindt. Een blessure die ze vijf jaren geleden tijdens een val op de piste opliep. Sindsdien moet ze dagelijks tweemaal een half uur een brace op haar benen dragen.”

“Ik voel me beter en presteer sterker dan vele mensen vermoeden”

“Ik heb nu al drie campagnes bij de aspiranten achter de rug. Een periode waarin ik het lange tijd moeilijk had om het tempo van de groep te volgen. Maar ik wou de handdoek niet in de ring gooien en uiteindelijk kon ik die aspirantentijd met enkele plaatsen in de top tien afsluiten”, aldus de Poperingenaar.

“Tot mijn verbazing doe ik het dit jaar heel wat beter”, vervolgt de eerstejaarsnieuweling van CT Soenens-Booom. “Ik combineer de wedstrijden van Cycling Vlaanderen met de koersen in het Westhoekcriterium. Bij de nieuwelingen was een 13de plaats in Zwevegem voorlopig mijn beste uitslag.”

“In het Westhoekcriterium werd ik onlangs zevende in Adinkerke en finishte ik tweemaal op de negende stek. Dat bracht me de leidersplaats in het jongerenklassement en de derde stek in de algemene stand op. Ik voel me beter en ik presteer sterker dan vele mensen vermoeden. Dit jaar kan ik vlot het tempo van het peloton aan. Aanvallen zit er nog niet in, maar het seizoen duurt nog lang hé. Bovendien heb ik nog maar zelden kunnen voluit spurten.”

Meer durven

“Luca mist ervaring en durf in de slotfase”, haakt vader Alain in. “Hij kan zich nog niet goed positioneren in een pelotonsspurt. Hij mist het goeie wiel en laat zich opzij zetten. Een spurt bergop ligt hem beter. Daar kan hij meerdere renners remonteren. Om zijn snelheid aan te scherpen en meer durf te krijgen in het gewriemel stuur ik hem naar de trainingen en de meetings op de piste.”

“Dit seizoen kan ik al vlot het tempo aan, maar aanvallen zit er nog niet in”

“Bovendien volg ik de trainingsschema’s van een vriend van mijn vader”, gaat de renner uit de Lijsterwijk verder. “Een midweekse duurtraining en de overige dagen staan interval of blokjes spurten en losrijden op mijn programma. Slechts een dag per week blijft de fiets aan de kant. Ja, ik pak de zaken ernstig aan. Ik wil verder progressie maken. Dat moet resulteren in toptienplaatsen bij de nieuwelingen en top vijf in het Westhoekcriterium.” (GVP)