Voor Mathias De Witte komt het BK in Binche allicht te vroeg

Redactie KW

Voor Mathias De Witte (25) werd 2018 op koersvlak vooralsnog geen hoera-jaar. In 2017 was het net andersom met een sprankelende lente, bekroond met een zesde plaats in de prestigieuze Tro-Bro-Léon in Frankrijk. Dit jaar moet De Witte het voorlopig stellen met de dichtste ereplaats in de kermiskoers van Puivelde.

“Als het maar dat is”, reageert Mathias. “Wat Michael Goolaerts op 8 april overkwam, is nog zoveel erger. Ik kan het nog altijd niet vatten dat we hem voor altijd kwijt zijn. Hoe vreselijker moet dat dan nog voor zijn naasten zijn?!”

“Michael Goolaerts overkwam, is nog zoveel erger dan mijn tegenslagen. Ik kan het nog altijd niet vatten dat we hem voor altijd kwijt zijn”

Mathias’ lente werd, op de verjaardag van zijn mama nog wel, een tweede keer vergald door een zware val in de spurt van de Grote Prijs Marcel Kint van en naar Zwevegem met als gevolg een barst in de linkerheup in plaats van een wenkende top 15. Wat het nog pertinenter maakte, was dat Mathias in Zwevegem stand-in was voor de zieke Elias Van Breussegem. “Vier à zes weken buiten strijd luidde het verdict, dat ik in bloedvorm niet zomaar naast mij neerlegde”, aldus De Witte. “Ik trok frequent naar de kinesist en de fitness. Daarna probeerde ik behoedzaam op de rollen en vanaf eind mei kon ik met weinig hinder ook weer fietsen op de weg. Ik miste niettemin de Ronde van Luxemburg, waarop ik nogal wat zinnen gezet had en moest het stellen met een heroptreden in de Ronde van Limburg. Zolang mogelijk volgen zou het hoogste goed zijn, schatte ik realistisch in. Ik verbaasde mezelf door een snelle koers (ruim 43 km per uur, red.) te voltooien in de uitgedunde hoofdgroep op de 32ste plaats, tien tellen na de winnende Mathieu van der Poel.

Toch in Brugge

“Ik ben helemaal klaar voor een tweede seizoenshelft, hopelijk het omgekeerde van die van vorig jaar toen ik vanaf juni achter de feiten koerste omwille van laat ontdekte mycoplasma. Nazomer en herfst brachten niet meer het niveau van het voorjaar. Dat wil ik nu dus omkeren. De Elfstedenronde was aanvankelijk niet voorzien, de ploegleiding selecteerde mij voor Halle-Ingooigem tot ik na mijn doorgedreven zaterdagse training vernam dat ik alsnog in Brugge mocht opdraven. Niet ideaal, maar het was niet anders. Toch kon ik diep gaan en ik hield er een uitstekend gevoel aan over. Ik reed me de ziel uit het lijf voor mijn kopman Wout van Aert, die door kettingproblemen helaas werd opgehouden. Het kampioenschap van België wordt koffiedik kijken en komt allicht te vroeg. In Binche krijg ik een traject voorgeschoteld dat mij moet liggen. Een top 20 zou mij enorm blij maken. Of schuif ik beter mee in de langdurige ontsnapping? De vorm en de omstandigheden van de dag zullen dat bepalen, maar ik heb er een goed oog in.”

“In Binche krijg ik een traject voorgeschoteld dat mij moet liggen. Een top 20 zou mij enorm blij maken”

Mathias De Witte onderscheidt zich van nogal wat wielercollega’s door zijn grote kennis voor de wielergeschiedenis. De bijzittende Roger Verplaetse stond er paf van toen hij hoorde hoeveel zijn 61 jaar jongere stadsgenoot over hem wist. Om het heden te begrijpen moet je verleden kennen, is voor Mathias geen holle slogan. (BCA)