Veertig jaar na ‘De Peer’: “We zijn fier een Pollentier te zijn”

De Vier van Pollentier: Michel Pollentier en zijn echtgenote Josiane Sarrazijn worden omringd door hun kinderen (v.l.n.r.) Dimitri, Frederick, Björn en Birgit. © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

In alle WK-gekte zouden we het haast vergeten, maar zaterdag start de 105de editie van de Ronde van Frankrijk. Een van de hoogtepunten – letterlijk en figuurlijk – wordt de beklimming van Alpe d’Huez. Zonder twijfel zal dan het verhaal van ‘De Peer van Michel Pollentier’ ter sprake komen. Veertig jaar geleden werd de West-Vlaming na die rit als geletruidrager uit de Tour gezet nadat hij de dopingcontrole probeerde te belazeren met een ballonnetje propere urine. “Echte koersliefhebbers spreken ons daar niet over aan, want zij kennen wél de waarde van zijn héle palmares”, zeggen Pollentiers vier kinderen.

“Voor mezelf vind ik dat niet jammer, wel voor mijn kinderen en kleinkinderen. Wanneer ik sterf, zal er in de krant niet staan dat ik de Ronde van Vlaanderen won, de Giro op mijn naam schreef of twee keer Belgisch kampioen werd. Wel die ene misser zal als hoofdpunt vermeld worden. Dat ze de rest van mijn carrière niet in overweging nemen: dat is het spijtigste van de zaak.” In de Belga Sport-reportage ‘Meer dan de Peer’ laat Michel Pollentier in zijn hart kijken.

Ons vader heeft gelijk, het zal ook zo zijn”, beseffen zijn kinderen Dimitri (43), Frederick (41), Björn (39) en Birgit (30). “Maar of ons dat minder trots maakt? In geen geval! Met fierheid dragen we de naam ‘Pollentier’. We zijn trots op papa, en hebben hem dat ook al meermaals gezegd.”

Dimitri: “De Peer was een stommiteit, net zoals iedereen er wel eens een begaat. Ik kan er van mezelf tientallen vertellen.”

Frederick: “Ah, ga daar eens dieper op in.” (lacht)

Dimitri: “Thuis wordt er nooit over gepraat. Hij wordt er al zodanig veel op aangesproken dat wij er niet moeten over beginnen.”

Björn: “Toen we de reportage van Belga Sport zagen, zeiden we tegen elkaar: ah, zat het zo in elkaar. We kennen zijn palmares en de grote lijnen, maar de finesses waren ook voor ons nieuw.”

Frederick: “Thuis wordt er met ‘de Peer’ wel eens gelachen. Een ‘positieve’ woordspeling is heel snel gemaakt, een stuk fruit doet het ook altijd.”

Hoe is het om door het leven te gaan als een Pollentier?

Birgit: “Af en toe durft een oudere leerkracht me erover aan te spreken, maar dertigers kennen Michel Pollentier niet meer. Zelden word ik erover aangesproken.”

Björn: “Als verantwoordelijke van een dienstencentrum kom ik wel meer in aanraking met mensen die de carrière van vader van nabij hebben meegemaakt. Altijd is er wel iemand die zegt: kijk, dat is de zoon van. En dan ben ik trots, ja.”

Frederick: “In het peloton – ik ben verzorger bij Quick-Step en ga dit jaar weer mee naar de Tour – is Pollentier nog steeds een naam. Dan komt ‘de Peer’ amper ter sprake, omdat echte wielerkenners en -liefhebbers de waarde van zijn héle palmares kennen.”

Dimitri: “De grootste frustratie kwam in de sportles. Mensen denken dat wij Obelix zijn. Kom, jullie kunnen meer dan dat met zo’n vader. Néén, ik kon niet méér dan dat. Ik kon géén handstand of flikflak. Zelfs mijn dochter wordt daar nu nog mee geconfronteerd. In de turnles moesten ze fietsen op de rollen. Bij haar zetten ze de fiets een tandje hoger, want als Pollentier zou ze dat wel aankunnen…”

Legendarische bandencentrale verhuist

Michel Pollentier, Josiane Sarrazijn, Dimitri, Frederick, Björn en Birgit.
Michel Pollentier, Josiane Sarrazijn, Dimitri, Frederick, Björn en Birgit.© Davy Coghe

De bandencentrale van Michel Pollentier langs de Albert I-laan in Nieuwpoort gaat binnenkort tegen de vlakte. In de plaats komt een appartementsgebouw. Maar het is niet het einde van de bandenzaak. “We wilden de centrale enkel verkopen als er elders een stuk grond vrijkwam”, zegt zoon Dimitri, die de zaak van zijn vader overnam. “Meteen zijn we er volle bak ingevlogen, in zeven maanden tijd is onze nieuwe zaak gebouwd. Deze maand nog verhuizen we naar onze nieuwe locatie, op de industriezone De Noordvaart in Nieuwpoort.”

Na zijn profcarrière opende Michel Pollentier in 1984 de bandencentrale. “Grootvader had een Opel-garage in Keiem en daar leerde vader al van kinds af sleutelen aan wagens. In de koers kende hij iemand van het bandenmerk Continental. Een eigen vestiging, dat zou iets voor jou zijn, klonk het. Op zoek naar een locatie kwamen ze terecht in Nieuwpoort. Aangezien hij getrouwd was met iemand uit Lombardsijde was dat ideaal.”

De naam ‘Pollentier’ gaf de zaak een vliegende start. Mensen kwamen voor nieuwe banden, maar ook voor een koerspraatje of een handtekening van Michel. “Vaak stelde vader hier renners aan het werk, zoals Peter Farazijn en Werner Vandromme. Halftijds werken, Halftijds trainen. Nog steeds komt vader elke dag langs in de zaak. Op drukke momenten, zoals de wissel van de zomer- naar winterbanden, springt hij zelfs nog eens in.”

Wat is voor jullie de strafste stoot van jullie vader?

Frederick: “De Ronde van Italië, ook al omdat ik midden in die koers geboren ben. Juist hé, moeder?”

Josiane:(komt uit de keuken) “Of ik Michel miste in het moederhuis? Niet echt. Frederick is ‘s morgens om vier uur geboren. Via een telegram liet ik Michel weten dat hij voor de tweede keer vader was geworden. Tussen twee ritten door – toen was er nog een ochtend- en middagrit – kwam zijn verzorger hem zeggen: Frederick is geboren. De eerste keer dat hij hem zag was op een foto in de krant in Italië, de eerste keer in levenden lijve was pas twee weken later, op de luchthaven van Zaventem.”

Frederick: “Ik had al mijn eerste tandje.” (lacht)

Björn: “Zeg jij de Giro, dan kies ik de Ronde van Vlaanderen. Trouwens, ik ben geboren op dezelfde dag als papa, 13 februari, én gemaakt in de Dauphiné Libéré in 1978.”

Frederick: “Mama, mag dat daar in staan na welke koers we gemaakt zijn?” (lacht)

Josiane: “Ja, Björn werd gemaakt na Michels zege. En kort daarna werd hij Belgisch kampioen en reed hij die bewuste Ronde van Frankrijk van ‘de Peer’.”

Björn: “Kortom: in zijn topperiode.” (lacht)

Dimitri: “Mijn moment is twee jaar geleden, een tweedaagse tentoonstelling in ‘zijn’ Keiem. Naar aanleiding van zijn 65ste verjaardag plande het lokale feestcomité een expositie. Wekenlang hebben we spullen en foto’s uit zijn carrière verzameld bij zijn supporters, want zelf houdt vader niets bij. We wisten niet wat het zou geven, maar er kwam meer dan 1.200 man op af. Toen was papa echt ontroerd.”

Bij mijn dochtertje zetten ze in de sportles de fiets een tandje hoger, want als Pollentier zou ze dat wel aankunnen… – Dimitri Pollentier

Frederick: “Toen het idee kwam, dachten we: wie ligt daar nog wakker van? Ondanks de zeer beperkte reclame kwam er heel veel volk. Zijn supporters zijn ook niet meer van de jongste. Er komen er geen meer bij hé. Elke week is er wel een fan die wegvalt…”

Wie van jullie heeft ooit op een koersfiets gezeten?

Björn: “Ik heb één koers gereden, in Nederland…”

Frederick: “Vertel niet te veel.” (lacht)

Dimitri: “Dat is een veel grotere doofpot geworden dan de Peer.” (lacht)

Björn: “Op mijn elfde had ik plots de ingeving om te beginnen koersen, maar in België kon dat nog niet op die leeftijd.”

Frederick: “Plots begon hij te trainen, kleine rondjes in Keiem.”

Björn: “Mijn eerste koersje was in Bergen op Zoom. In een geel-zwart pakje van een Nederlandse ploeg stond ik aan de start. Meganerveus. Voor het startsignaal komt een speaker naar me: nou, hier hebben we de zoon van Michel Pollentier staan. Ik klapte helemaal dicht, kon niets over mijn lippen krijgen. Door alle stress kreeg ik mijn voeten niet in de haken. Dat was ook de speaker niet ontgaan: nou, de zoon van Michel Pollentier heeft het lastig om in zijn haken te geraken. Na één ronde werd ik gedubbeld en uit koers genomen. Meteen mijn laatste koers. Sindsdien ben ik beginnen lopen.”

Frederick: “Toen we dat zagen, wilde niemand van ons nog koersen.” (lacht)

Dimitri: “Een jaar of twee fietste ik mee met de Koe-Reurs, een wielerploegje uit Diksmuide, maar tijdens de zondagochtendritjes van 60 kilometer telde ik vooral af naar de caféstops halverwege. Dat was niet echt de juiste ingesteldheid.”

Birgit: “Ik heb een koersfiets, maar die staat te roesten. In vijf jaar tijd heb ik er één keer 60 kilometer mee gereden.”

Björn: “Fré, eigenlijk rij jij nog het meeste van ons allemaal.”

Frederick: “Ik? Ik heb al twee jaar niet meer gereden.”

Björn: “Wel, dan nog ben je diegene die het meest op een fiets zit.” (lacht)

In de Ronde van Frankrijk 1978 komt Michel Pollentier als eerste aan op l'Alpe d'Huez. Uitgeput wordt hij opgevangen door zijn ploegleider Fred de Bruyne. Bij de dopingcontrole wordt hij betrapt op een 'peerke' urine onder zijn oksel en wordt gediskwalificeerd.
In de Ronde van Frankrijk 1978 komt Michel Pollentier als eerste aan op l’Alpe d’Huez. Uitgeput wordt hij opgevangen door zijn ploegleider Fred de Bruyne. Bij de dopingcontrole wordt hij betrapt op een ‘peerke’ urine onder zijn oksel en wordt gediskwalificeerd.© Belga

Heeft jullie vader jullie ooit gepusht om te koersen?

Allen samen: “Neen, nooit.”

Birgit: “Maar spijtig vindt hij het wel. Een van zijn kleinzonen heeft even ge-bmx’t en dat vond papa de max. Je zag hem denken: dan toch een coureur!”

Björn: “Met een loopwedstrijd leeft hij helemaal mee. Als er natuurlijk geen koersen zijn dat weekend, want die krijgen nog altijd voorrang. In het begin had hij het moeilijk om een loopwedstrijd anders te bekijken dan een koers. Een marathon tegen Kenianen kan je niet winnen, dan moet je naar je eigen tijd kijken. Dat heeft hij moeten leren.”

Birgit: “En aan de kant altijd pushen. Kom, den derden loopt daar, ernaar toe. In haar spoor. Dat motiveert wel.”

Björn: “De wedstrijden waar hij aan de kant staat, zijn mijn beste. Onbewust geef ik iets extra. Na mijn zege in de halve marathon van Oostende kon je zijn trots zien. Ook al was het zonder fiets.”

Dimitri: “Misschien slaat het wel een generatie over. Er zijn zeven kleinkinderen. Als je binnen vijftien jaar terugkeert, zal er misschien wel een talent zijn.” (lacht)

Björn: “Zijn verbetenheid en gedrevenheid, die hebben we alle vier van hem. Elk in ons werk of in onze hobby’s. Ervoor gaan, er iets voor over hebben. Als je iets wilt, zal je het niet vanzelf krijgen.”

Frederick: “West-Vlaamse nuchterheid, niet te veel aandacht.”

Dimitri: “Uiteindelijk draait het rond hard werken. Wie denkt dat we alles in de schoot geworpen kregen omdat papa een mooie carrière had: niets van! We zullen er enkel geraken door hard te werken. Ik wéét dat ik zal moeten werken tot mijn zeventigste, maar daar heb ik geen problemen mee.”

***

Het gesprek loopt op zijn einde, Michel Pollentier komt naar beneden. De koers op televisie is gedaan. “En, hebben ze niet te veel stommiteiten verteld? Waren ze een beetje positief?”

Frederick: “Ai, het woord ‘positief’ zou ik nu niet gebruiken, pa.” (lacht)

Palmares: meer dan ‘de Peer’

1 x Ronde van Italië

1 x Ronde van Zwitserland

1 x Ronde van België

1 x Dauphiné Liberé

1 x Ronde van Vlaanderen

1 x Brabantse Pijl

2 x Belgisch kampioen

3 x ritzege Ronde van België

3 x etappe in Dauphiné Liberé

6 x etappe in Tour, Giro en Vuelta

9 x ritzege in Ronde van Zwitserland

Wat hebben jullie zelf nog bewust meegemaakt van de carrière van jullie vader?

Dimitri: “Ik ben de oudste en zou het meeste moeten weten. De laatste jaren, sinds we samenwerken in de bandencentrale, hebben we al meer met elkaar gebabbeld dan in de eerste 18 jaar. Vader zag ik op televisie. Voor mij was dat de normaalste zaak van de wereld. Alle vaders komen toch op televisie, dacht ik, en ik speelde verder met mijn Lego achter de zetel.”

Frederick: “Ik was zeven toen vader stopte met koersen en herinner me dat we het met de drie jongens ab-so-luut niet leuk vonden om mee te moeten. Als kind is er niets leuks aan een kermiskoers of criterium.”

Björn: “Veel te lang in de wagen zitten.”

Dimitri: “En dat deuntje van Rodania. Héél veel gehoord.”

Frederick: “Gelukkig moesten we niet iedere week mee en koerste hij veel in het buitenland.”

Birgit: “Papa was al vier jaar gestopt toen ik er was.”

Dimitri: “Net voor dit interview heeft ze snel-snel op Wikipedia gekeken om te lezen waarom haar vader bekend is.” (lacht)

Birgit: “Mijn enige herinnering is dat Focus voor een reportage afkwam. In onze keuken. Aan tafel zat ik stutjes te eten en ik kwam constant in beeld met een chocomondje.”

Frederick: “En dat fragment blijven ze maar herhalen.” (lacht)

Legendarische bandencentrale verhuist

Michel Pollentier, Josiane Sarrazijn, Dimitri, Frederick, Björn en Birgit.
Michel Pollentier, Josiane Sarrazijn, Dimitri, Frederick, Björn en Birgit.© Davy Coghe

De bandencentrale van Michel Pollentier langs de Albert I-laan in Nieuwpoort gaat binnenkort tegen de vlakte. In de plaats komt een appartementsgebouw. Maar het is niet het einde van de bandenzaak. “We wilden de centrale enkel verkopen als er elders een stuk grond vrijkwam”, zegt zoon Dimitri, die de zaak van zijn vader overnam. “Meteen zijn we er volle bak ingevlogen, in zeven maanden tijd is onze nieuwe zaak gebouwd. Deze maand nog verhuizen we naar onze nieuwe locatie, op de industriezone De Noordvaart in Nieuwpoort.”

Na zijn profcarrière opende Michel Pollentier in 1984 de bandencentrale. “Grootvader had een Opel-garage in Keiem en daar leerde vader al van kinds af sleutelen aan wagens. In de koers kende hij iemand van het bandenmerk Continental. Een eigen vestiging, dat zou iets voor jou zijn, klonk het. Op zoek naar een locatie kwamen ze terecht in Nieuwpoort. Aangezien hij getrouwd was met iemand uit Lombardsijde was dat ideaal.”

De naam ‘Pollentier’ gaf de zaak een vliegende start. Mensen kwamen voor nieuwe banden, maar ook voor een koerspraatje of een handtekening van Michel. “Vaak stelde vader hier renners aan het werk, zoals Peter Farazijn en Werner Vandromme. Halftijds werken, Halftijds trainen. Nog steeds komt vader elke dag langs in de zaak. Op drukke momenten, zoals de wissel van de zomer- naar winterbanden, springt hij zelfs nog eens in.”

Wat is voor jullie de strafste stoot van jullie vader?

Frederick: “De Ronde van Italië, ook al omdat ik midden in die koers geboren ben. Juist hé, moeder?”

Josiane:(komt uit de keuken) “Of ik Michel miste in het moederhuis? Niet echt. Frederick is ‘s morgens om vier uur geboren. Via een telegram liet ik Michel weten dat hij voor de tweede keer vader was geworden. Tussen twee ritten door – toen was er nog een ochtend- en middagrit – kwam zijn verzorger hem zeggen: Frederick is geboren. De eerste keer dat hij hem zag was op een foto in de krant in Italië, de eerste keer in levenden lijve was pas twee weken later, op de luchthaven van Zaventem.”

Frederick: “Ik had al mijn eerste tandje.” (lacht)

Björn: “Zeg jij de Giro, dan kies ik de Ronde van Vlaanderen. Trouwens, ik ben geboren op dezelfde dag als papa, 13 februari, én gemaakt in de Dauphiné Libéré in 1978.”

Frederick: “Mama, mag dat daar in staan na welke koers we gemaakt zijn?” (lacht)

Josiane: “Ja, Björn werd gemaakt na Michels zege. En kort daarna werd hij Belgisch kampioen en reed hij die bewuste Ronde van Frankrijk van ‘de Peer’.”

Björn: “Kortom: in zijn topperiode.” (lacht)

Dimitri: “Mijn moment is twee jaar geleden, een tweedaagse tentoonstelling in ‘zijn’ Keiem. Naar aanleiding van zijn 65ste verjaardag plande het lokale feestcomité een expositie. Wekenlang hebben we spullen en foto’s uit zijn carrière verzameld bij zijn supporters, want zelf houdt vader niets bij. We wisten niet wat het zou geven, maar er kwam meer dan 1.200 man op af. Toen was papa echt ontroerd.”

Bij mijn dochtertje zetten ze in de sportles de fiets een tandje hoger, want als Pollentier zou ze dat wel aankunnen… – Dimitri Pollentier

Frederick: “Toen het idee kwam, dachten we: wie ligt daar nog wakker van? Ondanks de zeer beperkte reclame kwam er heel veel volk. Zijn supporters zijn ook niet meer van de jongste. Er komen er geen meer bij hé. Elke week is er wel een fan die wegvalt…”

Wie van jullie heeft ooit op een koersfiets gezeten?

Björn: “Ik heb één koers gereden, in Nederland…”

Frederick: “Vertel niet te veel.” (lacht)

Dimitri: “Dat is een veel grotere doofpot geworden dan de Peer.” (lacht)

Björn: “Op mijn elfde had ik plots de ingeving om te beginnen koersen, maar in België kon dat nog niet op die leeftijd.”

Frederick: “Plots begon hij te trainen, kleine rondjes in Keiem.”

Björn: “Mijn eerste koersje was in Bergen op Zoom. In een geel-zwart pakje van een Nederlandse ploeg stond ik aan de start. Meganerveus. Voor het startsignaal komt een speaker naar me: nou, hier hebben we de zoon van Michel Pollentier staan. Ik klapte helemaal dicht, kon niets over mijn lippen krijgen. Door alle stress kreeg ik mijn voeten niet in de haken. Dat was ook de speaker niet ontgaan: nou, de zoon van Michel Pollentier heeft het lastig om in zijn haken te geraken. Na één ronde werd ik gedubbeld en uit koers genomen. Meteen mijn laatste koers. Sindsdien ben ik beginnen lopen.”

Frederick: “Toen we dat zagen, wilde niemand van ons nog koersen.” (lacht)

Dimitri: “Een jaar of twee fietste ik mee met de Koe-Reurs, een wielerploegje uit Diksmuide, maar tijdens de zondagochtendritjes van 60 kilometer telde ik vooral af naar de caféstops halverwege. Dat was niet echt de juiste ingesteldheid.”

Birgit: “Ik heb een koersfiets, maar die staat te roesten. In vijf jaar tijd heb ik er één keer 60 kilometer mee gereden.”

Björn: “Fré, eigenlijk rij jij nog het meeste van ons allemaal.”

Frederick: “Ik? Ik heb al twee jaar niet meer gereden.”

Björn: “Wel, dan nog ben je diegene die het meest op een fiets zit.” (lacht)

In de Ronde van Frankrijk 1978 komt Michel Pollentier als eerste aan op l'Alpe d'Huez. Uitgeput wordt hij opgevangen door zijn ploegleider Fred de Bruyne. Bij de dopingcontrole wordt hij betrapt op een 'peerke' urine onder zijn oksel en wordt gediskwalificeerd.
In de Ronde van Frankrijk 1978 komt Michel Pollentier als eerste aan op l’Alpe d’Huez. Uitgeput wordt hij opgevangen door zijn ploegleider Fred de Bruyne. Bij de dopingcontrole wordt hij betrapt op een ‘peerke’ urine onder zijn oksel en wordt gediskwalificeerd.© Belga

Heeft jullie vader jullie ooit gepusht om te koersen?

Allen samen: “Neen, nooit.”

Birgit: “Maar spijtig vindt hij het wel. Een van zijn kleinzonen heeft even ge-bmx’t en dat vond papa de max. Je zag hem denken: dan toch een coureur!”

Björn: “Met een loopwedstrijd leeft hij helemaal mee. Als er natuurlijk geen koersen zijn dat weekend, want die krijgen nog altijd voorrang. In het begin had hij het moeilijk om een loopwedstrijd anders te bekijken dan een koers. Een marathon tegen Kenianen kan je niet winnen, dan moet je naar je eigen tijd kijken. Dat heeft hij moeten leren.”

Birgit: “En aan de kant altijd pushen. Kom, den derden loopt daar, ernaar toe. In haar spoor. Dat motiveert wel.”

Björn: “De wedstrijden waar hij aan de kant staat, zijn mijn beste. Onbewust geef ik iets extra. Na mijn zege in de halve marathon van Oostende kon je zijn trots zien. Ook al was het zonder fiets.”

Dimitri: “Misschien slaat het wel een generatie over. Er zijn zeven kleinkinderen. Als je binnen vijftien jaar terugkeert, zal er misschien wel een talent zijn.” (lacht)

Björn: “Zijn verbetenheid en gedrevenheid, die hebben we alle vier van hem. Elk in ons werk of in onze hobby’s. Ervoor gaan, er iets voor over hebben. Als je iets wilt, zal je het niet vanzelf krijgen.”

Frederick: “West-Vlaamse nuchterheid, niet te veel aandacht.”

Dimitri: “Uiteindelijk draait het rond hard werken. Wie denkt dat we alles in de schoot geworpen kregen omdat papa een mooie carrière had: niets van! We zullen er enkel geraken door hard te werken. Ik wéét dat ik zal moeten werken tot mijn zeventigste, maar daar heb ik geen problemen mee.”

***

Het gesprek loopt op zijn einde, Michel Pollentier komt naar beneden. De koers op televisie is gedaan. “En, hebben ze niet te veel stommiteiten verteld? Waren ze een beetje positief?”

Frederick: “Ai, het woord ‘positief’ zou ik nu niet gebruiken, pa.” (lacht)