Twee brandweerlui rijden de Cape Epic

Redactie KW

Zondag start in Zuid-Afrika de Cape Epic, ook wel de Tour de France van het mountainbiken genoemd. Zo’n 600 prof- en amateurteams zullen er acht etappes afleggen, met een proloog die start op de mythische Tafelberg. Onder hen een West-Vlaamse combinatie: Bjorn De Roo, een naar Kortrijk uitgeweken Bruggeling start er samen met collega-brandweerman Stijn Verstraeten uit Ledegem. Zij mogen het onder meer opnemen tegen namen als Jurgen Van den Broeck en George Hincapie.

Bjorn De Roo (37) uit Kortrijk is niet aan zijn proefstuk toe als het over extreme uitdagingen gaat. “Ik nam eerder al deel aan de Crocodile Trophy, een meerdaagse MTB-wedstrijd in Australië. “Deze Cape Epic stond hoog op mijn bucket list, en één iets stond vast: als ik zou deelnemen, dan zou ik dat met niemand liever dan Stijn doen.”

“Onze bedoeling is om de laatste etappe in Afrika met onze Belgische kampioenentrui te rijden”

“Dat zegt hij zonder blozen”, lacht Stijn Verstraeten (35). “Het klopt dat je voor zo’n uitdaging iemand nodig hebt die je honderd procent kent en vertrouwt. Je zit daar acht dagen samen op elkaars lip, je slaapt en eet samen… Door onze job bij de brandweer zijn we het gewend om dag en nacht samen te zijn. We hebben al voor hete vuren gestaan.”

26 Olympische medailles

De Cape Epic wordt niet zomaar ‘de Ronde van Frankrijk voor mountainbiken’ genoemd. Gespreid over acht etappes malen de renners 658 kilometer af, met een verschil van liefst 13.530 hoogtemeters.

“Er komen niet voor niets 26 Olympische medailles aan de start”, weet Bjorn. “Vorig jaar reed Cadel Evans mee, en eindigden Sven Nys en Sven Vanthourenhout als 58ste duo. Dit jaar komen George Hincapie en Jurgen Van den Broeck al zeker aan de start.”

Eerste vrouw

“Reken gauw op zo’n vijf tot zeven uur mountainbiken per dag. Logeren doen we in tenten, die door de organisatie worden opgezet. Dat is het grote verschil met de Crocodile Trophy, waar je alles ook zelf moet vervoeren. Maar het niveau ligt daar dan ook lager. Ik slaagde er daar in om een rit te winnen bij de amateurs. Het doel in Zuid-Afrika is om de wedstrijd comfortabel uit te rijden. We gaan niet naar daar om de toerist uit te hangen. Een plaatsje bij de eerste 200 zou mooi zijn. Of een plekje in de buurt van de eerste vrouw zit er misschien in. Dat is altijd mooi, want die vrouwen halen een topniveau”, aldus Stijn.

“We gaan niet naar daar om de toerist uit te hangen. Een plaatsje bij de eerste 200 zou mooi zijn”

Bjorn en Stijn moesten voor dit avontuur verlof nemen bij de Gentse brandweer. “Onze collega’s bij de brandweer steunen ons enorm”, weet Bjorn. “Het afscheid was zelfs ontroerend. Ze zien natuurlijk ook dat we er enorm mee bezig zijn, want we hebben het geluk als brandweerman dat wij mogen en zelfs moeten sporten op het werk. Daarnaast trainden we de voorbije drie maand zo’n vijftien uur per week op de fiets, ook regelmatig op de piste van Roubaix. Vorige maand werden we trouwens Belgisch kampioen crossduatlon voor brandweermannen. Onze bedoeling is om de laatste etappe in Afrika met onze Belgische kampioenentrui te rijden, al weet ik niet of de jury dat zal toelaten.”

Geluksvogels

“De eerste grote kick zal er ongetwijfeld zijn als we het startpodium op de Tafelberg afrijden voor de proloog. Daar te kunnen staan na een jaar training voor dat éne moment, da’s genieten. We hebben trouwens ook geluk dat we daar mogen staan, want er waren ruim 6.000 inschrijvingen voor slechts 600 teams. Wij zijn twee van de zeventien Belgische geluksvogels.”

“Het moeilijkste wordt onze kindjes drie weken missen. Gelukkig worden ze goed opgevangen door oma en opa”

“Het moeilijkste wordt onze kindjes drie weken missen. Gelukkig worden ze goed opgevangen door oma en opa. Onze vrouwen komen ons na tien dagen achterna, en dan volgt met ons vieren nog een verkwikkende reis door Zuid-Afrika”, besluiten de vrienden. (Gilles Honoré)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier