Sportief manager Olivier Maertens analyseert huidig seizoen van CT Luc Wallays-JRR

Junior Milan Hanne bezorgde CT Luc Wallays-JRR een mooie zilveren medaille op het PK in De Haan. Op het podium kreeg hij het gezelscha van winnaar Calvin Verbeeck en Izegemnaar Alex Vandenbulcke. (Foto Bart) © VDB
Stijn Moerman

Terwijl de meeste renners met hun neus in de boeken zitten voor hun examens blikken we met sportief manager Olivier Maertens even terug op het eerste deel van het seizoen bij CT Luc Wallays-JRR. “Een boerejaar als vorig seizoen is moeilijk haalbaar, maar ik had er toch iets meer van verwacht.”

CT Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare is een van de grootste opleidingsclubs in België. Het team van voorzitter Kris Hanne en sportief manager Olivier Maertens focust zich nog steeds op het optimaal begeleiden en opleiden van hun eigen renners. Het kende vorig jaar een topseizoen en won dan ook meer dan verdiend het ploegenklassement in WestSprint bij zowel de juniores als de nieuwelingen. Hoe gaat het dit seizoen met de ploeg? “We wisten dat een boerejaar als vorig seizoen moeilijk haalbaar zou zijn, maar ik had er toch iets meer van verwacht”, aldus Olivier.

opleiding en amusement

“Bij de miniemen en aspiranten zijn we nog niet bezig met het behalen van resultaten. Op die leeftijd staat de opleiding en het amusement centraal. Natuurlijk is het leuk om te zien dat ons werk zijn vruchten afwerpt en dat de renners mooie uitslagen behalen. Zoals zondag op het PK voor aspiranten in Roeselare. Er was niet alleen goud voor Wout Hemeryck bij de 12-jarigen, maar ook zilver voor Gaetan Hellebuyck in diezelfde categorie. Bij de 13-jarigen stonden Axel Vandamme en Laurens Plancke op de tweede en derde plaats en in de oudste aspirantenreeks behaalde Jani De Coster een knappe vijfde stek. Dat is leuk voor de renners én voor de club. We tellen veel miniemen en aspiranten. (lacht) Ik ben zelfs de tel kwijt. Maar dat is een goede basis voor de komende jaren.”

Bij de nieuwelingen beschikt de club over 31 renners, waar het met Lars Van Ryckeghem uit Aartrijke een pure diamant in de rangen heeft. De Belgische kampioen op de weg verlengde recent nog zijn titel in het tijdrijden in Vresse-sur-Semois. “Je verwacht die titel wel ergens, maar je weet natuurlijk nooit hoe de andere renners geëvolueerd zijn. Kijk maar naar de sterke prestaties van eerstejaars Alec Segaert in het werk tegen de klok.”

“Lars wordt als Belgisch kampioen constant gefixeerd en dat maakt het lastig koersen”

“Of Lars ondertussen al beter in het peloton kan rijden? Hij werkt eraan en heeft al veel progressie geboekt. Hij kreeg onder andere al tips van nationaal coach Dirk Onghena en reed deze winter ook al op de piste. Het is belangrijk naar de toekomst toe dat hij in het peloton kan rijden. Dat er zijn die zeggen dat hij nog niet genoeg toont in het grote werk? Je mag niet vergeten dat die Belgische trui heel wat aandacht lokt. Hij wordt constant gefixeerd door de anderen. Het is lastig koersen zo, maar leerrijk voor de toekomst.”

“Ik merk dat heel wat jongens dit seizoen een stap vooruit gezet hebben. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Maxime Vinckier uit Roeselare, die tweede was op het PK én het VK en al verschillende ereplaatsen liet noteren. Of Arthur De Neve uit Gits die goed bezig is in zijn eerste jaar als wielrenner. En natuurlijk Lawrence Stalpaert uit Ieper die in de voorbereiding al een sterke indruk naliet en dat doortrekt. Ook Benoit Claus is goed bezig en kiest mogelijks voluit voor de weg. Het is een goede en gemotiveerde groep om mee te werken.”

Tonen in de zomer

“Bij de juniores zijn we natuurlijk met een Thomas Vansteelandt en Cériel Desal belangrijke pionnen kwijt die de stap naar de beloften gezet hebben. We hoopten dat er andere jongens zouden opstaan, maar voorlopig blijven ze wat onder de verwachtingen. Er waren al de zeges in het regionale werk van Laurens Maes en Michiel Nuytten en de ereplaatsen van een Milan Hanne, Justin Houtekier en Wannes Geldhof. Maar veel renners moeten beter kunnen dan wat ze tot nu toe getoond hebben, zeker in het grotere werk. Het seizoen is echter nog lang en ik verwacht dat de jongens deze zomer nog van zich zullen laten horen.”

“Het is normaal dat je als opleidingsploeg niet altijd topjaren kan hebben. We halen geen sterke renners weg bij andere teams, het zelf opleiden blijft centraal staan bij ons.” (SM)