Maurice Seynaeve was de eerste (West-)Vlaamse coryfee van het Belgische veldrijden in de jaren 30

Redactie KW

MauriceSeynaeve (geboren op 31 januari 1907) is een oorspronkelijke Heulenaar, die na zijn wielercarrière uitweek naar Buenos Aires, waar hij eind 1998 op bijna 92-jarige leeftijd overleed. Hij zou op de laatste dag van deze maand 111 jaar zijn geworden en dus in aanmerking zijn gekomen voor de nominatie oudste Belg.

Eerst wegrenner

Maurice leek aanvankelijk voorbestemd om wegrenner te worden. Als onafhankelijke werd hij in 1928, als kampioen van West-Vlaanderen, derde in zowel Brussel-Luxemburg als in de Ronde van Vlaanderen (allebei gewonnen door de Waal Ernest Mottard) en vijfde in Paris-Brussel.

Vijf keer BK op een rij

Nadat hij in 1930 tot zijn eigen verbazing (na Georges Ronsse) tweede werd op het kampioenschap van België veldrijden had Maurice Seynaeve zijn cyclopedische roeping gevonden. Vanaf 1933 werd hij vijf (!) keer op een rij kampioen van België, telkens in Brussel). Zo werd hij 80 jaar geleden de eerste grote Vlaamse naam van het veldrijden.

Vijf keer op een rij kroonde Seynaeve zich tot Belgisch kampioen veldrijden. Alleen Roland Liboton deed beter

Liboton deed beter

1933: voor Leopold Roosemont en Jules Goedhuys. 1934: voor Jules Geens en Kamiel Vermassen. 1935: voor Jules Kneepkens en Jules Geens. 1936: voor Jules Kneepkens en Jules Geens. 1937: voor Alexis Michiels en Omer Thys.

Opmerkelijk: enkel Roland Liboton zou Seynaeves ononderbroken record verbeteren met zowaar een tien op een rij vanaf 1980.

Twee regenboogtruien

Maurice Seynaeve droeg zijn driekleur waardig uit tot over de landsgrenzen. Zo won hij tweemaal het Internationaal Criterium, die vanaf 1924 tot en met 1949 (niet ononderbroken) de voorloper van het wereldkampioenschap was die steevast in Parijs plaatsvond.

Maurice Seynaeve was de eerste (West-)Vlaamse coryfee van het Belgische veldrijden in de jaren 30

Trou de la Diable 1

Maurice verdrong in 1934 titelverdediger Sylvère Maes. De overlevering vertelt dat de thuisrenners op de steile hellingen van Mont-Valérien een blitzoffensief ontketenden, waarbij een oplettende Maurice Seynaeve het hoofd koel hield. Na enkele schijnaanvallen haalde hij uit op het zogenaamde Trou de la Diable en sloeg meteen een kloof van twintig seconden. De cross was dan al gereden en achter hem zorgden Sylvère Maes en Kamiel Vermassen voor een compleet Vlaams podium.

Trou de la Diable 2

Twee jaar later won Maurice Seynaeve opnieuw. Hij was nog meer zelfverzekerd dan de eerste keer. De Fransen hadden veel hoop gesteld en zwaar ingezet op hun runner up, de 23-jarige Robert Oubron. Ook hij was evenwel (nog) niet opgewassen tegen de kloeke Heulenaar, al probeerde hij hem met een vroege aanval te verrassen. De vermetele Seynaeve liet hem in de waan dat hij gewonnen spel had, tot Maurice zijn sterke rug kromde en binnen de kortste keren een opzienbarend haasje over uitvoerde. Bij het door hem gekoesterde Trou de la Diable, die hij al voor de tweede keer als een natuurlijke bondgenoot aanwendde, had hij zijn voorsprong al tot veertig seconden uitgediept, waarvan hij aan de finish nog een halve minuut overhield. Game over dus, maar ditmaal stond Maurice wel als enige Vlaming op het podium, van waarop hij mocht neerkijken op Robert Oubron en Charles Vaast. De volgende jaren nam Oubron het voortouw definitief over van Maurice Seynaeve, die in 1937 door een val werd uitgeschakeld en in 1939 op 32-jarige leeftijd nog achtste zou worden.

Maurice Seynaeve was de eerste (West-)Vlaamse coryfee van het Belgische veldrijden in de jaren 30

Tourwinnaars in veld

Robert Oubron was, met vier overwinningen, de primus inter pares van dit officieuze WK zonder regenboogtrui. Op die erelijst figureert behalve Sylvère Maes (in 1933) nog een andere Tourwinnaar: Jean Robic (in 1947), die een half jaar later de eerste naoorlogse Tour zou winnen. In die tijd konden zelfs de zogenaamde beroepsrenners niet op een maandwedde terugvallen en dus moesten ze anders iets verzinnen om in hun levensonderhoud te voorzien: de welig tierende winterbanen of het opkomende veldrijden.

Ook piste

Maurice Seynaeve koerste tussendoor nog sporadisch op de weg en waagde zich zelfs aan de halve fond (derde in het BK 1936) maar de cyclocross bleef zijn core business, die hem vele decennia later nog steeds in herinnering houdt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier