Lander Seynaeve is op de sukkel met zijn gezondheid

Lander Seynaeve. (GF)
Redactie KW

2018 was nog geen hoerajaar en zal het ook niet meteen worden voor de intussen bijna 26-jarige Lander Seynaeve uit Izegem. Verre van zelfs. De profrenner van VC Roubaix-Lille-Métropole sukkelde de voorbije winter met zijn gezondheid.

Na een kwalijke winter, waarin niet de ziekte van Crohn, maar wel maar het minder erge colitis ulcerosa (een ontstekingsziekte van de dikke darm die met zweervorming gepaard gaat) hem parten speelde en veel medicatie vergde, is Lander Seynaeve traag maar gestaag aan de beterhand. Lander, die wanhoop met moed en doorzetting verdringt, heeft inmiddels drie koersen gereden, maar zowel in Le Samyn, Paris-Troyes als in de GP de Denain-Porte du Hainaut haalde hij het einde niet. “Vooral op de hellingen schoot ik nog duidelijk te kort”, verduidelijkt Lander. “En bij elke tempoversnelling werd ik in het windveld gedreven, waarbij ik nog niet beschik over de kracht om dat recht te zetten.”

Beterschap in Denain

“Vooral vorige zondag ervoer ik rond Denain duidelijke beterschap, maar de Siberische koude, waartegen ik nooit bestand was, had een verlammend effect.”

“Mijn basisconditie is meer dan behoorlijk, maar zou moeten opgevijzeld worden met competitieritme. Een vicieuze cirkel. Ik heb de jongste weken hard gewerkt, met vooral duurtrainingen. Zo haspelde ik vorige week bij mildere temperaturen het hele traject van de E3 Harelbeke af en dat gaf een goed gevoel. Trainen is uiteraard lang niet hetzelfde als koersen.”

“Het is frustrerend dat ik telkens aan Jan en alleman moet uitleggen wat er schort en waartegen ik machteloos sta. Ik verdien veel beter dan dit”

“Volgende zondag hoop ik in de GP Cholet-Pays de Loire een volgende stap te zetten, maar ik besef dat het nog een lange weg wordt eer ik kan meedoen voor de prijzen. Mijn ploeg, VC Roubaix-Lille Métropole, brengt begrip op voor mijn situatie en ploegleider Michel Dernies is mijn toeverlaat. Hij zegt mij voortdurend dat alles goed komt. Het mag evenwel niet blijven duren. Ikzelf ben zeker niet wanhopig maar eerder positief. Wel frustrerend is het dat ik telkens aan Jan en alleman moet uitleggen wat er schort en waartegen ik machteloos sta. Ik verdien veel beter dan dit.”