Jens Debusschere (26) uit Dadizele start zaterdag in zijn tweede Tour de France. Net zoals zijn ploegmaat en schoonbroer Jürgen Roelandts zal hij vooral moeten werken in de sprinttrein van André Greipel.
Vorig jaar was alles nog nieuw voor Debusschere. Bij zijn debuut maakte hij al vroeg kennis met de donkere zijde van de Tour. In de tweede rit, naar Neeltje Jans, in hondenweer, kwam Debusschere ten val. Deze keer hoopt hij gespaard te blijven van pech. “Het is anders bij een tweede deelname”, zegt hij. “De zenuwen zijn weg. Vorig jaar was ik erg onder de indruk van het circus op zich. Ik weet nu wat er gaat komen en wat ik kan verwachten. Ik kijk er wel naar uit.”
Jens Debusschere is na zijn zware valpartij in Gent-Wevelgem, waar hij een hersenschudding en breuken opliep in twee dwarsuitsteeksels van de ruggenwervels, weer helemaal de oude. Hij toonde in de Dauphiné dat hij op dreef is en sprintte zelfs naar een tweede plaats, na ritwinnaar Nacer Bouhanni.
“We kunnen veel bereiken”
Toch gaat hij nu niet voor eigen succes. “André heeft al bewezen dat hij Touretappes kan winnen. We trekken voluit zijn kaart en ik vervul mijn rol in de sprinttrein. Welke dat precies zal zijn, is nog niet duidelijk: laatste man of voorlaatste man, dat moeten we nog beslissen. We kunnen bogen op veel ervaring in de ploeg, dat is handig. De opdracht is André aan de zege helpen.”
“We hebben met Jürgen Roelandts in vergelijking met vorig jaar een supersterke man extra in de leadout. Hij kan nog het verschil maken op het eind. Dat pleit in ons voordeel, want misschien kwamen we vorig jaar soms iemand te kort. Jürgen is er nu bij en zeker nu Marcel Kittel weer op dreef is en een goed team rond zich heeft, zullen we nog een tandje bij moeten steken in de sprint. Dan zal hij goed van pas komen. Als iedereen zijn werk doet, kunnen we veel bereiken in deze Tour.”
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier