Het profdebuut van Gianni Marchand: 205 km in de aanval en net geen bolletjestrui

Gianni Marchand begon veelbelovend aan zijn seizoen. (Foto Bart) © VDB
Tom Vandenbussche

Je wordt prof op je 27ste bij het kleine Cibel-Cebon, debuteert in de Ster van Bessèges, rijdt er 205 van de 610 af te leggen kilometers in lijn in de aanval en moet in de strijd om de bolletjestrui alleen een ex-ritwinnaar in Parijs-Nice voor je dulden. Gianni Marchand is de naam, hij woont in Aartrijke en rijdt graag alleen. Aangename kennismaking.

Of hij voor een reportage voor in onze extra katern naar aanleiding van WestSprint het aantal aanvalskilometers in 2017 kon berekenen. Het was in oktober vorig jaar onze vraag aan Gianni Marchand, een eliterenner zonder contract die acht wedstrijden op zijn naam had geschreven en op het traditionele parcours van het West-Vlaams kampioenschap tijdrijden in Ruddervoorde-Baliebrugge en nieuw wedstrijdrecord had neergezet. Prompt stuurde Gianni ons enkele dagen later een uitgebreide Excel-file door. De conclusie was verbijsterend: 76 wedstrijddagen en 10.718 kilometer, waarvan 4.699 of 44,20 procent in de aanval. Niet slecht geboerd en dus mocht Marchand bij het bescheiden continentale Cibel-Cebon zijn handtekening onder een profcontract zetten.

Eén derde van de tijd

De toon werd vorige week meteen gezet. In de Ster van Bessèges, samen met de Grand Prix la Marseillaise de traditionele opener van het Franse wegseizoen, trok Marchand twee keer mee in de vlucht van de dag en reed hij zich in de afsluitende (klim)tijdrit op de steile flanken van L’Ermitage in Alès naar een 16de plek, goed voor de 21ste plaats in het eindklassement. In het bergklassement moest Marchand dan weer enkel thuisrijder Rémy Di Gregorio voor zich dulden. Een opsteker van jewelste voor de 27-jarige Aartrijkenaar. “Dat zeker”, beklemtooont Marchand. “Ik had wel een goeie voorbereiding gekend ik trok niet op stage, maar trainde de hele winter in België en op een vlotte seizoensstart gehoopt, maar dat ik meteen zo goed ging rijden…”

Ik ben een laatbloeier en word nog elk jaar beter

“In totaal reed ik ongeveer een derde van de tijd in de aanval. Het bergklassement? Tijdens mijn eerste dag in de aanval heb ik niet echt meegesprint en waren er ook twee gewoon sneller. De volgende dag waren er twee bergjes en als ik daar telkens de volle buit pakte, kon ik de leiding overnemen. We reden meteen met twaalf man weg en Di Gregorio was niet mee, maar Lilian Calméjane die voor het klassement reed wel en dus werden we teruggepakt. Meteen erna viel Tom Devriendt aan. We reden weg met vier, ditmaal ook met Di Gregorio die zich op mij had gefocust. Daarna hebben we afgesproken om op de bergjes niet te sprinten, maar de ontsnapping tot een goed einde te proberen brengen.”

Oudere tijdritfiets

Ook in de slottijdrit leverde Marchand een puike prestatie af. Wat als hij die twee dagen niet in de aanval had gereden? “Dat kunnen we ons inderdaad afvragen”, lacht hij. “Zonder de 22 seconden die ik op het einde van de vierde rit nog verloor, was ik in de eindstand 15de geworden. En de tijdritfiets van de ploeg is al enkele jaren oud en zonder elektronisch schakelsysteem. Bergop niet ideaal. Maar goed, dat zijn zaken waarin ik nog progressie kan boeken. Ik ben een laatbloeier en word nog elk jaar beter”, beklemtoont Marchand, die pas in Gent-Staden de competitie hervat. “Daarna volgen Dwars door West-Vlaanderen, Wanzele, de vijfdaagse Ronde van Taiwan, Brugge-De Panne, Route Adélie, La Roue Tourangelle, Circuit des Ardennes, Tour du Finistère en Tro-Bro-Léon. Er komen nog veel uitdagingen aan…”