“Het lijkt wel alsof ik van Bayern München naar KV Kortrijk trek, maar zo voelt het echt niet aan”

d
Tom Vandenbussche

Een indrukwekkende staat van dienst, dat is wat Johan Molly (47)de voorbije vijftien jaar opbouwde bij het Quick.Step van Patrick Lefevere. De Wulvergemnaar masseerde de benen van coureurs, stond in voor de logistiek van stages en wedstrijden, ging gepassioneerd jong talent scouten en deed nog zoveel meer. Aan alle mooie liedjes komt echter een einde. Molly wilde het rustiger aan doen en gaf zijn ontslag. Maar toen kwam plots het Franse Fortuneo. “Eigenlijk wilde ik ermee stoppen, maar dit wordt een nieuwe uitdaging.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

“Hopelijk kan Kenny volgend jaar nog een stap zetten en prof worden”

Kenny Molly (20) begint in 2018 aan zijn laatste campagne als belofte. Vader Johan hoopt dat zijn zoon nog een stap kan zetten en daarna prof wordt.

“Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er wel zal komen. Ik heb al veel coureurs meegemaakt. Hoe Kenny ervoor leeft… chapeau! In die twee maanden als stagiair bij Fortuneo heeft hij voor mij eigenlijk al bewezen dat hij profrijp is. In de GP Jef Scherens zag ik hem op zeven kilometer van de aankomst nog op kop van het peloton sleuren. In de Primus Classic en de Famenne Ardennen Classic was hij mee in de vroege vlucht. Maar vooral zijn prestatie in Parijs-Tours voor beloften blijft me bij. (grijnst) Het bewees trouwens dat hij soms nog naar zijn pa luistert. Ik had hem gezegd dat hij maar één coureur in de gaten moest houden: Matthieu Burgaudeau, een Franse eerstejaars en voor mij dé klassieke coureur van de toekomst. Wat gebeurde er: Kenny zag Burgaudeau vertrekken en sprong mee, samen met nog enkele anderen. Pas op vijf kilometer van de meet werden ze ingehaald door een groep van 30 man. Van de vluchters was Kenny de enige die aan de finish nog in de eerste groep zat.”

Niet dankzij vader

Enkele van Kenny’s generatiegenoten worden in 2018 prof. “Zelf heb ik er geen enkele moeite mee dat Jordi Warlop en Aaron Verwilst prof worden. Maar ik merk dat er veel jaloezie in de koers is. Ik kan alleen maar zeggen: als Kenny prof is, wil ik niet dat er gezegd wordt dat het dankzij zijn vader is. Die stageperiode bij Fortuneo kwam er trouwens niet via mij, wel omdat hij bewezen heeft dat hij het waard was.”

“Ik begrijp wel niet altijd waarom sommige beloften geen tussenstap maken voor ze prof worden. Het niveauverschil is groot, hoor. Ik begrijp evenmin waarom iemand als Arjen Livyns geen prof wordt. Die bewees tenminste al in profkoersen dat hij klaar is voor de stap.”

Dank van Contador

“Als je tijdens een koers in het hotel aankomt, zijn er altijd coureurs die je nooit ziet en altijd meteen naar hun kamer trekken. Alberto Contador was zo iemand. Die zag je nooit en ik babbelde er ook nooit mee. Tot Steven De Jongh, zijn ploegleider, me op een dag belde toen we in hetzelfde hotel in Grenoble verbleven. Contador wilde mij eens zien en me bedanken voor het werk dat ik voor zijn jeugdploeg (waar zoon Kenny in 2015 deel van uitmaakte, red.) deed. Twee dagen later kwam ik hem, in hetzelfde hotel, weer tegen en pakte hij me vast. Het was ongelofelijk hoe vriendelijk hij was. Dat zijn momenten waarvan je zegt: wauw! Ook met Alejandro Valverde, mijn andere favoriete coureur, babbelde ik vroeger nooit. Tot twee jaar geleden, toen hij me op zijn kamer riep en me een truitje met kampioenenbandjes ik spaar die namelijk bezorgde.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik”

Frank was god

“De momenten die ik met Frank Vandenbroucke meemaakte, zijn onvergetelijk. In één jaar tijd heb ik met hem meer beleefd dan in al die andere jaren samen. VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd. Weet je nog, die beelden van de Vuelta in 1999, toen hij in Avila Mikel Zarrabeitia tot figurant degradeerde? (stilte) Er is niemand zoals Frank. Je kunt hem met niemand vergelijken en hij zal nooit met iemand te vergelijken zijn.”

“Het was trouwens Frank die me in 2003 naar Quick.Step haalde. In 2002 werkte ik bij Lotto, maar toen Peter Van Petegem me in augustus in Plouay vroeg hoe het zat, moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Christophe Sercu werkte immers maar met contracten van een jaar. Enkele dagen later had de Peet het geregeld dat ik toch een contract voor drie jaar kreeg, maar dat was buiten Frank gerekend… Tijdens de Ronde van Polen overtuigde hij me. Op zijn typische manier, zoals alleen hij dat kon, Drie, vier dagen later heb ik met Patrick gesproken en was het beklonken. (lacht) Het leek wel alsof Frank besliste wat er moest gebeuren.”

Talent scouten

“Dat ik jong talent scout, is door interesse gegroeid. Ik bekijk niet alleen uitslagen, maar ook verslagen en ga ter plaatse kijken. Johan Le Bon, Julian Alaphilippe, David Gaudu, Kenny Elissonde… het zijn maar enkele voorbeelden van jongens die ik zo op jonge leeftijd leerde kennen. Weet je, bij Fortuneo zitten er momenteel drie coureurs met wie ik al van bij de jeugd contact heb: Elie Gesbert, Franck Bonnamour en Maxime Daniel. Je ziet het: vooral Fransen, hé. Dat is geen toeval.”

“In België hebben we nu Harm Vanhoucke als het nieuwe klimtalent. In de Tour de Pays de Savoie won hij als eerstejaarsbelofte een bergrit voor profs van Fortuneo, zoals Pierre-Luc Perichon en Brice Feillu. Die laatste werd dit jaar zestiende in de Tour, hé. Wil dat dan zeggen dat Harm dat straks als prof ook gaat doen? Binnen twee, drie jaar zullen we het weten. Hopelijk, hé. (korte stilte) Ik herinner me dat Harm als junior West-Vlaams kampioen tijdrijden werd. Uit het niets. Zo heb je nog voorbeelden. Wout Poels kon als eerstejaarsjunior niet eens volgen. Tom Dumoulin idem dito. Neen, het is niet bij de jeugd dat je het moet doen. Trouwens, hoe gaat het nog met Dennis Delmotte(generatiegenoot van Kenny en veelwinnaar bij de jeugd, red.)? Ik zag hem dit jaar niet in de uitslagen. Gestopt, zeg je? Jammer, hé. Hetzelfde met Wiebren Plovie. Goeie coureurs bij de jeugd, hoor.”

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb”

“Momenteel bekommer ik me wat om Nathan Decuypere, een talent uit Wervik. Ik had het er recent over met bondscoach Kevin De Weert. Op basis van tests zou Nathan één van de beste coureurs in België moeten zijn. Maar koers is toch nog wat anders, hé.”

Feys en Pollentier

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik eind 2014 Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb. Ik had hen mijn woord gegeven dat Kenny als eerstejaarsbelofte naar EFC zou komen, maar heb dat gebroken. Quick.Step viel toen plots weg als sponsor en Kenny was enorm gecharmeerd door de jeugdploeg van Contador. Hij heeft ook daarvoor gekozen en oké, dat is geen verkeerde keuze geweest. Maar nu maak ik me toch de bedenking dat het eigenlijk niet juist was. Feys en Pollentier hadden vertrouwen in mij.”

Frederiek Nolf en Co

“Het overlijden van Frederiek Nolf in Qatar in 2009 is ook zo’n slechte herinnering. De avond ervoor was ik nog bij hem op de kamer geweest. (mijmert)Wouter Weylandt had zich toen in zijn kast verstopt. Om te lachen. De dag erna was hij dood. Dat zijn momenten waarvan je denkt… Vorige week heb ik er nog aan zitten denken. Frederiek lag daar op de kamer met Kristof Goddaert. Ook hij is er niet meer, hé.”

Igor Decraene, nog zo’n drama. Ik had er een goede band mee, want Kenny was zijn ploegmaat en ik deed in die periode veel voor de Tieltse Renners. Recent ook Bjarne Vanacker. Altijd kwam hij goeiendag zeggen, maar plots was alles weg. Hij heeft nooit iets gevoeld, hé. En vorig jaar was er Gianni Meersman. Hij is gestopt met koersen, maar voor hetzelfde geld overkwam het hem in koers en was hij er nu ook niet meer.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

“Hopelijk kan Kenny volgend jaar nog een stap zetten en prof worden”

Kenny Molly (20) begint in 2018 aan zijn laatste campagne als belofte. Vader Johan hoopt dat zijn zoon nog een stap kan zetten en daarna prof wordt.

“Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er wel zal komen. Ik heb al veel coureurs meegemaakt. Hoe Kenny ervoor leeft… chapeau! In die twee maanden als stagiair bij Fortuneo heeft hij voor mij eigenlijk al bewezen dat hij profrijp is. In de GP Jef Scherens zag ik hem op zeven kilometer van de aankomst nog op kop van het peloton sleuren. In de Primus Classic en de Famenne Ardennen Classic was hij mee in de vroege vlucht. Maar vooral zijn prestatie in Parijs-Tours voor beloften blijft me bij. (grijnst) Het bewees trouwens dat hij soms nog naar zijn pa luistert. Ik had hem gezegd dat hij maar één coureur in de gaten moest houden: Matthieu Burgaudeau, een Franse eerstejaars en voor mij dé klassieke coureur van de toekomst. Wat gebeurde er: Kenny zag Burgaudeau vertrekken en sprong mee, samen met nog enkele anderen. Pas op vijf kilometer van de meet werden ze ingehaald door een groep van 30 man. Van de vluchters was Kenny de enige die aan de finish nog in de eerste groep zat.”

Niet dankzij vader

Enkele van Kenny’s generatiegenoten worden in 2018 prof. “Zelf heb ik er geen enkele moeite mee dat Jordi Warlop en Aaron Verwilst prof worden. Maar ik merk dat er veel jaloezie in de koers is. Ik kan alleen maar zeggen: als Kenny prof is, wil ik niet dat er gezegd wordt dat het dankzij zijn vader is. Die stageperiode bij Fortuneo kwam er trouwens niet via mij, wel omdat hij bewezen heeft dat hij het waard was.”

“Ik begrijp wel niet altijd waarom sommige beloften geen tussenstap maken voor ze prof worden. Het niveauverschil is groot, hoor. Ik begrijp evenmin waarom iemand als Arjen Livyns geen prof wordt. Die bewees tenminste al in profkoersen dat hij klaar is voor de stap.”

Dank van Contador

“Als je tijdens een koers in het hotel aankomt, zijn er altijd coureurs die je nooit ziet en altijd meteen naar hun kamer trekken. Alberto Contador was zo iemand. Die zag je nooit en ik babbelde er ook nooit mee. Tot Steven De Jongh, zijn ploegleider, me op een dag belde toen we in hetzelfde hotel in Grenoble verbleven. Contador wilde mij eens zien en me bedanken voor het werk dat ik voor zijn jeugdploeg (waar zoon Kenny in 2015 deel van uitmaakte, red.) deed. Twee dagen later kwam ik hem, in hetzelfde hotel, weer tegen en pakte hij me vast. Het was ongelofelijk hoe vriendelijk hij was. Dat zijn momenten waarvan je zegt: wauw! Ook met Alejandro Valverde, mijn andere favoriete coureur, babbelde ik vroeger nooit. Tot twee jaar geleden, toen hij me op zijn kamer riep en me een truitje met kampioenenbandjes ik spaar die namelijk bezorgde.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik”

Frank was god

“De momenten die ik met Frank Vandenbroucke meemaakte, zijn onvergetelijk. In één jaar tijd heb ik met hem meer beleefd dan in al die andere jaren samen. VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd. Weet je nog, die beelden van de Vuelta in 1999, toen hij in Avila Mikel Zarrabeitia tot figurant degradeerde? (stilte) Er is niemand zoals Frank. Je kunt hem met niemand vergelijken en hij zal nooit met iemand te vergelijken zijn.”

“Het was trouwens Frank die me in 2003 naar Quick.Step haalde. In 2002 werkte ik bij Lotto, maar toen Peter Van Petegem me in augustus in Plouay vroeg hoe het zat, moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Christophe Sercu werkte immers maar met contracten van een jaar. Enkele dagen later had de Peet het geregeld dat ik toch een contract voor drie jaar kreeg, maar dat was buiten Frank gerekend… Tijdens de Ronde van Polen overtuigde hij me. Op zijn typische manier, zoals alleen hij dat kon, Drie, vier dagen later heb ik met Patrick gesproken en was het beklonken. (lacht) Het leek wel alsof Frank besliste wat er moest gebeuren.”

Talent scouten

“Dat ik jong talent scout, is door interesse gegroeid. Ik bekijk niet alleen uitslagen, maar ook verslagen en ga ter plaatse kijken. Johan Le Bon, Julian Alaphilippe, David Gaudu, Kenny Elissonde… het zijn maar enkele voorbeelden van jongens die ik zo op jonge leeftijd leerde kennen. Weet je, bij Fortuneo zitten er momenteel drie coureurs met wie ik al van bij de jeugd contact heb: Elie Gesbert, Franck Bonnamour en Maxime Daniel. Je ziet het: vooral Fransen, hé. Dat is geen toeval.”

“In België hebben we nu Harm Vanhoucke als het nieuwe klimtalent. In de Tour de Pays de Savoie won hij als eerstejaarsbelofte een bergrit voor profs van Fortuneo, zoals Pierre-Luc Perichon en Brice Feillu. Die laatste werd dit jaar zestiende in de Tour, hé. Wil dat dan zeggen dat Harm dat straks als prof ook gaat doen? Binnen twee, drie jaar zullen we het weten. Hopelijk, hé. (korte stilte) Ik herinner me dat Harm als junior West-Vlaams kampioen tijdrijden werd. Uit het niets. Zo heb je nog voorbeelden. Wout Poels kon als eerstejaarsjunior niet eens volgen. Tom Dumoulin idem dito. Neen, het is niet bij de jeugd dat je het moet doen. Trouwens, hoe gaat het nog met Dennis Delmotte(generatiegenoot van Kenny en veelwinnaar bij de jeugd, red.)? Ik zag hem dit jaar niet in de uitslagen. Gestopt, zeg je? Jammer, hé. Hetzelfde met Wiebren Plovie. Goeie coureurs bij de jeugd, hoor.”

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb”

“Momenteel bekommer ik me wat om Nathan Decuypere, een talent uit Wervik. Ik had het er recent over met bondscoach Kevin De Weert. Op basis van tests zou Nathan één van de beste coureurs in België moeten zijn. Maar koers is toch nog wat anders, hé.”

Feys en Pollentier

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik eind 2014 Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb. Ik had hen mijn woord gegeven dat Kenny als eerstejaarsbelofte naar EFC zou komen, maar heb dat gebroken. Quick.Step viel toen plots weg als sponsor en Kenny was enorm gecharmeerd door de jeugdploeg van Contador. Hij heeft ook daarvoor gekozen en oké, dat is geen verkeerde keuze geweest. Maar nu maak ik me toch de bedenking dat het eigenlijk niet juist was. Feys en Pollentier hadden vertrouwen in mij.”

Frederiek Nolf en Co

“Het overlijden van Frederiek Nolf in Qatar in 2009 is ook zo’n slechte herinnering. De avond ervoor was ik nog bij hem op de kamer geweest. (mijmert)Wouter Weylandt had zich toen in zijn kast verstopt. Om te lachen. De dag erna was hij dood. Dat zijn momenten waarvan je denkt… Vorige week heb ik er nog aan zitten denken. Frederiek lag daar op de kamer met Kristof Goddaert. Ook hij is er niet meer, hé.”

Igor Decraene, nog zo’n drama. Ik had er een goede band mee, want Kenny was zijn ploegmaat en ik deed in die periode veel voor de Tieltse Renners. Recent ook Bjarne Vanacker. Altijd kwam hij goeiendag zeggen, maar plots was alles weg. Hij heeft nooit iets gevoeld, hé. En vorig jaar was er Gianni Meersman. Hij is gestopt met koersen, maar voor hetzelfde geld overkwam het hem in koers en was hij er nu ook niet meer.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

Wie is Johan Molly?

Privé

Geboren op 26 september 1970 in Izegem. Groeide op in Lendelede. Woont sinds 2002 in Wulvergem met zijn Franse vrouw Nathalie Chery en zonen Kenny (20) en Gil (16), die beiden koersen. Liep in het verleden marathons.

Wielrennen

Begon in 1995 als verzorger bij de Kortrijkse Groeningespurters, waar hij de jonge Tom Boonen naartoe haalde. Debuteerde in 1999 met Ipso-Euroclean bij de profs in de Vuelta a Castilla y Leon. Werkte in 2000 voor de nationale junioresploeg en US Postal. Belandde via Cofidis en Lotto-Adecco in 2003 bij Quick.Step, waar hij 15 jaar voor werkte. Is sinds 1 december 2017 aan de slag bij Fortuneo.

Een gure dinsdag in het West-Vlaams Heuvelland. November loopt stilaan op zijn einde en het pittoreske Wulvergem het kleinste dorp in de streek baadt in een weelde van rust. Om één van de 260 inwoners kun je als toevallige passant echter onmogelijk heen. Voor de woning van Johan Molly in de Dorpsstraat prijkt immers een opvallende wagen van Fortuneo-Oscaro. U weet wel, die nieuwe Franse ploeg van Warren Barguil, trotse bergkoning in de voorbije Tour en één van de nieuwe chouchous van het Franse wielrennen. Ook voor Molly zelf is het wennen. Nog niet zo heel lang geleden stond hier een ploegauto van Quick.Step. Vijftien jaar lang. Dag in, dag uit. Sinds 1 december is het verhaal van Molly bij de troepen van Patrick Lefevere echter voorbij. “Ik hoorde al geruchten. Zo van: hij mocht niet blijven. (korte stilte) Maar dat klopt niet. Ik had er gewoon even genoeg van. Fortuneo is pas daarna op de proppen gekomen.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik. Geregeld vragen mensen me waarom ik verander. Kijk, eigenlijk wilde ik gewoon stoppen. Ik had in de loop der jaren zoveel extra zaken op mijn schouders genomen. Wedstrijden, stages… Alles regelen, dat heb ik altijd graag gedaan. En nog steeds, hé. Maar tijdens de voorbije Tour heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik zo niet wilde voortdoen. Voor de Vuelta heb ik aan Patrick verteld dat ik ging stoppen. Hij geloofde me niet. Tijdens de Vuelta hoorden we elkaar nog een paar keer, maar ik bleef bij mijn standpunt.”

“Via Kenny (zijn zoon was sinds begin augustus als stagiair bij Fortuneo-Oscaro aan de slag, red.) ben ik met Fortuneo in contact gekomen, zonder dat er daarbij een vraag van mij uit was. Normaal ging ik eind september het WK in Bergen met Fernando Gaviria doen. De vluchten waren geboekt, maar de dinsdag werd ik ziek en heb ik moeten afzeggen. Op woensdagavond kreeg ik plots telefoon van Emmanuel Hubert. Of we eens konden klappen. De dag erna nam ik de trein naar Rennes en nog een dag later heb ik toegezegd.”

“Het wordt een nieuwe ervaring. Een uitdaging. Akkoord, mijn keuze is moeilijk te verklaren, want het lijkt wel alsof ik van Bayern München naar KV Kortrijk trek. Maar zo voelt het echt niet aan. Ik zal een lichter programma afwerken en vaker naar mijn koersende zonen kunnengaan kijken, iets wat vroeger zelden het geval was. Een heerlijk vooruitzicht.”

“VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd”

Een interview met Johan Molly is een verhaal dat nooit eindigt. Zijn assortiment aan anekdotes is onuitputtelijk. Toch probeerden we het en amper nou ja drie uur later kwam het resultaat uit de bus. Een greep uit zijn mooiste (en minder mooiste) momenten.

Tsjolen in Spanje

“De Vuelta a Castilla y Leon van 1999 werd mijn eerste ervaring bij de profs, als verzorger bij het Ipso-Euroclean van Paul De Baeremaeker. Jan Bogaert was mecanicien en de bekendste renners waren Bart Heirewegh, Steven De Neef en Philip Vereecke. Ik herinner me nog dat Fabio Roscioli elke dag in de aanval reed en onze Oekraïner Oleg Pankov derde werd in een rit. Onze andere Oekraïner, Donatas Virbickas, was normaal ook voorzien, maar door problemen met zijn papieren ik weet de precieze reden niet meer mocht hij niet starten. Daardoor had ik gelukkig maar! zeven in plaats van acht renners te masseren. De ene dag deed ik er vier, de andere dag drie. (lacht) Tsjolen… ja, dat was het.”

Chauffeur Armstrong

“In 2000 mocht ik via Freddy Viaene met US Postal mee naar de Dauphiné Libéré. Meteen wachtte een speciale opdracht: ik moest van Freddy namelijk Lance Armstrong, die mij niet kende, ophalen in de luchthaven van Lyon, 100 kilometer van startplaats Grenoble. Het eerste wat Armstrong vroeg, was: moet ik niet rijden?(grijnst) Ik begreep hem, hoor. Zelf zou ik nooit een losse medewerker achter zo iemand, toch een wereldvedette, laten gaan.”

“Het zijn momenten waarvan je achteraf beseft dat het toch best wel zot is. Ik vertoef intussen 17 jaar in dit wereldje en zag al zoveel coureurs de revue passeren. Zoals vorige week nog, toen ik plots een bericht van Mikel Landa kreeg. Hij was via Michal Kwiatkowski naar mij doorgestuurd om iets voor een hotel in Calpe te regelen, zodat hij er op stage kon.”

“Hopelijk kan Kenny volgend jaar nog een stap zetten en prof worden”

Kenny Molly (20) begint in 2018 aan zijn laatste campagne als belofte. Vader Johan hoopt dat zijn zoon nog een stap kan zetten en daarna prof wordt.

“Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er wel zal komen. Ik heb al veel coureurs meegemaakt. Hoe Kenny ervoor leeft… chapeau! In die twee maanden als stagiair bij Fortuneo heeft hij voor mij eigenlijk al bewezen dat hij profrijp is. In de GP Jef Scherens zag ik hem op zeven kilometer van de aankomst nog op kop van het peloton sleuren. In de Primus Classic en de Famenne Ardennen Classic was hij mee in de vroege vlucht. Maar vooral zijn prestatie in Parijs-Tours voor beloften blijft me bij. (grijnst) Het bewees trouwens dat hij soms nog naar zijn pa luistert. Ik had hem gezegd dat hij maar één coureur in de gaten moest houden: Matthieu Burgaudeau, een Franse eerstejaars en voor mij dé klassieke coureur van de toekomst. Wat gebeurde er: Kenny zag Burgaudeau vertrekken en sprong mee, samen met nog enkele anderen. Pas op vijf kilometer van de meet werden ze ingehaald door een groep van 30 man. Van de vluchters was Kenny de enige die aan de finish nog in de eerste groep zat.”

Niet dankzij vader

Enkele van Kenny’s generatiegenoten worden in 2018 prof. “Zelf heb ik er geen enkele moeite mee dat Jordi Warlop en Aaron Verwilst prof worden. Maar ik merk dat er veel jaloezie in de koers is. Ik kan alleen maar zeggen: als Kenny prof is, wil ik niet dat er gezegd wordt dat het dankzij zijn vader is. Die stageperiode bij Fortuneo kwam er trouwens niet via mij, wel omdat hij bewezen heeft dat hij het waard was.”

“Ik begrijp wel niet altijd waarom sommige beloften geen tussenstap maken voor ze prof worden. Het niveauverschil is groot, hoor. Ik begrijp evenmin waarom iemand als Arjen Livyns geen prof wordt. Die bewees tenminste al in profkoersen dat hij klaar is voor de stap.”

Dank van Contador

“Als je tijdens een koers in het hotel aankomt, zijn er altijd coureurs die je nooit ziet en altijd meteen naar hun kamer trekken. Alberto Contador was zo iemand. Die zag je nooit en ik babbelde er ook nooit mee. Tot Steven De Jongh, zijn ploegleider, me op een dag belde toen we in hetzelfde hotel in Grenoble verbleven. Contador wilde mij eens zien en me bedanken voor het werk dat ik voor zijn jeugdploeg (waar zoon Kenny in 2015 deel van uitmaakte, red.) deed. Twee dagen later kwam ik hem, in hetzelfde hotel, weer tegen en pakte hij me vast. Het was ongelofelijk hoe vriendelijk hij was. Dat zijn momenten waarvan je zegt: wauw! Ook met Alejandro Valverde, mijn andere favoriete coureur, babbelde ik vroeger nooit. Tot twee jaar geleden, toen hij me op zijn kamer riep en me een truitje met kampioenenbandjes ik spaar die namelijk bezorgde.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik”

Frank was god

“De momenten die ik met Frank Vandenbroucke meemaakte, zijn onvergetelijk. In één jaar tijd heb ik met hem meer beleefd dan in al die andere jaren samen. VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd. Weet je nog, die beelden van de Vuelta in 1999, toen hij in Avila Mikel Zarrabeitia tot figurant degradeerde? (stilte) Er is niemand zoals Frank. Je kunt hem met niemand vergelijken en hij zal nooit met iemand te vergelijken zijn.”

“Het was trouwens Frank die me in 2003 naar Quick.Step haalde. In 2002 werkte ik bij Lotto, maar toen Peter Van Petegem me in augustus in Plouay vroeg hoe het zat, moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Christophe Sercu werkte immers maar met contracten van een jaar. Enkele dagen later had de Peet het geregeld dat ik toch een contract voor drie jaar kreeg, maar dat was buiten Frank gerekend… Tijdens de Ronde van Polen overtuigde hij me. Op zijn typische manier, zoals alleen hij dat kon, Drie, vier dagen later heb ik met Patrick gesproken en was het beklonken. (lacht) Het leek wel alsof Frank besliste wat er moest gebeuren.”

Talent scouten

“Dat ik jong talent scout, is door interesse gegroeid. Ik bekijk niet alleen uitslagen, maar ook verslagen en ga ter plaatse kijken. Johan Le Bon, Julian Alaphilippe, David Gaudu, Kenny Elissonde… het zijn maar enkele voorbeelden van jongens die ik zo op jonge leeftijd leerde kennen. Weet je, bij Fortuneo zitten er momenteel drie coureurs met wie ik al van bij de jeugd contact heb: Elie Gesbert, Franck Bonnamour en Maxime Daniel. Je ziet het: vooral Fransen, hé. Dat is geen toeval.”

“In België hebben we nu Harm Vanhoucke als het nieuwe klimtalent. In de Tour de Pays de Savoie won hij als eerstejaarsbelofte een bergrit voor profs van Fortuneo, zoals Pierre-Luc Perichon en Brice Feillu. Die laatste werd dit jaar zestiende in de Tour, hé. Wil dat dan zeggen dat Harm dat straks als prof ook gaat doen? Binnen twee, drie jaar zullen we het weten. Hopelijk, hé. (korte stilte) Ik herinner me dat Harm als junior West-Vlaams kampioen tijdrijden werd. Uit het niets. Zo heb je nog voorbeelden. Wout Poels kon als eerstejaarsjunior niet eens volgen. Tom Dumoulin idem dito. Neen, het is niet bij de jeugd dat je het moet doen. Trouwens, hoe gaat het nog met Dennis Delmotte(generatiegenoot van Kenny en veelwinnaar bij de jeugd, red.)? Ik zag hem dit jaar niet in de uitslagen. Gestopt, zeg je? Jammer, hé. Hetzelfde met Wiebren Plovie. Goeie coureurs bij de jeugd, hoor.”

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb”

“Momenteel bekommer ik me wat om Nathan Decuypere, een talent uit Wervik. Ik had het er recent over met bondscoach Kevin De Weert. Op basis van tests zou Nathan één van de beste coureurs in België moeten zijn. Maar koers is toch nog wat anders, hé.”

Feys en Pollentier

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik eind 2014 Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb. Ik had hen mijn woord gegeven dat Kenny als eerstejaarsbelofte naar EFC zou komen, maar heb dat gebroken. Quick.Step viel toen plots weg als sponsor en Kenny was enorm gecharmeerd door de jeugdploeg van Contador. Hij heeft ook daarvoor gekozen en oké, dat is geen verkeerde keuze geweest. Maar nu maak ik me toch de bedenking dat het eigenlijk niet juist was. Feys en Pollentier hadden vertrouwen in mij.”

Frederiek Nolf en Co

“Het overlijden van Frederiek Nolf in Qatar in 2009 is ook zo’n slechte herinnering. De avond ervoor was ik nog bij hem op de kamer geweest. (mijmert)Wouter Weylandt had zich toen in zijn kast verstopt. Om te lachen. De dag erna was hij dood. Dat zijn momenten waarvan je denkt… Vorige week heb ik er nog aan zitten denken. Frederiek lag daar op de kamer met Kristof Goddaert. Ook hij is er niet meer, hé.”

Igor Decraene, nog zo’n drama. Ik had er een goede band mee, want Kenny was zijn ploegmaat en ik deed in die periode veel voor de Tieltse Renners. Recent ook Bjarne Vanacker. Altijd kwam hij goeiendag zeggen, maar plots was alles weg. Hij heeft nooit iets gevoeld, hé. En vorig jaar was er Gianni Meersman. Hij is gestopt met koersen, maar voor hetzelfde geld overkwam het hem in koers en was hij er nu ook niet meer.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

Wie is Johan Molly?

Privé

Geboren op 26 september 1970 in Izegem. Groeide op in Lendelede. Woont sinds 2002 in Wulvergem met zijn Franse vrouw Nathalie Chery en zonen Kenny (20) en Gil (16), die beiden koersen. Liep in het verleden marathons.

Wielrennen

Begon in 1995 als verzorger bij de Kortrijkse Groeningespurters, waar hij de jonge Tom Boonen naartoe haalde. Debuteerde in 1999 met Ipso-Euroclean bij de profs in de Vuelta a Castilla y Leon. Werkte in 2000 voor de nationale junioresploeg en US Postal. Belandde via Cofidis en Lotto-Adecco in 2003 bij Quick.Step, waar hij 15 jaar voor werkte. Is sinds 1 december 2017 aan de slag bij Fortuneo.

Een gure dinsdag in het West-Vlaams Heuvelland. November loopt stilaan op zijn einde en het pittoreske Wulvergem het kleinste dorp in de streek baadt in een weelde van rust. Om één van de 260 inwoners kun je als toevallige passant echter onmogelijk heen. Voor de woning van Johan Molly in de Dorpsstraat prijkt immers een opvallende wagen van Fortuneo-Oscaro. U weet wel, die nieuwe Franse ploeg van Warren Barguil, trotse bergkoning in de voorbije Tour en één van de nieuwe chouchous van het Franse wielrennen. Ook voor Molly zelf is het wennen. Nog niet zo heel lang geleden stond hier een ploegauto van Quick.Step. Vijftien jaar lang. Dag in, dag uit. Sinds 1 december is het verhaal van Molly bij de troepen van Patrick Lefevere echter voorbij. “Ik hoorde al geruchten. Zo van: hij mocht niet blijven. (korte stilte) Maar dat klopt niet. Ik had er gewoon even genoeg van. Fortuneo is pas daarna op de proppen gekomen.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik. Geregeld vragen mensen me waarom ik verander. Kijk, eigenlijk wilde ik gewoon stoppen. Ik had in de loop der jaren zoveel extra zaken op mijn schouders genomen. Wedstrijden, stages… Alles regelen, dat heb ik altijd graag gedaan. En nog steeds, hé. Maar tijdens de voorbije Tour heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik zo niet wilde voortdoen. Voor de Vuelta heb ik aan Patrick verteld dat ik ging stoppen. Hij geloofde me niet. Tijdens de Vuelta hoorden we elkaar nog een paar keer, maar ik bleef bij mijn standpunt.”

“Via Kenny (zijn zoon was sinds begin augustus als stagiair bij Fortuneo-Oscaro aan de slag, red.) ben ik met Fortuneo in contact gekomen, zonder dat er daarbij een vraag van mij uit was. Normaal ging ik eind september het WK in Bergen met Fernando Gaviria doen. De vluchten waren geboekt, maar de dinsdag werd ik ziek en heb ik moeten afzeggen. Op woensdagavond kreeg ik plots telefoon van Emmanuel Hubert. Of we eens konden klappen. De dag erna nam ik de trein naar Rennes en nog een dag later heb ik toegezegd.”

“Het wordt een nieuwe ervaring. Een uitdaging. Akkoord, mijn keuze is moeilijk te verklaren, want het lijkt wel alsof ik van Bayern München naar KV Kortrijk trek. Maar zo voelt het echt niet aan. Ik zal een lichter programma afwerken en vaker naar mijn koersende zonen kunnengaan kijken, iets wat vroeger zelden het geval was. Een heerlijk vooruitzicht.”

“VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd”

Een interview met Johan Molly is een verhaal dat nooit eindigt. Zijn assortiment aan anekdotes is onuitputtelijk. Toch probeerden we het en amper nou ja drie uur later kwam het resultaat uit de bus. Een greep uit zijn mooiste (en minder mooiste) momenten.

Tsjolen in Spanje

“De Vuelta a Castilla y Leon van 1999 werd mijn eerste ervaring bij de profs, als verzorger bij het Ipso-Euroclean van Paul De Baeremaeker. Jan Bogaert was mecanicien en de bekendste renners waren Bart Heirewegh, Steven De Neef en Philip Vereecke. Ik herinner me nog dat Fabio Roscioli elke dag in de aanval reed en onze Oekraïner Oleg Pankov derde werd in een rit. Onze andere Oekraïner, Donatas Virbickas, was normaal ook voorzien, maar door problemen met zijn papieren ik weet de precieze reden niet meer mocht hij niet starten. Daardoor had ik gelukkig maar! zeven in plaats van acht renners te masseren. De ene dag deed ik er vier, de andere dag drie. (lacht) Tsjolen… ja, dat was het.”

Chauffeur Armstrong

“In 2000 mocht ik via Freddy Viaene met US Postal mee naar de Dauphiné Libéré. Meteen wachtte een speciale opdracht: ik moest van Freddy namelijk Lance Armstrong, die mij niet kende, ophalen in de luchthaven van Lyon, 100 kilometer van startplaats Grenoble. Het eerste wat Armstrong vroeg, was: moet ik niet rijden?(grijnst) Ik begreep hem, hoor. Zelf zou ik nooit een losse medewerker achter zo iemand, toch een wereldvedette, laten gaan.”

“Het zijn momenten waarvan je achteraf beseft dat het toch best wel zot is. Ik vertoef intussen 17 jaar in dit wereldje en zag al zoveel coureurs de revue passeren. Zoals vorige week nog, toen ik plots een bericht van Mikel Landa kreeg. Hij was via Michal Kwiatkowski naar mij doorgestuurd om iets voor een hotel in Calpe te regelen, zodat hij er op stage kon.”

“Hopelijk kan Kenny volgend jaar nog een stap zetten en prof worden”

Kenny Molly (20) begint in 2018 aan zijn laatste campagne als belofte. Vader Johan hoopt dat zijn zoon nog een stap kan zetten en daarna prof wordt.

“Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er wel zal komen. Ik heb al veel coureurs meegemaakt. Hoe Kenny ervoor leeft… chapeau! In die twee maanden als stagiair bij Fortuneo heeft hij voor mij eigenlijk al bewezen dat hij profrijp is. In de GP Jef Scherens zag ik hem op zeven kilometer van de aankomst nog op kop van het peloton sleuren. In de Primus Classic en de Famenne Ardennen Classic was hij mee in de vroege vlucht. Maar vooral zijn prestatie in Parijs-Tours voor beloften blijft me bij. (grijnst) Het bewees trouwens dat hij soms nog naar zijn pa luistert. Ik had hem gezegd dat hij maar één coureur in de gaten moest houden: Matthieu Burgaudeau, een Franse eerstejaars en voor mij dé klassieke coureur van de toekomst. Wat gebeurde er: Kenny zag Burgaudeau vertrekken en sprong mee, samen met nog enkele anderen. Pas op vijf kilometer van de meet werden ze ingehaald door een groep van 30 man. Van de vluchters was Kenny de enige die aan de finish nog in de eerste groep zat.”

Niet dankzij vader

Enkele van Kenny’s generatiegenoten worden in 2018 prof. “Zelf heb ik er geen enkele moeite mee dat Jordi Warlop en Aaron Verwilst prof worden. Maar ik merk dat er veel jaloezie in de koers is. Ik kan alleen maar zeggen: als Kenny prof is, wil ik niet dat er gezegd wordt dat het dankzij zijn vader is. Die stageperiode bij Fortuneo kwam er trouwens niet via mij, wel omdat hij bewezen heeft dat hij het waard was.”

“Ik begrijp wel niet altijd waarom sommige beloften geen tussenstap maken voor ze prof worden. Het niveauverschil is groot, hoor. Ik begrijp evenmin waarom iemand als Arjen Livyns geen prof wordt. Die bewees tenminste al in profkoersen dat hij klaar is voor de stap.”

Dank van Contador

“Als je tijdens een koers in het hotel aankomt, zijn er altijd coureurs die je nooit ziet en altijd meteen naar hun kamer trekken. Alberto Contador was zo iemand. Die zag je nooit en ik babbelde er ook nooit mee. Tot Steven De Jongh, zijn ploegleider, me op een dag belde toen we in hetzelfde hotel in Grenoble verbleven. Contador wilde mij eens zien en me bedanken voor het werk dat ik voor zijn jeugdploeg (waar zoon Kenny in 2015 deel van uitmaakte, red.) deed. Twee dagen later kwam ik hem, in hetzelfde hotel, weer tegen en pakte hij me vast. Het was ongelofelijk hoe vriendelijk hij was. Dat zijn momenten waarvan je zegt: wauw! Ook met Alejandro Valverde, mijn andere favoriete coureur, babbelde ik vroeger nooit. Tot twee jaar geleden, toen hij me op zijn kamer riep en me een truitje met kampioenenbandjes ik spaar die namelijk bezorgde.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik”

Frank was god

“De momenten die ik met Frank Vandenbroucke meemaakte, zijn onvergetelijk. In één jaar tijd heb ik met hem meer beleefd dan in al die andere jaren samen. VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd. Weet je nog, die beelden van de Vuelta in 1999, toen hij in Avila Mikel Zarrabeitia tot figurant degradeerde? (stilte) Er is niemand zoals Frank. Je kunt hem met niemand vergelijken en hij zal nooit met iemand te vergelijken zijn.”

“Het was trouwens Frank die me in 2003 naar Quick.Step haalde. In 2002 werkte ik bij Lotto, maar toen Peter Van Petegem me in augustus in Plouay vroeg hoe het zat, moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Christophe Sercu werkte immers maar met contracten van een jaar. Enkele dagen later had de Peet het geregeld dat ik toch een contract voor drie jaar kreeg, maar dat was buiten Frank gerekend… Tijdens de Ronde van Polen overtuigde hij me. Op zijn typische manier, zoals alleen hij dat kon, Drie, vier dagen later heb ik met Patrick gesproken en was het beklonken. (lacht) Het leek wel alsof Frank besliste wat er moest gebeuren.”

Talent scouten

“Dat ik jong talent scout, is door interesse gegroeid. Ik bekijk niet alleen uitslagen, maar ook verslagen en ga ter plaatse kijken. Johan Le Bon, Julian Alaphilippe, David Gaudu, Kenny Elissonde… het zijn maar enkele voorbeelden van jongens die ik zo op jonge leeftijd leerde kennen. Weet je, bij Fortuneo zitten er momenteel drie coureurs met wie ik al van bij de jeugd contact heb: Elie Gesbert, Franck Bonnamour en Maxime Daniel. Je ziet het: vooral Fransen, hé. Dat is geen toeval.”

“In België hebben we nu Harm Vanhoucke als het nieuwe klimtalent. In de Tour de Pays de Savoie won hij als eerstejaarsbelofte een bergrit voor profs van Fortuneo, zoals Pierre-Luc Perichon en Brice Feillu. Die laatste werd dit jaar zestiende in de Tour, hé. Wil dat dan zeggen dat Harm dat straks als prof ook gaat doen? Binnen twee, drie jaar zullen we het weten. Hopelijk, hé. (korte stilte) Ik herinner me dat Harm als junior West-Vlaams kampioen tijdrijden werd. Uit het niets. Zo heb je nog voorbeelden. Wout Poels kon als eerstejaarsjunior niet eens volgen. Tom Dumoulin idem dito. Neen, het is niet bij de jeugd dat je het moet doen. Trouwens, hoe gaat het nog met Dennis Delmotte(generatiegenoot van Kenny en veelwinnaar bij de jeugd, red.)? Ik zag hem dit jaar niet in de uitslagen. Gestopt, zeg je? Jammer, hé. Hetzelfde met Wiebren Plovie. Goeie coureurs bij de jeugd, hoor.”

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb”

“Momenteel bekommer ik me wat om Nathan Decuypere, een talent uit Wervik. Ik had het er recent over met bondscoach Kevin De Weert. Op basis van tests zou Nathan één van de beste coureurs in België moeten zijn. Maar koers is toch nog wat anders, hé.”

Feys en Pollentier

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik eind 2014 Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb. Ik had hen mijn woord gegeven dat Kenny als eerstejaarsbelofte naar EFC zou komen, maar heb dat gebroken. Quick.Step viel toen plots weg als sponsor en Kenny was enorm gecharmeerd door de jeugdploeg van Contador. Hij heeft ook daarvoor gekozen en oké, dat is geen verkeerde keuze geweest. Maar nu maak ik me toch de bedenking dat het eigenlijk niet juist was. Feys en Pollentier hadden vertrouwen in mij.”

Frederiek Nolf en Co

“Het overlijden van Frederiek Nolf in Qatar in 2009 is ook zo’n slechte herinnering. De avond ervoor was ik nog bij hem op de kamer geweest. (mijmert)Wouter Weylandt had zich toen in zijn kast verstopt. Om te lachen. De dag erna was hij dood. Dat zijn momenten waarvan je denkt… Vorige week heb ik er nog aan zitten denken. Frederiek lag daar op de kamer met Kristof Goddaert. Ook hij is er niet meer, hé.”

Igor Decraene, nog zo’n drama. Ik had er een goede band mee, want Kenny was zijn ploegmaat en ik deed in die periode veel voor de Tieltse Renners. Recent ook Bjarne Vanacker. Altijd kwam hij goeiendag zeggen, maar plots was alles weg. Hij heeft nooit iets gevoeld, hé. En vorig jaar was er Gianni Meersman. Hij is gestopt met koersen, maar voor hetzelfde geld overkwam het hem in koers en was hij er nu ook niet meer.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

Wie is Johan Molly?

Privé

Geboren op 26 september 1970 in Izegem. Groeide op in Lendelede. Woont sinds 2002 in Wulvergem met zijn Franse vrouw Nathalie Chery en zonen Kenny (20) en Gil (16), die beiden koersen. Liep in het verleden marathons.

Wielrennen

Begon in 1995 als verzorger bij de Kortrijkse Groeningespurters, waar hij de jonge Tom Boonen naartoe haalde. Debuteerde in 1999 met Ipso-Euroclean bij de profs in de Vuelta a Castilla y Leon. Werkte in 2000 voor de nationale junioresploeg en US Postal. Belandde via Cofidis en Lotto-Adecco in 2003 bij Quick.Step, waar hij 15 jaar voor werkte. Is sinds 1 december 2017 aan de slag bij Fortuneo.

Een gure dinsdag in het West-Vlaams Heuvelland. November loopt stilaan op zijn einde en het pittoreske Wulvergem het kleinste dorp in de streek baadt in een weelde van rust. Om één van de 260 inwoners kun je als toevallige passant echter onmogelijk heen. Voor de woning van Johan Molly in de Dorpsstraat prijkt immers een opvallende wagen van Fortuneo-Oscaro. U weet wel, die nieuwe Franse ploeg van Warren Barguil, trotse bergkoning in de voorbije Tour en één van de nieuwe chouchous van het Franse wielrennen. Ook voor Molly zelf is het wennen. Nog niet zo heel lang geleden stond hier een ploegauto van Quick.Step. Vijftien jaar lang. Dag in, dag uit. Sinds 1 december is het verhaal van Molly bij de troepen van Patrick Lefevere echter voorbij. “Ik hoorde al geruchten. Zo van: hij mocht niet blijven. (korte stilte) Maar dat klopt niet. Ik had er gewoon even genoeg van. Fortuneo is pas daarna op de proppen gekomen.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik. Geregeld vragen mensen me waarom ik verander. Kijk, eigenlijk wilde ik gewoon stoppen. Ik had in de loop der jaren zoveel extra zaken op mijn schouders genomen. Wedstrijden, stages… Alles regelen, dat heb ik altijd graag gedaan. En nog steeds, hé. Maar tijdens de voorbije Tour heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik zo niet wilde voortdoen. Voor de Vuelta heb ik aan Patrick verteld dat ik ging stoppen. Hij geloofde me niet. Tijdens de Vuelta hoorden we elkaar nog een paar keer, maar ik bleef bij mijn standpunt.”

“Via Kenny (zijn zoon was sinds begin augustus als stagiair bij Fortuneo-Oscaro aan de slag, red.) ben ik met Fortuneo in contact gekomen, zonder dat er daarbij een vraag van mij uit was. Normaal ging ik eind september het WK in Bergen met Fernando Gaviria doen. De vluchten waren geboekt, maar de dinsdag werd ik ziek en heb ik moeten afzeggen. Op woensdagavond kreeg ik plots telefoon van Emmanuel Hubert. Of we eens konden klappen. De dag erna nam ik de trein naar Rennes en nog een dag later heb ik toegezegd.”

“Het wordt een nieuwe ervaring. Een uitdaging. Akkoord, mijn keuze is moeilijk te verklaren, want het lijkt wel alsof ik van Bayern München naar KV Kortrijk trek. Maar zo voelt het echt niet aan. Ik zal een lichter programma afwerken en vaker naar mijn koersende zonen kunnengaan kijken, iets wat vroeger zelden het geval was. Een heerlijk vooruitzicht.”

“VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd”

Een interview met Johan Molly is een verhaal dat nooit eindigt. Zijn assortiment aan anekdotes is onuitputtelijk. Toch probeerden we het en amper nou ja drie uur later kwam het resultaat uit de bus. Een greep uit zijn mooiste (en minder mooiste) momenten.

Tsjolen in Spanje

“De Vuelta a Castilla y Leon van 1999 werd mijn eerste ervaring bij de profs, als verzorger bij het Ipso-Euroclean van Paul De Baeremaeker. Jan Bogaert was mecanicien en de bekendste renners waren Bart Heirewegh, Steven De Neef en Philip Vereecke. Ik herinner me nog dat Fabio Roscioli elke dag in de aanval reed en onze Oekraïner Oleg Pankov derde werd in een rit. Onze andere Oekraïner, Donatas Virbickas, was normaal ook voorzien, maar door problemen met zijn papieren ik weet de precieze reden niet meer mocht hij niet starten. Daardoor had ik gelukkig maar! zeven in plaats van acht renners te masseren. De ene dag deed ik er vier, de andere dag drie. (lacht) Tsjolen… ja, dat was het.”

Chauffeur Armstrong

“In 2000 mocht ik via Freddy Viaene met US Postal mee naar de Dauphiné Libéré. Meteen wachtte een speciale opdracht: ik moest van Freddy namelijk Lance Armstrong, die mij niet kende, ophalen in de luchthaven van Lyon, 100 kilometer van startplaats Grenoble. Het eerste wat Armstrong vroeg, was: moet ik niet rijden?(grijnst) Ik begreep hem, hoor. Zelf zou ik nooit een losse medewerker achter zo iemand, toch een wereldvedette, laten gaan.”

“Het zijn momenten waarvan je achteraf beseft dat het toch best wel zot is. Ik vertoef intussen 17 jaar in dit wereldje en zag al zoveel coureurs de revue passeren. Zoals vorige week nog, toen ik plots een bericht van Mikel Landa kreeg. Hij was via Michal Kwiatkowski naar mij doorgestuurd om iets voor een hotel in Calpe te regelen, zodat hij er op stage kon.”

“Hopelijk kan Kenny volgend jaar nog een stap zetten en prof worden”

Kenny Molly (20) begint in 2018 aan zijn laatste campagne als belofte. Vader Johan hoopt dat zijn zoon nog een stap kan zetten en daarna prof wordt.

“Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er wel zal komen. Ik heb al veel coureurs meegemaakt. Hoe Kenny ervoor leeft… chapeau! In die twee maanden als stagiair bij Fortuneo heeft hij voor mij eigenlijk al bewezen dat hij profrijp is. In de GP Jef Scherens zag ik hem op zeven kilometer van de aankomst nog op kop van het peloton sleuren. In de Primus Classic en de Famenne Ardennen Classic was hij mee in de vroege vlucht. Maar vooral zijn prestatie in Parijs-Tours voor beloften blijft me bij. (grijnst) Het bewees trouwens dat hij soms nog naar zijn pa luistert. Ik had hem gezegd dat hij maar één coureur in de gaten moest houden: Matthieu Burgaudeau, een Franse eerstejaars en voor mij dé klassieke coureur van de toekomst. Wat gebeurde er: Kenny zag Burgaudeau vertrekken en sprong mee, samen met nog enkele anderen. Pas op vijf kilometer van de meet werden ze ingehaald door een groep van 30 man. Van de vluchters was Kenny de enige die aan de finish nog in de eerste groep zat.”

Niet dankzij vader

Enkele van Kenny’s generatiegenoten worden in 2018 prof. “Zelf heb ik er geen enkele moeite mee dat Jordi Warlop en Aaron Verwilst prof worden. Maar ik merk dat er veel jaloezie in de koers is. Ik kan alleen maar zeggen: als Kenny prof is, wil ik niet dat er gezegd wordt dat het dankzij zijn vader is. Die stageperiode bij Fortuneo kwam er trouwens niet via mij, wel omdat hij bewezen heeft dat hij het waard was.”

“Ik begrijp wel niet altijd waarom sommige beloften geen tussenstap maken voor ze prof worden. Het niveauverschil is groot, hoor. Ik begrijp evenmin waarom iemand als Arjen Livyns geen prof wordt. Die bewees tenminste al in profkoersen dat hij klaar is voor de stap.”

Dank van Contador

“Als je tijdens een koers in het hotel aankomt, zijn er altijd coureurs die je nooit ziet en altijd meteen naar hun kamer trekken. Alberto Contador was zo iemand. Die zag je nooit en ik babbelde er ook nooit mee. Tot Steven De Jongh, zijn ploegleider, me op een dag belde toen we in hetzelfde hotel in Grenoble verbleven. Contador wilde mij eens zien en me bedanken voor het werk dat ik voor zijn jeugdploeg (waar zoon Kenny in 2015 deel van uitmaakte, red.) deed. Twee dagen later kwam ik hem, in hetzelfde hotel, weer tegen en pakte hij me vast. Het was ongelofelijk hoe vriendelijk hij was. Dat zijn momenten waarvan je zegt: wauw! Ook met Alejandro Valverde, mijn andere favoriete coureur, babbelde ik vroeger nooit. Tot twee jaar geleden, toen hij me op zijn kamer riep en me een truitje met kampioenenbandjes ik spaar die namelijk bezorgde.”

“Natuurlijk was Patrick enorm ontgoocheld. Nog altijd, denk ik”

Frank was god

“De momenten die ik met Frank Vandenbroucke meemaakte, zijn onvergetelijk. In één jaar tijd heb ik met hem meer beleefd dan in al die andere jaren samen. VDB is God, zeiden ze hier in de streek. Wel, voor mij is hij dat nog altijd. Weet je nog, die beelden van de Vuelta in 1999, toen hij in Avila Mikel Zarrabeitia tot figurant degradeerde? (stilte) Er is niemand zoals Frank. Je kunt hem met niemand vergelijken en hij zal nooit met iemand te vergelijken zijn.”

“Het was trouwens Frank die me in 2003 naar Quick.Step haalde. In 2002 werkte ik bij Lotto, maar toen Peter Van Petegem me in augustus in Plouay vroeg hoe het zat, moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Christophe Sercu werkte immers maar met contracten van een jaar. Enkele dagen later had de Peet het geregeld dat ik toch een contract voor drie jaar kreeg, maar dat was buiten Frank gerekend… Tijdens de Ronde van Polen overtuigde hij me. Op zijn typische manier, zoals alleen hij dat kon, Drie, vier dagen later heb ik met Patrick gesproken en was het beklonken. (lacht) Het leek wel alsof Frank besliste wat er moest gebeuren.”

Talent scouten

“Dat ik jong talent scout, is door interesse gegroeid. Ik bekijk niet alleen uitslagen, maar ook verslagen en ga ter plaatse kijken. Johan Le Bon, Julian Alaphilippe, David Gaudu, Kenny Elissonde… het zijn maar enkele voorbeelden van jongens die ik zo op jonge leeftijd leerde kennen. Weet je, bij Fortuneo zitten er momenteel drie coureurs met wie ik al van bij de jeugd contact heb: Elie Gesbert, Franck Bonnamour en Maxime Daniel. Je ziet het: vooral Fransen, hé. Dat is geen toeval.”

“In België hebben we nu Harm Vanhoucke als het nieuwe klimtalent. In de Tour de Pays de Savoie won hij als eerstejaarsbelofte een bergrit voor profs van Fortuneo, zoals Pierre-Luc Perichon en Brice Feillu. Die laatste werd dit jaar zestiende in de Tour, hé. Wil dat dan zeggen dat Harm dat straks als prof ook gaat doen? Binnen twee, drie jaar zullen we het weten. Hopelijk, hé. (korte stilte) Ik herinner me dat Harm als junior West-Vlaams kampioen tijdrijden werd. Uit het niets. Zo heb je nog voorbeelden. Wout Poels kon als eerstejaarsjunior niet eens volgen. Tom Dumoulin idem dito. Neen, het is niet bij de jeugd dat je het moet doen. Trouwens, hoe gaat het nog met Dennis Delmotte(generatiegenoot van Kenny en veelwinnaar bij de jeugd, red.)? Ik zag hem dit jaar niet in de uitslagen. Gestopt, zeg je? Jammer, hé. Hetzelfde met Wiebren Plovie. Goeie coureurs bij de jeugd, hoor.”

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb”

“Momenteel bekommer ik me wat om Nathan Decuypere, een talent uit Wervik. Ik had het er recent over met bondscoach Kevin De Weert. Op basis van tests zou Nathan één van de beste coureurs in België moeten zijn. Maar koers is toch nog wat anders, hé.”

Feys en Pollentier

“Als ik ergens spijt van heb, is het wel dat ik eind 2014 Wim Feys en Michel Pollentier ontgoocheld heb. Ik had hen mijn woord gegeven dat Kenny als eerstejaarsbelofte naar EFC zou komen, maar heb dat gebroken. Quick.Step viel toen plots weg als sponsor en Kenny was enorm gecharmeerd door de jeugdploeg van Contador. Hij heeft ook daarvoor gekozen en oké, dat is geen verkeerde keuze geweest. Maar nu maak ik me toch de bedenking dat het eigenlijk niet juist was. Feys en Pollentier hadden vertrouwen in mij.”

Frederiek Nolf en Co

“Het overlijden van Frederiek Nolf in Qatar in 2009 is ook zo’n slechte herinnering. De avond ervoor was ik nog bij hem op de kamer geweest. (mijmert)Wouter Weylandt had zich toen in zijn kast verstopt. Om te lachen. De dag erna was hij dood. Dat zijn momenten waarvan je denkt… Vorige week heb ik er nog aan zitten denken. Frederiek lag daar op de kamer met Kristof Goddaert. Ook hij is er niet meer, hé.”

Igor Decraene, nog zo’n drama. Ik had er een goede band mee, want Kenny was zijn ploegmaat en ik deed in die periode veel voor de Tieltse Renners. Recent ook Bjarne Vanacker. Altijd kwam hij goeiendag zeggen, maar plots was alles weg. Hij heeft nooit iets gevoeld, hé. En vorig jaar was er Gianni Meersman. Hij is gestopt met koersen, maar voor hetzelfde geld overkwam het hem in koers en was hij er nu ook niet meer.”

“Ik heb 15 jaar aan Patrick te danken”

Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)
Patrick Lefevere en Kenny Molly voor Gullegem Koerse. (Foto Coghe)© Foto Coghe

Het doet Johan Molly pijn om afscheid te nemen van Patrick Lefevere en zijn Quick.Step. “Ik heb vijftien jaar aan Patrick te danken. Hij heeft me de kans gegeven om mijn ding te doen, ook in moeilijke tijden. Denk maar aan die huiszoeking voor die zaak waarmee ik niets te maken had. Plots stond ik daar met twee pagina’s in de krant en je kunt er niets tegen doen, hé. Nooit is er een rechtzetting gekomen. Maar nu ben ik ouder en volwassener. Ik heb me erover kunnen zetten.”

“Als er nu een coureur van Fortuneo mijn naam in Google ingeeft, is het eerste wat hij leest: verzorger ontkent betrokkenheid bij dopingpraktijken. (zucht) Het is iets wat ik mijn hele leven zal meedragen, dat besef ik. Maar als ik Patrick toen niet had gehad, was het voor mij misschien wel voorbij geweest in de koers.”

“Mijn mooiste herinnering aan Patrick is dat hij boven alle andere managers staat. Door zijn omgang met zijn personeel. Bij Fortuneo maak ik nu trouwens een beetje hetzelfde mee. Tijdens de eerste ploegstage lag mijn vrouw in het ziekenhuis en vroeg manager Hubert hoe het met haar ging. Patrick was ook zo. Hij was echt bekommerd om zijn mensen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier