Floris De Tier durfde te demarreren op de Cauberg

De voorbije drie jaar liet Floris De Tier (26) al flitsen van klasse zien, maar vorig weekend deed de Aarselenaar dat met een demarrage op de Cauberg in de Amstel Gold Race ook voor het eerst voor het grote publiek. Waar liggen zijn limieten?

Opgroeien deed Floris De Tier in het Oost-Vlaamse Gavere, maar sinds december 2016 woont hij in Aarsele samen met zijn vriendin Lien Kints, afkomstig uit Beveren-Leie. De Tier begon als crosser bij Cycling Team Oost-West, de toenmalige ploeg van Hans De Clercq. “Ik was in 2015 en 2016 zijn ploegleider bij Topsport Vlaanderen-Baloise, maar ken Floris al zijn hele carrière. Zijn moeder werkte bij mijn toenmalige schoonvader. Floris, toen een jaar of 15, was op het BK veldrijden zesde geworden, wilde absoluut crossen en vond met Oost-West de ideale ploeg daarvoor.”

“Later heb ik hem door omstandigheden niet kunnen binnenloodsen bij Sunweb, maar ik heb hem doorverwezen naar Jan Verstraeten, die toen bij Crelan aan de slag was. Bij die ploeg werd Floris zesde in de Triptyque Ardennais en zei Sven Nys: zou je niet beter op de weg koersen, want je hebt het gestel niet om crosser te worden. Wim Feys nam hem vervolgens in zijn ploeg op en de trein was vertrokken.”

De Tier tekende in juni 2013 bij EFC-Omega Pharma-Quick.Step. “Rony De Vos, toen ploegleider bij ons, had een goed contact met Sven Vanthourenhout en hij op zijn beurt met Sven Nys”, herinnert Feys zich. Meteen werd De Tier derde in de Tour du Pays Roannais en een maand later won hij de Ronde van Namen. “Maar zijn eerste koers voor ons was de Ardense Pijl en dat is ferm tegengevallen. Floris had zich er veel van voorgesteld, maar heeft toen een klopke gekregen. Vanaf juli was hij wel top. Ik herinner me dat hij ook in de Ronde van Aosta meteen in de top 20 eindigde.”

“Floris kan een heel hoog vermogen trappen en heeft de gave om zich goed te positioneren”

“Floris was heel fanatiek. En wat je wel vaker bij crossers ziet: ze zijn individualistisch. Logisch, als veldrijder moet je zo zijn. Maar hij heeft zich vlug aangepast. We hebben hem tips gegeven en hij heeft die aanvaard. Je zag meteen dat Floris de juiste mentaliteit had om prof te worden.”

In 2015 maakte De Tier zijn profdebuut bij de man waar hij zijn wielercarrière begonnen was: Hans De Clercq. “En bij ons heeft hij goed gereden, hé. Vooral in de koersen bergop, zoals de Brabantse Pijl. Met als gevolg dat Floris na twee jaar een stap hogerop kon zetten, naar LottoNL-Jumbo.”

Zelfs in waaiers

De Clercq en Feys zien voor De Tier een mooie toekomst weggelegd. “In de Brabantse Pijl kan hij meedoen voor winst”, denkt De Clercq. “Ook de Amstel Gold Race ligt hem. De grote explosiviteit heeft hij niet, maar Floris kan een heel hoog vermogen trappen en heeft de gave om zich goed te positioneren. Zelfs waaiers kan hij aan. Ik herinner me dat hij als belofte eens vijfde in Parijs-Tours werd. Floris gaat ook niet kapot. Kijk maar naar de Vuelta van vorig jaar. Ondanks zijn frêle gestalte heeft hij een grote motor. Een klassementsrenner zal hij wel nooit worden. Daar heeft hij de tijdrit niet voor.”

“Floris zou in grote rondes ook in dienst van een kopman kunnen rijden. Maar laat hem nu eerst nog maar eens een jaar of twee uitzoeken waar zijn eigen grenzen liggen”

Feys ziet De Tier evalueren naar het hooggebergte. “In de Tour de Franche-Comté zag ik hem tweede worden op La Planche des Belles Filles. Floris is nu al een toptienkandidaat in de kleinere rittenkoersen. Op termijn zie ik hem daar nog vaker in uitblinken. En waarom geen bergrit in een grote ronde winnen, hé.” De Clercq houdt nog een andere optie open. “Floris zou in grote rondes ook in dienst van een kopman kunnen rijden. Maar laat hem nu eerst nog maar eens een jaar of twee uitzoeken waar zijn eigen grenzen liggen.”