Finish etappe Parijs-Nice lag 500 meter te ver voor Sep Vanmarcke

© BELGA
Redactie KW

De finish lag donderdag voor Sep Vanmarcke, Sylvain Chavanel en Delio Fernandez zo’n 500 meter te ver in Romans-sur-Isère. Het trio ontsnapte in het slot van de vierde etappe in Parijs-Nice, leek de sprinters voor te blijven, maar uiteindelijk werden ze toch gegrepen.

“Ik ben er pas heel laat in beginnen geloven”, aldus Sep Vanmarcke (LottoNL-Jumbo), die uiteindelijk 74e werd. “Jammer dat we niet voorop konden blijven.”

Na de beklimming van de Côte de Saint-Uze, waar onder meer Marcel Kittel werd gelost, viel het niet meer stil in het peloton. Ook Vanmarcke waagde zijn kans op 21,5 kilometer van de finish. En met succes. “Ik mocht van mijn trainer eens diep gaan deze week”, vertelde hij na afloop. “Alles geven, als goede training met het oog op de klassiekers. Eigenlijk was het de bedoeling om dat te doen in de etappe van woensdag, maar door de sneeuw viel dat een beetje in het water. Daarom probeerde ik het maar met een aanval vandaag.”

Al geloofde Vanmarcke er zelf aanvankelijk niet in. “Meteen voelde ik dat de wind tegen zat”, zei hij. “Dat was een tegenvaller. En Sylvain Chavanel was een goede partner, maar aan die Spanjaard hadden we niet veel. Als hij al eens de kop over pakte, wat niet vaak gebeurde, dan zakte het tempo. Dus het werk werd vooral door Sylvain en mij geleverd.”

En dat viel het peloton dik tegen. Meer dan 20 seconden haalden ze nooit, maar het ging wel heel hard en Katusha blies zichzelf helemaal op om hen terug te grijpen. De ene na de andere ploegmaat van Alexander Kristoff ging overboord. “Toen we op 3 kilometer van de finish nog steeds bijna 20 seconden hadden, begon ik er in te geloven. Op het eind, zo gaat het vaak, begin je een beetje naar elkaar te kijken, bouw je reserve in voor de sprint en dan zakte onze voorsprong snel (mede ook omdat Cofidis mee in de achtervolging werkte, red). Ik wou niet naar de finish rijden voor een tweede of derde plaats, ik wilde winnen, maar als je dan op reserve rijdt, dan haal je het niet. Dus ergens ben ik wel een beetje ontgoocheld om deze gemiste kans. Anderzijds, als ik vol tot het eind rijd, blijven we misschien voorop, maar verlies ik wellicht de sprint. Dat is koers. Je moet hopen dat een ander vol door blijft rijden, maar dat gebeurde niet en we werden gegrepen. Jammer, maar ik onthoud dat dit voor mij een goede training was. De conditie is goed, dat wist ik al een tijdje, maar zo’n rit geeft nog eens bevestiging en dat kan nooit geen kwaad voor het vertrouwen.”

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier