Dieter Bouvry nieuwe provinciale kampioen bij de beloften

(Foto a-GF) © GF
Redactie KW

Dieter Bouvry uit Sint-Eloois-Winkel heeft zich in Ruddervoorde tot West-Vlaams kampioen op de weg bij de beloften gekroond. De vierdejaarsbelofte van EFC-Omega Pharma-Quick.Step reed op twee ronden van het einde weg uit een select groepje van zes renners. Ploegmaat Bert Van Lerberghe en Xandro Meurisse vervolledigden het podium.

De koers werd vanaf de eerste ronde hard gemaakt. In de tweede ronde reden Dieter Bouvry, Seppe Verschuere, Xandro Meurisse, Jonas Viaene, Arjen Livyns en Jan Logier weg. Zeven renners trokken nog in het eerste koersuur in de tegenaanval en konden na een hevige achtervolging de aansluiting bewerkstelligen: Bert Van Lerberghe, Kenny Constant, Mathias Depypere, Nills Pauwels, Evert Vandromme, Berne Vankeirsbilck en Jordy Vanmeenen.

Kopgroep van 26

Nog eens veertien renners trokken na een uur koers in de reactie: Manolito Balcaen, Simon Blondeel, Gianni Colpaert, Kevin Deltombe, Maxime Farazijn, Daan Myngheer, Floris Thoré, Jonathan Van Betsbrugge, Thomas Vanbesien, Emill Vandenabeele, Matthias Vandewalle, Robbe Vangheluwe, Lounes Verschaeve en Jesper Yserbijt. Intussen verliet Belgisch kampioen Jens Wallays ziek de wedstrijd. Na 50 km smolten beide groepen bijeen en kregen we 26 leiders, want Vankeirsbilck moest vooraan de rol lossen. Het peloton volgde al vlug op meer dan een minuut. Voor hen was de wedstrijd voorbij.

Zes leiders

Na 105 km viel de kopgroep onder impuls van EFC-Omega Pharma-Quick.Step uiteen. Zestien renners bleven over, waarbij de vijf van EFC en drie van Lotto-Belisol. Op vier ronden van het einde reden vier ervan weg: Meurisse, Van Lerberghe, Vandewalle en Farazijn. Alleen Bouvry en Van Betsbrugge konden nog de brug slaan. De rest was eraan voor de moeite.

Op twee ronden van het einde buitte EFC de numerieke meerderheid optimaal uit. Farazijn ging als eerste, maar het was de aanval van Bouvry die meer succes kende. De Winkelnaar verzamelde een bonus van 45 seconden en reed solo naar de provinciale titel. In de sprint voor de tweede plaats liet Van Lerberghe Meurisse, Farazijn, Van Betsbrugge en Vandewalle achter zich.

Reacties

Dieter Bouvry (winnaar): “Het PK is altijd een doel. Ik wist meteen dat ik goed was. Al in de eerste ronde reed een groepje voorop en was ik erbij, net als Meurisse die een heel sterke indruk liet. In de finale was het om beurten demarreren. Dat was op zich niet het lastigste, wel het voorop blijven. Doordat er amper wind stond, leek het wel alsof we voortdurend tegenwind hadden. De komende weken volgen het Circuit de Wallonie, Deux-Acren, Triptyque Ardennais en Paris-Roubaix. Ik wilde in april top zijn, maar door twee valpartijen werden mijn plannen wat gedwarsboomd.”

Bert Van Lerberghe (2de): “Ik stak de boel in de eerste ronde in gang, maar toen ze wegreden was ik er niet bij. Gelukkig kon ik nog met een groepje ernaartoe rijden en kwamen we met 30 man voorop. Ploegleider Wim Feys zei halfweg koers dat we drie ronden verder de boel moesten uiteen rijden. Dat lukte ook en in de finale was het een kwestie van om beurten te demarreren.”

Xandro Meurisse (3de): “Dit is toch een ferme ontgoocheling. Ik had heel goeie benen en was waarschijnlijk even sterk als die drie van EFC samen. Maar ja, je kunt er niets tegen doen. Op vijf ronden van het einde roept hun ploegleider naar Bouvry dat ze niet met mij mogen meerijden. Tja, ik had liever een duel man tegen man gekregen. Nu ja, de conditie is goed. De komende weken rijd ik het Circuit de Wallonie, Deux-Acren, Triptyque Ardennais en Paris-Roubaix. Die laatste wil ik winnen. Als je er als tweedejaars voor het podium kunt rijden, moet er nu meer mogelijk zijn.”

Maxime Farazijn (4de): “Ik ben tevreden. Ik was mee met de goede vlucht en had een sterk gevoel. In de finale kwamen we met drie ploegmaats voorop in een kopgroep van zes man en kregen we een duidelijk overwicht. Bouvry reed heel hard, maar diegene die als eerste kan wegrijden, is bij ons kopman. Ik heb ook geprobeerd, maar toen ik werd teruggegrepen, ging Dieter aan. Maar het belangrijkste is dat iemand van de ploeg wint.”

Jonathan Van Betsbrugge (5de): “Misschien was ik de sterkste renner in koers, maar tegen een ploeg als EFC kun je het als individu nooit bolwerken. Ik was heel sterk, maar EFC was in blok te sterk. Voorlopig geniet mijn studie hout aan de hogeschool prioriteit, maar bedoeling is om daarna eens een jaar alles op de koers te zetten.”

(TVB- foto a-GF)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier