André Planckaert 4de in Gent-Wevelgem

Andre Planckaert maakt zelfs op zijn 73ste nog graag een fietstochtje. In 2014 beklom hij zelfs nog de Mont-Ventoux. (Foto GJZ) © Geert Vanhessche
Redactie KW

André Planckaert (73) is de broer van de bekendere Jef Planckaert en de nonkel van Tamara Planckaert (de vrouw van Stijn Devolder), maar zelf was hij een talentvolle renner die 50 jaar geleden vierde werd in Gent-Wevelgem. André koerste echter niet graag en dus stopte hij er al op zijn 24ste mee…

André Planckaert was als tiener een veelwinnaar: als nieuweling behaalde hij in 1962 27 overwinningen. Ook als liefhebber had hij veel affiniteit met bloemenmeisjes. Toen de categorie onafhankelijken na 1965 werd opgedoekt, stond hij voor de keuze: in 1966 terugkeren naar de liefhebbers of beroepsrenner worden. Het werd dat laatste dankzij de jonge ploegleider Jef Braeckevelt, die André introduceerde bij Leroux-Terrot, waarvoor hij meteen scoorde: 8ste in de Omloop Het Volk, derde in Roubaix-Cassel-Roubaix, zesde in Porto-Lissabon (350 km lang)… en dat als 21-jarige!”

“Flandria, waar zijn broer Jef ploegleider tot hij door Briek Schotte weggedrumd werd, nam hem half juni over. André maakte zijn nieuwe ploeg meteen blij met een regionaal succes in Machelen (Brabant) en meer nog met een dagzege in de Ronde van het Noorden in Cambrai, waar hij het haalde van Jos Spruyt, Herbert Wilde, Etienne Buysse, Jacques De Boever… André voelde zich niet goed in zijn vel bij Flandria-De Clerck, waar Briek Schotte het ook in hem niet zag.

“Ik had inderdaad veel in mijn mars. En volgens sommigen nog meer talent, maar minder wil, omdat mijn hoofd er niet naar stond”

André was wat blij dat hij na een vervelend jaar kon overstappen naar Goldor-Gerka, waar hij een nieuw elan verwierf. Op 16 april zal het al 50 jaar geleden zijn dat hij vierde werd in Gent-Wevelgem. Hij reed in fraai gezelschap de Vanackerestraat op: Walter Godefroot (dat jaar de prins van de lenteklassiekers), Willy Van Neste (de aanstaande vierde van de Giro) en Felice Gimondi hielden André maar net van het podium. “Er zat nog meer in”, valt André in. “Want bij het binnenrijden van Menen leed ik kaderbreuk en kon geen volle macht meer op mijn fiets zetten. Op de trappers staan was zeker geen optie.”

RIJZENDE STER

Met die vierde plaats op zijn 23ste was André een rijzende ster aan het wielerfirmament, maar hij was liever een komeet, die er op het einde van dat seizoen de brui aan gaf. ” Waarom ik dat deed?” reageert André. “Eenvoudig omdat ik niet graag koerste. Het was mij opgedrongen door mijn vader. Er was mijn tien jaar oudere broer Jef (die een absolute topper werd, red.) als trekkend voorbeeld. Ik had inderdaad ook veel in mijn mars. En volgens sommigen nog meer talent, maar minder wil, omdat mijn hoofd er niet naar stond.”

André Planckaert 4de in Gent-Wevelgem

“Ik sleepte mij door het seizoen 1968, reed na de Vuelta (vierde in de elfde rit, red.) ook de Ronde van Portugal, waarvoor ik na tien dagen labeur in de verzengende hitte een cheque van 200 frank (nu vijf euro, red.) kreeg toegestopt. Kom daarmee thuis! Het geeft de burger geen moed. Ik deed het al niet graag, werd het almaar meer kotsbeu, gooide al op mijn 24ste de handdoek, ging werken bij Bekaert en trouwde op 12 oktober.”

MULTISPORTER

André kon eindelijk sporten zoals hij het wilde: voetballen! Bij Blauwvoet Otegem werd hij met gemengde gevoelens onthaald: de ene helft zag hem zitten, de andere niet. ” Ik had geen zin in een controverse, hield de eer aan mezelf en dus ging ik maar bij een Ingooigemse liefhebbersploeg en nog later bij caféploeg Ponderosa voetballen.”

“Dat hield ik vol tot ik zowaar door de judosport bekoord werd. Ik sloot aan bij de Judoclub van Bekaert, waar ik werkte, en haalde daar veel genoegdoening uit. Ik deed het vijf jaar en werd met mijn club corporatief kampioen van België door in de finale Ford Genk te verslaan. Ik heb ook drie jaar aan stratenlopen gedaan. Ik nam zelfs een keer deel aan de Kerstcorrida van Deerlijk. Ik bereidde er mij intensief op voor, want ik wilde de vijftien kilometer in één uur lopen, ik deed er twee luttele minuutjes meer over, wat er mij niet van weerhield om apetrots te zijn.”

“Topsport – er alles voor doen en nog meer voor laten – is niet aan mij besteed”

“En aangezien het koersbloed kruipt waar het niet gaan kan heb ik opnieuw gekoerst. Nadat ik ermee stopte, kon ik geen velo meer zien en heb ik 18 jaar lang ook geen vehikel aangeraakt. Tot op de dag dat ik goesting kreeg om als jonge veertiger in de vrije bonden aan te zetten. In mijn eerste koers werd ik vierde en mijn tweede won ik al. Ik reed ook in Wallonië, zelfs in Frankrijk en zou het dozijn aan overwinningen volmaken. Ik had er meer zin in dan tijdens mijn eerste koersleven, omdat het ongedwongen was.”

André Planckaert 4de in Gent-Wevelgem
© Geert Vanhessche

GEEN EUROMILJONAIR

“Of ik het, indien ik in het huidige tijdvak 60 jaar jonger was, anders zou aanpakken?” riposteert André. “Ik dacht van niet. Topsport – er alles voor doen en nog meer voor laten – is niet aan mij besteed. Er zijn nog andere dingen in het leven en die waarvan ik als mens droomde, heb ik afgedwongen. Voor die gelukzaligheid hoefde ik geen euromiljonair te zijn.” (Bernard Callens)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier