Topsportcultuur bij Knack Roeselare: “Details maken het verschil”

Steven Vanmedegael is aan zijn vijfde seizoen als assistent-trainer bij Knack Volley bezig. Volgend jaar debuteert hij als hoofdcoach. "Ik ben heel blij dat ik Emile Rousseaux hier vijf jaar heb mogen bijstaan." (Foto Bart) © VDB
Tom Vandenbussche

Vijf keer op een rij landskampioen, vier keer de Beker van België en op een haar na bij de beste twaalf teams in Europa. Ook al lijkt een zesde titel na de tweede nederlaag tegen Maaseik onhaalbaar, het palmares van Emile Rousseaux (57) en zijn assistent-trainer Steven Vanmedegael (31) bij Knack Roeselare mag meer dan gezien worden. Het is het resultaat van een eindeloos zoeken naar progressie op alle mogelijke vlakken. “In topsport maken details het verschil”, benadrukt Vanmedegael. Wij volgden anderhalve week in zijn spoor.

Steven Vanmedegael, afkomstig uit Zaventem, is opgelucht dat hij tegenwoordig in Izegem woont. “Tijdens mijn eerste jaren hier maakte ik dagelijks de verplaatsing vanuit Vilvoorde, maar ik verloor te veel tijd. Nu kom ik om acht uur aan op Schiervelde en ben ik tegen half zeven weer thuis.” Vanmedegael legde ondanks zijn jeugdige leeftijd al een hele weg af. “Zelf heb ik maar tot mijn 18de gespeeld, maar tijdens mijn master lichamelijke opvoeding was ik al gefascineerd door vele aspecten binnen deze sport. Daarna (Vanmedegael werkte aan de Topsportschool Volleybal in Vilvoorde en was hoofdcoach van de nationale juniores en jeugd, red.) heb ik het geluk gehad met veel toptrainers te kunnen samenwerken. Die hebben allemaal hun eigen visie en daar kun je uit plukken. Soms zeg je ook: dit ga ik zeker niet kopiëren. Maar ook dat is interessant. Wat fout liep, probeer je te verbeteren. Betere training, betere tactiek, betere voeding, betere supplementen… Het is altijd maar weer zoeken naar progressie, want de dag dat je daarmee stopt, is het gedaan.”

Maandag 16 april

“Zaterdag speelden we tegen Menen onze laatste wedstrijd voor de finale en dus hebben we de spelers zondag een vrije dag gegeven. We zagen het als een mogelijkheid om, met de finale in het vooruitzicht, een laatste recuperatiemoment in te lassen.”

“De spelers hier hebben al begrepen dat ze met uitgebreide videoanalyses soms prestaties leveren die ze niet voor mogelijk achtten”

Steven Vanmedegael geeft zijn spelers instructies:
Steven Vanmedegael geeft zijn spelers instructies: “Tijdens een wedstrijd kun je als coach zeker nog bijsturen. Het is altijd maar weer een zoektocht: hoe kunnen we de tegenstander pijn doen?” (Foto Bart)© VDB

“Vandaag stonden twee trainingen op het programma: één met bal en één in de fitness. Benen, armen, rug, buik… Alles komt daarbij aan bod en neemt, zonder opwarming, een uur in beslag. We splitsen het krachtprogramma altijd op in twee dagen. In principe is dat op maandag en dinsdag, maar deze week op maandag en woensdag. Krachttrainingen moeten met mate gebeuren. Soms is er 24 tot 36 uur herstel nodig. En ook de dag voor een match moet je niet beginnen te poweren.”

Dinsdag 17 april

“Vandaag mochten de spelers zelf bepalen wat ze van training doen. De meesten spelen nu al zes jaar samen en weten intussen wel waar ze nood aan hebben. Sommigen kiezen dan voor preventie, anderen voor receptie.”

Woensdag 18 april

“Eerst was er een training met de bal. Daarna volgde een eerste sessie tactiek. Daarmee zijn de drie pijlers van volleybal op dit niveau al aan bod gekomen: bal, tactiek en fitness. Videoanalyses zijn bij Knack Volley een heel belangrijk luik. Ik maak de basisanalyse, Emile bekijkt die, stelt vragen en ik stuur indien nodig bij. Of we nu tegen Maaseik of de hekken-sluiter spelen, onze analyses zijn vrij uitgebreid. Of de spelers daarover klagen? Dat is net de reden waarom we het spreiden, soms over drie, vier dagen. Maar de spelers hier hebben al begrepen dat ze op die manier soms prestaties leveren die ze niet voor mogelijk achtten. Kijk maar naar enkele van onze zeges in Europa.”

“Stijn Dejonckheere moeten we soms tips geven om ongezond te eten: chocolade, chips… Straf, hé!”

Topsportcultuur bij Knack Roeselare:
© VDB

“Tussen de laatste wedstrijd in Menen en de tweede finalematch tegen Maaseik kregen de spelers acht uur video. Daarnaast is er ook nog een individuele analyse, ongeveer één uur per wedstrijd. Die bekijken ze hier op de club in een daarvoor uitgeruste zaal. Iedereen verwerkt dat op zijn eigen manier. Stijn Dejonckheere schrijft het allemaal op in een schriftje, anderen gebruiken dan weer het bord aan de muur.”

Donderdag 19 april

“Vandaag lasten we opnieuw een videosessie in. Daarna trok de ene speler voor de derde keer deze week het krachthonk in, terwijl anderen hadden nog een extra baltraining afwerkten. We zijn twee dagen voor een belangrijke wedstrijd. Spelers houden graag vast aan hun vaste gewoontes.”

Vrijdag 20 april

“Een vast stramien daags voor de wedstrijd: een baltraining van anderhalf uur. Niet te lang en zonder al te veel opwarming, maar wel vrij intens. Een laatste prikkel. Het is nu belangrijk om zoveel mogelijk energie te bewaren.”

Zaterdag 21 april

“Op wedstrijddagen voorzien we ‘s ochtends om kwart na negen altijd een gezamenlijk ontbijt op de club. Zo zijn we zeker dat de spelers de nodige voedingsstoffen binnen krijgen. Met sportdiëtist Gino Devriendt hebben we iemand met wie we op het wetenschappelijke aspect kunnen inspelen. Via hem zijn we voortdurend op de hoogte van nieuwe producten die voor onze sport interessant kunnen zijn. Om de zes weken voeren we ook een meting uit om naar de ideale lichaamsconstitutie te streven. Met uiteenlopende gevolgen. Bij de ene speler moet er soms wat gewicht af, bij de andere is het net omgekeerd. Neem nu Stijn Dejonckheere, die een heel laag vetpercentage heeft. Bij hem is het al gebeurd dat we tips moeten geven om te verdikken. Meer zelfs: om ongezond te eten. Chips, chocolade… Waar sommige jongens niet naar mogen kijken, mag hij dat wel. (lacht) Straf, hé.”

Topsportcultuur bij Knack Roeselare:
© VDB

“Ook de opname van de juiste koolhydraten is belangrijk. Volleybalspelers springen veel. Op training ongeveer 150 tot 200 keer, tijdens een wedstrijd een 100-tal keer. Heel belastend en dus streven we naar het perfecte lichaam. Op het einde van het seizoen kan dat het verschil maken tussen goede of slechte kniepezen.”

“Het ontbijt is ook het begin van een leuke dag. Het publiek entertainen, daarvoor doen velen het bij ons. Om tien uur volgt nog een laatste videosessie, waarna de spelers tussen elf en twaalf een laatste korte baltraining afwerken. Bij uitwedstrijden, zoals vandaag het geval was, nemen de spelers ‘s middags hun lunch op de club om vervolgens met de bus de verplaatsing te maken, in dit geval naar het verre Maaseik. Na de wedstrijd (die met 3-0 verloren werd, red.) was het al bijna twee uur toen de spelers hun bed zagen.”

Zondag 22 april

“Ditmaal geen vrije dag, want over drie dagen wacht deel twee van de finale. We hebben getraind, maar wel niet te lang. Twee uur in totaal, opgedeeld in een uur bal en een uur fitness.”

“Kinesist, ijsbad, de juiste voeding en supplementen… In topsport is elk detail belangrijk”

“Op het einde van elke training is onze kinesist (Stefaan Vandecappelle, red.) aanwezig. Hij geeft de nodige behandelingen. Dat kan een eenvoudige massage zijn, maar evengoed stretching of een lichte behandeling van kleine gevoeligheden. Daarnaast is er ook een ijsbad en voorzien we de juiste voeding met dorstlessers, recuperatieshakes en supplementen. En er is ook nog onze clubdokter Wouter Dierynck, die op geregelde tijdstippen bloedanalyses laat uitvoeren om te bekijken welke vitaminen en mineralen er te kort zijn. Het draagt allemaal bij tot de professionaliteit van deze club. In topsport is elk detail, elk procentje belangrijk. Het kan het verschil maken tussen winst en verlies. En net dat maakt het zo boeiend.”

Maandag 23 april

“Naast een baltraining van een uur hebben we met de spelers de beelden van zaterdag bekeken. Daarnaast was er een videosessie die Emile begeleid heeft. Er zijn tal van analyses mogelijk. Vandaag hebben we de sterktes en zwaktes van onze eigen ploeg aan de wedstrijd van zaterdag gekoppeld. Het aantal keer dat we al tegen Maaseik gespeeld hebben, valt uiteraard niet meer te tellen. (lacht) We kennen elkaar door en door. En natuurlijk weten we waar er zaterdag fouten gemaakt zijn, maar het is iets te makkelijk om nu te zeggen: we maken die fouten vanaf nu niet meer, winnen de volgende drie matchen en worden kampioen. Zo evident is het niet. Maaseik heeft zijn sterke punten en wij hebben die. Het grote verschil is dat Maaseik zijn kwaliteiten volop aan het benutten is en wij niet.”

Topsportcultuur bij Knack Roeselare:
© BELGA

Dinsdag 24 april

“Opnieuw een complete training, net zoals vrijdag. Beperkt in duur, maar vrij hoog in intensiteit. We moeten hen met de juiste mindset aan de match doen beginnen.”

Woensdag 25 april

“Wedstrijddag en dus herhaalt het vaste procedé zich. Eén belangrijk verschil met zaterdag: we spelen vandaag op Schiervelde. Na het ontbijt, de videosessie en de baltraining mogen de spelers thuis lunchen en kunnen ze nog een korte siësta houden. Ver moeten ze daarvoor niet rijden, want op uitzondering van twee spelers (Ruben Van Hirtum in Gent en Pieter Coolman in Tielt, red.) wonen ze allemaal in Roeselare.”

“In zware weken durven we echter al eens richting 25 à 26 uur te gaan, inclusief fitness maar zonder videosessies”

“Tijdens de wedstrijd kun je als coach zeker nog bijsturen. Ik heb mijn computer bij me en krijg een aantal cijfers te zien. Die kunnen we toetsen aan bepaalde zaken. Soms beantwoorden de cijfers aan wat we verwacht hadden, soms ook niet. Het is altijd maar weer een zoektocht: hoe kunnen we de tegenstander pijn doen?”

Een rustige week…

Vanmedegeael maakt een korte optelsom. “De voorbije anderhalve week kwamen we aan 18 trainingsuren, aangevuld met twee wedstrijden waarvoor ik telkens drie uur reken. Een rustige week voor ons. Logisch, want we moeten de spelers zo fit mogelijk krijgen. In normale weken kunnen we drie dagen per week naar maximum vijf uur activiteit gaan, met daarnaast nog twee dagen waarin dat tot twee à drie uur beperkt blijft. Zaterdag is wedstrijddag en op zondag laten we de spelers meestal rusten. In dat regime komen we aan 20 uur per week.”

Topsportcultuur bij Knack Roeselare:
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“In zware weken durven we echter al eens richting 25 à 26 uur te gaan, inclusief fitness maar zonder videosessies. Vooral het aantal trainingsuren met de bal ligt dan een stuk hoger. Veel meer is niet mogelijk. Volleybal is een heel explosieve sport. Als wielrenners een training van zeven uur afwerken, kunnen ze dat de dag erna weer doen. Als wij intensief trainen, moeten we goed nadenken over hoe we de dag erna zullen aanpakken en het risico op blessures kunnen beperken.”

“Enorme uitdaging om volgend seizoen kampioen te worden”

Emile Rousseaux is aan zijn laatste weken als coach van Knack Roeselare bezig. Steven Vanmedegael wordt zijn opvolger. Na bijna vijf seizoenen bij Knack heeft de ingeweken Vlaams-Brabander een duidelijke kijk op de club. “Ik denk dat er hier voor de komst van Emile en mij al een bepaalde knowhow was, maar het grote gevaar in Roeselare is om dat constant op peil te houden. Alles verwatert. Iedereen beleeft zijn taak met een andere opvatting. Je moet mensen altijd weer stimuleren en motiveren. Het is een constante zoektocht naar progressie, daarbij rekening houdend met de beperkingen van ons budget. Emile heeft bijvoorbeeld beslist om de psycholoog door een diëtist te vervangen. En dat is tot nu toe is dat een heel goede keuze gebleken.”

Elf jaar met Emile

“Het nieuws dat ik Emile als coach zal opvolgen, is al lang bekend en heeft zijn voor- en nadelen. Het positieve is dat ik lang op voorhand over de ploeg en staf heb kunnen nadenken. Dat heb ik gedaan en was heel uitdagend. De vaakst gestelde vraag die ik krijg, is: zie je het zitten? Dat zegt veel over wat Emile hier bereikt heeft. Hij heeft hier zowat alles gewonnen wat mogelijk was. Ik ben heel blij dat ik hem hier vijf jaar heb mogen bijstaan, nadat ik ook al zes jaar met hem bij de federatie had samengewerkt. Het wordt een enorme uitdaging om volgend seizoen kampioen te worden.”

Jonge spelers

“Dat wordt niet makkelijk. Ik moet rekening houden met het totaalpakket. Er komt een nieuwe budgettaire besparing, waardoor we onze limieten hebben. Hopelijk kan het budget naar de toekomst toe weer stijgen, want dat maakt het makkelijker om met goeie spelers te onderhandelen. Een brede kern is heel belangrijk. Dan kun je je beste spelers vaker laten rusten. Kijk naar Maaseik. Als zij hun ene hoekaanvaller vervangen, blijven ze op hetzelfde niveau. Bij ons was dat vorig seizoen ook zo, toen we nog op Stijn D’Hulst, Gertjan Claes en (de momenteel geblesseerde, red.) Thomas Konings konden rekenen. Nu zitten we met enkele jonge spelers die tijd nodig hebben. Neem nu Lou Kindt. Die jongen is er 20. Gertjan Claes had elf jaar meer ervaring, hé. Dat kun je gewoon niet vergelijken. Als staf heb je dan echter twee opties: klagen of accepteren. Wij kozen voor het tweede en hopen dat onze jongeren op termijn die ervaren spelers kunnen vervangen.” (TVB)

“Enorme uitdaging om volgend seizoen kampioen te worden”

Emile Rousseaux is aan zijn laatste weken als coach van Knack Roeselare bezig. Steven Vanmedegael wordt zijn opvolger. Na bijna vijf seizoenen bij Knack heeft de ingeweken Vlaams-Brabander een duidelijke kijk op de club. “Ik denk dat er hier voor de komst van Emile en mij al een bepaalde knowhow was, maar het grote gevaar in Roeselare is om dat constant op peil te houden. Alles verwatert. Iedereen beleeft zijn taak met een andere opvatting. Je moet mensen altijd weer stimuleren en motiveren. Het is een constante zoektocht naar progressie, daarbij rekening houdend met de beperkingen van ons budget. Emile heeft bijvoorbeeld beslist om de psycholoog door een diëtist te vervangen. En dat is tot nu toe is dat een heel goede keuze gebleken.”

Elf jaar met Emile

“Het nieuws dat ik Emile als coach zal opvolgen, is al lang bekend en heeft zijn voor- en nadelen. Het positieve is dat ik lang op voorhand over de ploeg en staf heb kunnen nadenken. Dat heb ik gedaan en was heel uitdagend. De vaakst gestelde vraag die ik krijg, is: zie je het zitten? Dat zegt veel over wat Emile hier bereikt heeft. Hij heeft hier zowat alles gewonnen wat mogelijk was. Ik ben heel blij dat ik hem hier vijf jaar heb mogen bijstaan, nadat ik ook al zes jaar met hem bij de federatie had samengewerkt. Het wordt een enorme uitdaging om volgend seizoen kampioen te worden.”

Jonge spelers

“Dat wordt niet makkelijk. Ik moet rekening houden met het totaalpakket. Er komt een nieuwe budgettaire besparing, waardoor we onze limieten hebben. Hopelijk kan het budget naar de toekomst toe weer stijgen, want dat maakt het makkelijker om met goeie spelers te onderhandelen. Een brede kern is heel belangrijk. Dan kun je je beste spelers vaker laten rusten. Kijk naar Maaseik. Als zij hun ene hoekaanvaller vervangen, blijven ze op hetzelfde niveau. Bij ons was dat vorig seizoen ook zo, toen we nog op Stijn D’Hulst, Gertjan Claes en (de momenteel geblesseerde, red.) Thomas Konings konden rekenen. Nu zitten we met enkele jonge spelers die tijd nodig hebben. Neem nu Lou Kindt. Die jongen is er 20. Gertjan Claes had elf jaar meer ervaring, hé. Dat kun je gewoon niet vergelijken. Als staf heb je dan echter twee opties: klagen of accepteren. Wij kozen voor het tweede en hopen dat onze jongeren op termijn die ervaren spelers kunnen vervangen.” (TVB)