“Top om te leven, maar sportief echte afknapper”

Tom Van Houtte

Twintig jaar geleden ruilde Piet Verschelde als topschutter van de Belgische eerste klasse Racing Harelbeke in voor OGC Nice. “Toen een tweedeklasser, ja, maar welke voetballer zou op zijn 33ste zo’n financiële buitenkans laten liggen? En er zijn slechtere plekken om te wonen dan de Côte d’Azur”, mijmert de Zultenaar. Midden volgende week keert hij in het spoor van Zulte Waregem nog eens terug naar de plek waar zijn carrière plots een internationale wending kreeg.

Een training van zijn club KVC Deerlijk Sport laat hij niet graag schieten, vertelt Piet Verschelde, en al zeker niet nu hij de ploeg naar een onverwachte leidersplaats in tweede provinciale B heeft geleid. Maar aan de lokroep van Nice kan hij niet weerstaan. “Everson Pereira da Silva, een gewezen ploeggenoot van RWDM die ook voor Nice voetbalde en er nog altijd woont, drong aan op mijn komst en regelde tickets via de club. We vertrekken woensdag vanop Schiphol en keren vrijdag terug, want zaterdag staat er met Deerlijk een wedstrijd op het programma. ‘t Is al tegen mijn principes dat ik een training mis.”

Wie is Piet Verschelde?

Privé

Piet Verschelde (53) woont met zijn vrouw Arabel Van Lancker (45) en hun kinderen Andres (20) en Rhune (18) in de wijk De Piste in Zulte, net voorbij de grens met Waregem.

Loopbaan

Piet duikt van dinsdag tot en met vrijdag van ‘s morgens vroeg in het straatbeeld op als postbode in Olsene, Machelen en Petegem.

Clubs als speler

Zultse VV, KMSK Deinze, SK Roeselare, Sint-Niklaas, KRC Harelbeke, SK Lommel, Exc. Moeskroen, KRC Harelbeke, OGC Nice, RWDM, RAEC Mons, VW Hamme (tot 2002).

Clubs als trainer

Jong Zulte, KSK Maldegem en momenteel KVC Deerlijk Sport (tweede provinciale B).

Keerde je na je carrière al eens terug naar Zuid-Frankrijk?

Piet Verschelde: “Ja, op aandringen van onze zoon, die bezeten is van voetbal. Drie zomers geleden wou hij eindelijk eens zien waar hij als baby enkele maanden heeft gewoond. We trokken twee jaar op rij naar Nice, gingen onder meer eens kijken waar we trainden en bij een van die uitstappen liep ik Jean-Philippe Mattio tegen het lijf, onze gewezen aanvoerder die nog altijd een functie heeft binnen de club. Het contact is gebleven.”

Hoe kwam die transfer naar de Azurenkust in de herfst van 1997 tot stand?

“Begin oktober van dat jaar – ik was topschutter in eerste klasse met acht goals – kwam mijn manager Dirk De Vriese met voorstellen van twee clubs aandraven: Nice en Genua. Zolang het niet Turkije of Griekenland was, wou ik wel luisteren. Toen we met Nice aan het onderhandelen waren, liet toenmalig Harelbekemanager Claude Bamelis weten dat ook Empoli geïnteresseerd was. De Serie A, wat had ik daar te zoeken? Maar dat aanbod kwam natuurlijk wel van pas in de onderhandelingen met Nice, waar ik op 3 november – de dag van mijn 33ste verjaardag – voor 20 maanden tekende. Toen kon dat nog; Nice haalde me als joker médical. En Harelbeke wreef zich in de handen met een transfersom van 21 miljoen (omgerekend ruim 500.000 euro, red.).”

“Ook Empoli toonde interesse, maar wat had ik in de Serie A te zoeken?”

Nice haalde op dat moment lang niet het niveau van nu.

“Neen, het was een tweedeklasser die zich door de zwartste jaren uit de clubgeschiedenis wroette, maar – ik heb onlangs het contract nog eens bekeken – ze boden me vier à vijf keer meer dan wat ik bij Harelbeke verdiende. Bovenop een aardige som tekengeld: mooi meegenomen voor iemand die net had gebouwd. En geef toe: er zijn slechtere plekken om te leven dan de Côte d’Azur. We woonden pal aan de kust in Saint-Laurent-du-Var in een gebouw dat de klok rond werd bewaakt, vlakbij een privéstrand. Daar huisde ook mijn ploeggenoot Zoran Milinkovic, die nog bij SV Waregem voetbalde.”

Alleen viel je keuze sportief behoorlijk tegen, niet?

“Ik belandde in een compleet uitgebluste groep vol vedetten op hun retour. Coach Michel Renquin wou dat ik hen op sleeptouw nam. Met een paar collega’s probeerde ik dat ook op training, maar binnen de kortste keren liep ik er met twee, drie anderen de rest af. Als er verre verplaatsingen op het programma stonden, waren er altijd een paar van die gasten blessé… Ik voelde dat het niet goed zou komen, al scoorde ik in alle competities samen acht keer in 17 wedstrijden.”

Tot overmaat van ramp liet je gezondheid je kort na de winterstop in de steek.

“Toen mijn vader op een dag op bezoek was, vroeg ik hem om eens naar enkele rode plekken op mijn rug te kijken die erg jeukten. Hij dacht direct aan zona (een huidaandoening, red.) en de clubdokter stelde ook die diagnose. De pijn was te harden, maar vooral de krachttraining was een ware marteling. Ik voelde de kracht zo uit mijn lichaam lopen. Nadat we met Andres in de buggy wat aan zee waren gaan wandelen, viel ik in de zetel als een blok in slaap. Ik kreeg een drietal weken volledige rust voorgeschreven en heb dat seizoen amper nog gespeeld.”

De club werd overgenomen door AS Roma en jij mocht blijven. Een mooie geste. Waarom wou je toch per se weg?

“Ik was enorm ontgoocheld in het sportieve niveau van de club, temeer omdat ik wist dat bondscoach Georges Leekens me van nabij volgde. Ik lag in de balans met Nordin Jbari, die uiteindelijk de voorkeur kreeg. Door mijn transfer naar Nice hoopte ik mijn kandidatuur voor het WK op Franse bodem kracht bij te zetten, maar de omstandigheden zaten compleet tegen. De zomer van het WK wou Michel Renquin me naar Servette Genève halen, maar het bleef bij gesprekken. Ik zou, na verregaande onderhandelingen over een terugkeer naar Moeskroen, naar het RWDM van Herman Van Holsbeeck verhuizen.”

“Ik belandde in een compleet uitgebluste groep vol vedetten op hun retour”

Jij die bijna op de grens met Waregem woont: hoe komt het dat je nooit voor Essevee hebt gevoetbald?

“Toen ik tien jaar was keek ik op naar Giba en vierde ik mee de bekerwinst tegen Tongeren. Laat duidelijk zijn dat ik ooit eens voor Waregem of Zulte Waregem had willen voetballen, maar niet tegen eender welke prijs.”

“Op een dag raakte ik in de kantine van Racing Waregem, waar mijn schoonvader vijf seizoenen trainer was, aan de praat met Jean-Pierre Van Neder. Hij vroeg me of ik een transfer naar zijn club zag zitten. Natúúrlijk, ik was al jaren supporter. Hij nam een bierkaartje en vroeg me hoeveel ik wou verdienen. Ik vond dat niet de locatie om zulke zaken te bespreken en stelde voor om dat een van de volgende dagen elders te doen. Ik heb hem nooit teruggehoord. Paul Theunis riep als trainer van Sint-Niklaas dat hij niet begreep dat geen enkele eersteklasser me kwam halen, maar toen hij zelf in Waregem aan de slag ging, bleek de interesse bekoeld…”

Ook nooit het aanbod gekregen om er trainer te worden?

“Eén keer, in het laatste seizoen dat Vincent Mannaert er manager was. Hij wou me als beloftetrainer inschakelen, maar zes keer per week trainen zag ik niet zitten. Voor mij is drie het maximum aangezien ik elke dag om 4 uur uit bed moet. Ik werk vier dagen per week als postbode, dat is ideaal om op mijn vrije maandag het oefenschema tot de volgende wedstrijd op te maken en te combineren met twee trainingen per week bij Deerlijk Sport. Meer niet. Ik heb ook niet de brandende ambitie om ergens profcoach te worden. Mocht iemand me op een dag een voorstel doen dat financieel minstens even interessant is als wat ik nu doe, wil ik er wel eens over nadenken.”

“Ik had zeker ooit voor Essevee willen voetballen, maar niet tegen eender welke prijs”

Jij bent trainer van Deerlijk Sport, je zoon is er actief als speler. Een moeilijke situatie?

“Andres speelt vooral met de beloften, waar hij geregeld scoort. Af en toe haalt hij de bank bij de eerste ploeg. In mijn keuzes ben ik erg rechtlijnig, waardoor ik hem eerder zou benadelen dan bevoordelen. Andres is niet de goaltjesdief die ik was, al maakt hij soms doelpunten waarvan ik opkijk. Ik probeer hem bij te brengen hoe hij slim moet lopen, maar als spits altijd op de juiste plaats opduiken, dat is niet iets wat je honderd procent kunt aanleren.”

Wat vind je van de prestaties van Zulte Waregem dit seizoen?

“Een goed voetballende ploeg, maar ik vind dat ze op het middenveld een type-Skúlason missen. Dat heb ik Francky Dury ook al gezegd. Hij enerveerde zich vaak in Olafur omdat die gemakkelijk kaarten pakte, maar de IJslander kende wel de knepen om een verdediging te ontlasten. Ik merkte al tijdens de Supercup tegen Anderlecht dat Essevee veel doelpunten zou slikken in wedstrijden die ze niet controleerden. Als ik sommigen zie verdedigen… In de verloren thuismatch tegen Lokeren vond ik het niet normaal dat Tom De Sutter, toch niet de meest wendbare spits, zo gemakkelijk mocht wegdraaien en scoren met Timothy Derijck op 20 centimeter afstand. Dat is een gebrek aan mentaliteit.”

Denk je, na de 1-5 in Waregem, dat Essevee ook maar een schijn van kans heeft in de Allianz Rivièra?

“Hoeveel goals heeft Nice toen niet gescoord in de omschakeling? Wel, neem hen die momenten af. Ik vind het knap dat Dury Essevee een identiteit van erg offensief voetbal wil geven, maar gezien het niveauverschil en de kans die je nog altijd hebt op kwalificatie mag hij daar gerust een muur neerplanten. Dat de thuisploeg dan maar eens toont over hoeveel kwaliteit ze wel beschikt. En probeer dan Nice zélf te verrassen in de omschakeling. Met mannen als Peter Olayinka en Nill De Pauw moet dat kunnen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier