REPORTAGE Het elftal van de sportredactie werpt zijn licht op de Beste Naoorlogse West-Vlaamse Rode Duivel

Vooraan herken je vlnr Lode, Arjan, Stijn en Tom. Centraal Wouter en achteraan v.l.n.r. Christof, Bram, Dries, Olivier, Kevin en Klaas. (Foto Ronny Neirinck) © Vooraan herken je vlnr Lode, Arjan, Stijn en Tom. Centraal Wouter en achteraan v.l.n.r. Christof, Bram, Dries, Olivier, Kevin e
Redactie KW

We peilden bij het ‘elftal’ van de sportredactie naar hun favoriete Rode Duivel, daarom niet noodzakelijk de ‘beste’, maar toch wel hun favoriet uit dit lijstje.

Laat je niet misleiden door de mening van de sportredactie. Die is met hart en ziel geformuleerd, maar omdat het oudste redactielid jonger is dan 40 jaar hebben de meesten onder hen Laurent Verbiest, Lotte Lambert, Johnny Thio, Wilfried Puis, Pol Gernaey… nooit weten spelen. Sommigen onder hen houden wel nog vage herinneringen over aan ene Luc Millecamps, maar het is vooral de generatie van Staelens en Degryse tot nu Buffel en Lombaerts die in hun geheugen staat gegrift.

Zelf kan je hier stemmen.

1. Lode Blomme (Marc Degryse) : “Best ‘scorende’ West-Vlaming”

Marc Degryse verzamelde niet alleen 63 interlands, in meer dan een derde daarvan scoorde hij ook, goed voor 23 goals. Degryse is daarmee de West-Vlaming die het meeste doelpunten ooit scoorde voor de nationale ploeg. Ter vergelijking : van de 23 spelers die straks naar Brazilië gaan heeft… Daniël Van Buyten er het meest gemaakt : 10 ! Begonnen bij VC Ardooie maakte Degryse op 15-jarige leeftijd de overstap naar de jeugd van Club Brugge, waar hij net 18 geworden debuteerde in de eerste ploeg. Hij speelde zes jaar in Brugge en na nog eens zes jaar Anderlecht zette hij zijn carrière in het buitenland verder bij PSV Eindhoven en Sheffield Wednesday. Tussendoor werd ‘de Kleine’ ook vier keer Profvoetballer van het Jaar en in 1991 won hij de Gouden Schoen. Van onze 12 West-Vlaamse Duivels slaagde enkel ook Lorenzo Staelens daar in. Naast zijn neus voor goals was de technisch vaardige Degryse een gesel voor elke verdediging, maar hij liet ook de spelers rondom zich beter voetballen. Zijn tactische vernuft gebruikt hij nu nog dagelijks als voetbalanalist.

2. Arjan Desante (Lorenzo Staelens) : “Nu nog een verademing”

“De nominatie voor beste West-Vlaamse Rode Duivel heeft Lorenzo Staelens heus niet aan zijn 50ste verjaardag van vorige maand te danken. ‘De Lorre’ was met zijn 70 interlands en acht doelpunten vooral een vaste waarde in de Panini-boeken uit mijn jeugdjaren. Staelens debuteerde in het rode shirt in 1990 tegen Roemenië en nam afscheid na Euro 2000. De Gouden Schoen van 1999 speelde op de WK’s in de Verenigde Staten en Frankrijk bovendien iedere wedstrijd. Daarnaast is er ook nog de mens Lorenzo Stalens, die garant staat voor open communicatie. Niet alleen maakte hij als speler een gedurfde transfer – zijn transfervrije overstap van Club Brugge naar Anderlecht in 1998 bezorgde hem de titel ‘Paarse verrader’ – maar ook als coach van Cercle blijkt hij niet op zijn mondje gevallen. In een voetbalwereld vol mediatraining is dat niets minder dan een verademing.

3. Bram Vanlerberghe (Yves Vanderhaeghe) : “Een echte teamspeler”

“Yves Vanderhaeghe staat meer dan terecht in deze lijst. Een karaktervoetballer pur sang die zich via Roeselare, Cercle Brugge, Eendracht Aalst en Excelsior Moeskroen naar de top werkte en uiteindelijk een contract versierde bij RSC Anderlecht. In 1999 debuteerde de Roeselarenaar bij de nationale ploeg. Hij bleef deel uitmaken van de Rode Duivels tot 2005 en was dus ook aanwezig op het laatste groot tornooi van de Belgen, het WK in Japan en Zuid-Korea in 2002. Hij kwam er in elke wedstrijd in actie. Jammer genoeg rondde hij de kaap van de 50 interlands net niet en bleef hij steken op 48 stuks. Daarin trof hij tweemaal raak: in de 10-1 zege tegen San Marino. Achteraf verklaarde hij toen dat het niet belangrijk was wie scoorde. Een echte teamspeler dus. Een stofzuiger op het middenveld, zoals elk team er één nodig heeft. (BV)

4. Olivier Volckaert (Leopold Gernaey) : “De Panter van Anthene”

“Leopold Gernaey stond onder de lat bij toenmalig tweedeklasser AS Oostende en was ook doelman van de nationale militaire ploeg. Toen zijn coach van die laatstgenoemde ploeg plots bondscoach werd, belandde Leopold – Pol voor de vrienden – zowaar bij de Rode Duivels. Hij keepte zelfs op het WK van 1954 en sleepte tegen topnatie een 4-4-gelijkspel uit de brand door in de slotminuut uit te pakken met een wereldsave. Wereldster Stanley Matthews stapte na het laatste fluitsignaal op de voor de wereld onbekende Gernaey af om het te feliciteren. Ook nog : bij een oefenmatch in en tegen Griekenland pakte Gernaey uit met katachtige reflexen en miraculeuze zweefsprongen om de 0 op het bord te houden. Het leverde hem de bijnaam ‘de Panter van Athene’ op. De Gistelnaar overleed in 2006, drie jaar later werd de toegangsweg tot het voetbalstadion in Gistel omgedoopt tot de Pol Gernaeystraat.

5. Kevin Pouillie (Raoul Lambert) : “Lotte, de beste Brugse speler ooit”

Raoul Lambert is natuurlijk vooral bekend dankzij zijn jarenlange staat van dienst bij Club Brugge, maar ook bij de Rode Duivels kwam hij 33 keer in actie. Daarin scoorde hij 18 doelpunten, een bijzonder sterk gemiddelde. De Lotte, zoals hij liefkozend genoemd werd, was ook aanwezig op twee grote tornooien: het WK 1970 in Mexico en het EK 1972 in België. Op dat laatste tornooi werd hij als eerste Belg ooit opgenomen in het EK Team van het Tornooi. Lambert werd enkele jaren geleden door de blauw-zwarte supporters nog verkozen tot beste Brugse speler ooit.”

6. Wouter Vander Stricht (Marc Degryse) : “Vooral een slimme voetballer”

“Als ouderdomsdeken op de sportredactie zit het WK 1986 nog fris in het geheugen, meer zelfs, de video-cassette met alle hoogtepunten hebben we als tiener tientallen malen gezien. Daarbij ook ene Philippe Desmet een man die we later nog langs het veld van WS Desselgem tegen het lijf liepen. Maar ongetwijfeld de meest getalenteerde voetballer – die wij nog bezig gezien hebben – is Marc Degryse. Toen looplijnen nog niet bestonden vond hij het tussen de lijnen lopen al uit. Hij was vooral een slimme voetballer. “

7. Dries Bernaert (Nicolas Lombaerts) : “Ondergewaardeerd in eigen land ?”

De enige echte West-Vlaamse Rode Duivel in de huidige kern hoort natuurlijk thuis in dit rijtje. De carrière die Nicolas Lombaerts uitbouwde is als generatiegenoot – we speelden nog samen in de nationale jeugdselecties – op zijn minst buitengewoon te noemen. Nadat de Bruggeling geen nieuw contract kreeg bij blauw-zwart, van toenmalig sportief directeur Marc Degryse nota bene, trok hij naar AA Gent. Hij groeide er na een aanpassingsperiode uit tot vaste waarde onder Georges Leekens en zag zijn sterke prestaties beloond met een droomtransfer naar Zenit Sint-Petersburg. Zijn studies rechten moest hij stopzetten, maar zijn bankrekening werd serieus gespijsd. In Rusland werd hij een onbetwiste leidersfiguur en won hij onder andere drie titels en de Uefa Cup. Zijn debuut voor de Rode Duivels kwam er in de 2-1-winst tegen Saoedi-Arabië op 11 mei 2006 onder René Vandereycken. Sindsdien volgden 25 caps, maar een vaste stek in het basiselftal kon de ploegmaat van Axel Witsel nooit veroveren. Ondergewaardeerd in eigen land misschien?”

8. Stijn Moerman (Johnny Thio) : “Kapitein van Brugse kampioenenploeg”

“Johnny Thio doorliep zijn jeugd bij Club Roeselare waarna hij in 1963 de overstap maakte naar Club Brugge. Daar maakte de rechtsbuiten het mooie weer tot 1973. De Hoogledenaar was er als aanvoerder de architect van de eerste naoorlogse kampioenenploeg in 1973, een titel waar de club al 53 jaar op wachtte. In 1968 en 1970 schreef hij er ook de Beker van België op zijn palmares. Hij behaalde 24 selecties voor de Rode Duivels en sloot zijn carrière af bij SV Sottegem en SK Roeselare. Daarna werd hij speler-trainer bij SK Gullegem en coach bij FC Roeselare, KSK Oostnieuwkerke, SV Koekelare, Eendracht Hooglede en het nieuwe Club Roeselare. Op 63-jarige leeftijd overleed hij aan een hartslagaderbreuk.”

9. Klaas Allosserie ( Nicolas Lombaerts) : “Nog maar 28 en wat een palmares al”

“Nicolas Lombaerts (28) is de enige West-Vlaming die op het WK voor de Rode Duivels mag aantreden. De centrale verdediger werd geboren in Brugge, waar hij bij Club Brugge de jeugdreeksen doorliep. Zijn eerste profploeg werd AA Gent, waar hij drie seizoenen in het blauw-witte shirt speelde. In 2007 kreeg Lombaerts een contract aangeboden van de Russische ploeg Zenit Sint-Petersburg. Hij won al driemaal het kampioenschap, tweemaal de Russische Super Cup, de beker, de Uefa Cup en de Europese Supercup. Sinds 2006 verzamelde Lombaerts al 25 caps voor de Rode Duivels en scoorde twee doelpunten: tegen Oostenrijk en de Verenigde Staten. In Brazilië wordt verwacht dat Lombaerts invaller zal zijn, maar met de blessuregevoelige Thomas Vermaelen is het zeker mogelijk dat Nicolas zijn rol als hardwerkende en degelijke verdediger kan waarmaken.”

10. Christof Decraene (Marc Degryse) : “Dertig jaar geleden debuteerde hij”

“Marc Degryse is een voetbalmonument en een patron zoals onze nationale ploeg er niet al te veel heeft gehad. Ondanks zijn kleine gestalte was hij een gesel voor elke tegenstander. Vista, uitstekende traptechniek én scorend vermogen. In 63 interlands scoorde hij 23 keer, dat is bijna één goal per drie matchen. Een fraai gemiddelde voor de middenvelder annex schaduwspits. In september van dit jaar zal het 30 jaar geleden zijn dat de geboren Roeselarenaar debuteerde. Zijn verkiezing als best West-Vlaamse Rode Duivel kan een mooie huldiging betekenen.”

11. Tom Vandenbussche (Thomas Buffel) : “Beslissende klasseflitsen”

“Een lijst van beste West-Vlaamse Rode Duivels zonder Thomas Buffel is ondenkbaar. Zestien jaar was de geboren en getogen Ruddervoordenaar toen hij van de jeugd van Cercle Brugge, waar hij iedere week dolde met de tegenstand, naar het grote Feyenoord verkaste. Op zijn 21ste scoorde Buffel 18 doelpunten in de eredivisie. Het was ook toen dat Buffel onder Aimé Antheunis zijn debuut bij de nationale ploeg maakte en er samen met Wesley Sonck en Emile Mpenza de aanvallende driehoek vormde. Na een passage bij het Schotse Glasgow Rangers keerde Buffel in 2008 terug naar Cercle, maar het was pas een jaar later bij Racing Genk dat hij zijn echte voetbalkunsten ook aan het Belgische publiek kon tonen. Afgelopen seizoen was Buffels 14de op profniveau, goed voor 99 doelpunten. Op zijn palmares prijken een Belgische en Schotse titel, en de Beker van België. Hij speelde 35 keer voor de Rode Duivels en scoorde daarin zeven keer. Thomas Buffel is een echte teamspeler, die leeft voor zijn sport en door zijn ervaring en intrinsieke klasse vaak met één flits voor de beslissing kon en kan zorgen.”