REPORTAGE Betreurd voetbalicoon Laurent Verbiest zou vandaag 75 jaar geworden zijn

Boven v.l.n.r.: Lippens, Heylens, Fazekas, Cornelis, Laurent Verbiest en Pierre Hanon. Onder v.l.n.r.: Janssens, Jurion, Stockman, Van Himst en Puis.
Redactie KW

Vandaag, woensdag 16 april, zou Laurent Verbiest precies 75 jaar geworden zijn, als het noodlot niet al veel eerder had toegeslagen. We hernemen vandaag het artikel dat vrijdag over Laurent verscheen in De Zeewacht en Het Wekelijks Nieuws Kust.

Op 2 februari 1966 overleed Oostendenaar Laurent Verbiest op 26-jarige leeftijd in een auto-ongeluk. Hij speelde op dat moment al zes jaar bij RSC Anderlecht en werd er algauw de publiekslieveling. Door zijn sierlijke spelstijl kreeg de 26-voudig Rode Duivel de bijnaam Lorenzo Il Magnifico. Op 16 april zou hij 75 geworden zijn.

Laurent Verbiest werd op 16 april 1939 geboren in Oostende. Hij was de jongste van drie kinderen ten huize Verbiest. Hij had nog twee zussen: Madeleine en Rosette. Samen woonden ze op den Opex. Dat hij sportief was, zag ook zijn zus Rosette. “Mijn broer was ook mijn vriend”, koestert Rosette alleen maar goede herinneringen. “Hij leefde voor zijn sport, was vriendelijk en een hele toffe jongen. Vroeger was er veel plaats en de kinderen konden buiten spelen. Ze maakten zelf een doel en met de kinderen van de straat, buren en school voetbalden ze vaak buiten. Soms reed hij met zijn fiets in de duinen om te trainen. Dan is hij op heel jonge leeftijd, van zodra hij mocht, bij den AS (AS Oostende, red.) beginnen te voetballen. Hij moest ook legerdienst doen en heeft altijd bij de nationale ploeg van het leger gespeeld.”

“Hij was altijd heel intens bezig met voetbal. Van kinds af aan was hij gedreven. Het was een passie. Toen Anderlecht hem kocht, was hij bij de eerste profvoetballers. Hij dribbelde soms van het ene strafschopgebied naar het andere. Hij was haast een soort kunstenaar met de bal, een virtuoos.”

Tegenstand op een hoopje gedribbeld

Dat getuigt ook Georges Heylens in Het Nieuwsblad van 2 februari 2011. “In een match tegen Waterschei dribbelde hij zijn tegenstander een vijftal keer in één actie. Hij ging hem voorbij, keerde terug en ging hem opnieuw voorbij. Tot zijn rivaal het opgaf om hem de bal af te pakken. 35 procent van het publiek kwam speciaal voor hem naar het stadion.”

Ook doelman Jean Trappeniers probeert de virtuositeit van de libero onder woorden te brengen in het boek Voetbalhelden sterven niet. “Ik heb hem een doelpunt zien maken, weergaloos. Hij had een fout gemaakt en we stonden 1-0 achter. Verbiest pakte de bal en zei: let op, nu ga ik zo een goal maken. Hij pikte even later diep op eigen helft de bal op en begon te dribbelen. En dribbelen en dribbelen. Eén voor één ging hij ze allemaal voorbij. Hij kwam alleen voor de doelman, ging die ook voorbij en legde de bal stil op de doellijn. Toen draaide hij zich om, maakte een breed armgebaar naar het publiek van hebt u het gezien? en tikte de bal over de lijn: 1-1.”

Het leverde hem de bijnaam Lorenzo Il Magnifico op. Eigenlijk wilde de Oostendenaar al een jaar eerder naar Anderlecht trekken. “Onderhandelingen en een verkoop waren toen niet altijd evident”, herinnert Rosette zich nog. “We spreken niet van de tijd van nu. Hij was op dat moment de duurste transfer ooit in België (ongeveer 370.000 frank, red.). Profvoetballers verdienden toen heel goed hun brood, maar je kan dat absoluut niet vergelijken met de profs van nu. Ik las het onlangs nog in een artikel met Van Himst, die ook een goede vriend was. Hij zei dat ook.”

De Oostendenaar maakte in 1960 samen met stadsgenoot en goede vriend Wilfried Puis de overstap naar Anderlecht. Laurent kreeg als bijnaam Rang, zijn ploegmakker en boezemvriend Wilfried Puis, werd door zijn spleetogen Chang genoemd. Chang en Rang, een vermaard duo in de hoofdstad.

Debuut tegenover de grote Pélé

Lorenzo Il Magnifico debuteerde in zijn eerste wedstrijd voor paars-wit meteen tegen het Santos van ene Edson Arantes do Nascimento, voetbalnaam Pélé. “Laurent speelde zelfs goed als hij tegenover hem stond. Over zichzelf ging Laurent nooit stoefen. Daarin was hij heel bescheiden.”

Verbiest, die werd vergeleken met Franz Beckenbauer en Cesare Maldini, was een op en top prof. Net voor het tragische ongeluk aan het Kennedyrondpunt in Oostende revalideerde Verbiest van een blessure. “In principe moest hij toen niet naar Anderlecht gaan”, vult zijn zus Rosette aan. “Zoals ik al zei: voetbal was zijn passie. Hij mocht een tweetal weken niet spelen, maar is toch naar de club gegaan.”

De verplaatsingen naar Anderlecht maakte hij steevast met zijn ploegmaat en vriend Wilfried Puis. Behalve die avond op 2 februari 1966. “Zijn vrouw had toen een afspraak bij de dokter. Wilfried Puis was die dag ook meegereden. Laurent en Wilfried reden om beurten. Die dag was het Laurent zijn beurt. Zijn vrouw heeft Puis en hem afgezet aan Anderlecht om dan door te rijden naar Mortsel. Ze hadden ‘s avonds opnieuw aan het station afgesproken. Door omstandigheden was zijn vrouw later. Die avonds was er een internationale match op televisie (Manchester United Benfica, red.). Puis had gezegd: als we nog wachten, zal ik de wedstrijd misschien niet meer helemaal zien. Puis heeft dan de trein genomen. Laurent is blijven wachten op zijn vrouw. Het was 2 februari: miezerig en mistig weer. Hij was bijna thuis – hij woonde opnieuw in Oostende, nadat hij een tijdje in Mortsel had gewoond – en dan is het ongeval gebeurd. Zijn vrouw had niets en uiterlijk had hij ook niets, maar hij had zijn stuur in zijn ribben gekregen.”

“Wie droeg er in die tijd al een gordel?”

“Hij reed met een Volvo en in die tijd was dat een veilige auto. Daarin waren wel gordels aanwezig, maar wie droeg dat toen? Het was misschien de enige auto die al gordels had. De onze was daar alvast nog niet van voorzien. Had hij toen een gordel gedragen, was dat waarschijnlijk nooit gebeurd.”

“Ik was toen net in verwachting van mijn oudste zoon, waarvan Laurent peter en zijn vrouw meter zouden worden. Dat was een schok natuurlijk. Voor onze ouders en familie stortte de wereld in. Ik denk er nog heel veel aan terug. Ik ga ook heel regelmatig bloemen zetten op zijn graf.”

(BV), uit De Zeewacht en Het Wekelijks Nieuws Kust van vrijdag 11 april, beide edities van Krant van West-Vlaanderen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier