Peperduur, maar iedereen wil ze

Sinds 2016 beschikt KM Torhout over een kunstgrasveld. De rubberenballetjes die als 'infill' tussen de synthetische grasvezels liggen, zijn voor kinderen leuk om mee te spelen. (Foto Kurt) © Foto Kurt
Ilse Naudts

De jongste vijf jaar kwamen er in West-Vlaanderen 35 kunstgrasvelden bij. Vandaag kun je in onze provincie op 78 dergelijke velden terecht om er te voetballen, hockeyen, frisbeeën of tennissen. En in 24 gemeenten zijn er plannen om in de nabije toekomst nog meer kunstgrasvelden aan te leggen. Maar waarom is die ‘plastic’ variant zoveel beter dan natuurgras?

Deze reportage is het hoofdartikel uit van ons Dossier Kunstgrasvelden.

Meeste in Brugge, eerste hybride in Poperinge

De Astrodome in Houston (VS) kreeg in 1966 het eerste sportkunstgrasveld ter wereld. De primeur voor België was een realisatie van de Harelbeekse kunstgrasproducent Lano in Anderlecht. “Het lag er sinds 1984 en we hebben het onlangs vervangen”, zegt Thibaut Toye.

STVV Sint-Truiden is de enige eersteklassevoetbalclub van België die op kunstgras speelt.

Brugge is in West-Vlaanderen de stad met het grootste aantalkunstgrasvelden. Er liggen er zeker 15 en dan is nog geen rekening gehouden met de padelterreinen in Sint-Kruis en de indoorkunstgrasvelden van Garrincha in Assebroek.

In Poperinge ligt het allereerste hybride kunstgrasveld van Vlaanderen : het bestaat uit 7% kunstgrasvezels en 93% natuurgras. Dat zou moeten zorgen voor een mat die je tot 1.000 uur per jaar kan gebruiken. Na het demoveld in Poperinge, speelt ook de jeugd van Lo-Reninge sinds kort voetbal op zo’n hybride terrein.

Ook voor sportvelden is esthetiek een belangrijk aspect. De ‘natuurlijke’ groene kleur is een argument bij opdrachtgevers, maar in principe kunnen alle kleuren. Zo waren tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen in 2012 de hockeyvelden blauw.

Het kunstgrasveld van KVK Westhoek in Ieper is een cadeautje van de Engelse Premier League. Het werd aangelegd naar aanleiding van het Christmas Truce Tornooi in het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog.

Omdat kunstgras duur is, investeren gemeenten meestal in een omheining rond het veld. Als de spelers de bal buiten de omheining schoppen is het dan wel vaak een eindje lopen om deze via het toegangspoortje te recupereren. Voldoende poortjes installeren is de boodschap.

Kunstgras is onderhoudsvriendelijker dan natuurgras, maar sigarettenpeuken, kauwgum en glas op en rond een kunstgrasveld zijn uit den boze. Ook bladeren en ander natuurlijk materiaal wordt best zo snel mogelijk van het veld verwijderd.

Maar zijn die rubberkorrels dan niet giftig of gevaarlijk?

Blessures, giftige rubberkorrels en bodemverontreiniging… Over kunstgras doen heel wat paniekverhalen de ronde. Is het eigenlijk wel veilig om erop te spelen?

Wat blessures betreft, gaat het vooral over de eerste generatie kunstgrasvelden. Toen werd kunstgras nog uit nylon vervaardigd. “Een tackle stond dan garant voor een pijnlijke brandwonde”, legt Stijn Rambour uit. “Maar vandaag gebruiken de producenten vezels in poly-ethyleen. En de korrelvulling tussen de vezels helpt om schaafwonden te vermijden.” In het testlab in Zwijnaarde staat een toestel dat kunsthuid in een draaiende beweging over de grasmatten duwt, om te testen of de wrijving schade veroorzaakt.

Dankzij shockpads onder de grasmat en de infill met kurk- of rubberkorrels heeft kunstgras vandaag een betere schokdemping. Daardoor ligt het aantal blessures aan spieren en gewrichten niet hoger dan bij natuurgras. “Ik denk dat die blessureverhalen voor een deel met wantrouwen te maken hebben”, zegt Thibaut Toye van Lano. “Kunstgras kent nu pas zijn grote opgang. Meer en meer spelers raken ermee vertrouwd. De kunstmatten van vroeger waren inderdaad minder goed. Dat idee leeft nog steeds.”

Onlangs ontstond ongerustheid over rubberkorreltjes die als vulling worden gebruikt. Dat rubbergranulaat is afkomstig van versnipperde, gerecycleerde autobanden, en daarin zouden kankerverwekkende stoffen zitten. Een studie van het European Chemical Agency (ECHA) toonde in februari aan dat rubber-granulaat geen gezondheidsgevaar vormt voor de spelers. “De korrels zijn te groot om via inademing of schaafwonden in het lichaam terecht te komen”, legt Stijn Rambour uit.

Wat wel een gevaar zou kunnen vormen, is dat het zink uit het rubbergranulaat in het grondwater terechtkomt. De korreltjes belanden in de schoenen en kledij van spelers en komen dus ook in de bermen rond het terrein terecht. “Ik denk dat er nog altijd meer zink in de bodem terechtkomt door autobanden en de slijtage eraan, dan door kunstgrasvelden”, zegt Thibaut Toye. “Je kan natuurlijk ook kurk gebruiken als infill”, vult Stijn Rambour aan.

Onder meer in Wevelgem, Knokke, Moorsele en Gullegem is gekozen voor dat natuurlijke, maar duurdere vulmateriaal. Al kan je wel de bedenking maken of het wel zo milieuvriendelijk is. Want bij rubbergranulaat recycleer je materiaal, terwijl kurk uit de natuur moet worden gehaald. De prijs is meestal doorslaggevend, zegt Thibaut Toye. “Voor zowat een tiende van de velden kiest men voor kurk, de rest is rubbergranulaat.”

Meeste in Brugge, eerste hybride in Poperinge

De Astrodome in Houston (VS) kreeg in 1966 het eerste sportkunstgrasveld ter wereld. De primeur voor België was een realisatie van de Harelbeekse kunstgrasproducent Lano in Anderlecht. “Het lag er sinds 1984 en we hebben het onlangs vervangen”, zegt Thibaut Toye.

STVV Sint-Truiden is de enige eersteklassevoetbalclub van België die op kunstgras speelt.

Brugge is in West-Vlaanderen de stad met het grootste aantalkunstgrasvelden. Er liggen er zeker 15 en dan is nog geen rekening gehouden met de padelterreinen in Sint-Kruis en de indoorkunstgrasvelden van Garrincha in Assebroek.

In Poperinge ligt het allereerste hybride kunstgrasveld van Vlaanderen : het bestaat uit 7% kunstgrasvezels en 93% natuurgras. Dat zou moeten zorgen voor een mat die je tot 1.000 uur per jaar kan gebruiken. Na het demoveld in Poperinge, speelt ook de jeugd van Lo-Reninge sinds kort voetbal op zo’n hybride terrein.

Ook voor sportvelden is esthetiek een belangrijk aspect. De ‘natuurlijke’ groene kleur is een argument bij opdrachtgevers, maar in principe kunnen alle kleuren. Zo waren tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen in 2012 de hockeyvelden blauw.

Het kunstgrasveld van KVK Westhoek in Ieper is een cadeautje van de Engelse Premier League. Het werd aangelegd naar aanleiding van het Christmas Truce Tornooi in het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog.

Omdat kunstgras duur is, investeren gemeenten meestal in een omheining rond het veld. Als de spelers de bal buiten de omheining schoppen is het dan wel vaak een eindje lopen om deze via het toegangspoortje te recupereren. Voldoende poortjes installeren is de boodschap.

Kunstgras is onderhoudsvriendelijker dan natuurgras, maar sigarettenpeuken, kauwgum en glas op en rond een kunstgrasveld zijn uit den boze. Ook bladeren en ander natuurlijk materiaal wordt best zo snel mogelijk van het veld verwijderd.

Perfect om jonge voetballers op te leiden

Ga je op kunstgras ook anders spelen? Officiële hockeymatchen worden alleen nog op kunstgras gespeeld, het spel wordt er sneller en constanter door. In voetbal kiezen nagenoeg alle topclubs voor kunstgras in de jeugdopleiding.

In het voetbal werd aanvankelijk gedacht dat kunstgras de aard van het spel drastisch zou veranderen. “In 2006-2007 bestudeerde de internationale voetbalbond FIFA alle thuismatchen van SC Heracles op kunstgras en die van FC Utrecht op natuurgras”, aldus bewegingswetenschapper Brecht De Vos. “Alle bezoekende ploegen werden geanalyseerd. Het onderzoek vond geen verschillen tussen spelstijlen, loopacties en passen. Wel werden meer korte passes ter hoogte van het middenveld vastgesteld, en minder slidings.” Dat had toen misschien nog te maken met de schaafwonden door de ruwe vezels.

Een voordeel van kunstgras is dat je de factor toeval uitschakelt. Een verkeerde balbots, een put in het veld… Al die factoren spelen in principe geen rol meer. “Voor de technische ontwikkeling van jonge spelers is kunstgras optimaal”, klinkt het zowel bij Club Brugge als bij Cercle Brugge.

“Het aandeel voetballers dat op kunstgras is opgeleid wordt steeds groter,” zegt Thibaut Toye van kunstgrasproducent Lano uit Harelbeke, “waardoor ook het wantrouwen tegenover kunstgras kleiner wordt. De voetballers van morgen zullen kunstgras als een evidentie zien.”

Maar zijn die rubberkorrels dan niet giftig of gevaarlijk?

Blessures, giftige rubberkorrels en bodemverontreiniging… Over kunstgras doen heel wat paniekverhalen de ronde. Is het eigenlijk wel veilig om erop te spelen?

Wat blessures betreft, gaat het vooral over de eerste generatie kunstgrasvelden. Toen werd kunstgras nog uit nylon vervaardigd. “Een tackle stond dan garant voor een pijnlijke brandwonde”, legt Stijn Rambour uit. “Maar vandaag gebruiken de producenten vezels in poly-ethyleen. En de korrelvulling tussen de vezels helpt om schaafwonden te vermijden.” In het testlab in Zwijnaarde staat een toestel dat kunsthuid in een draaiende beweging over de grasmatten duwt, om te testen of de wrijving schade veroorzaakt.

Dankzij shockpads onder de grasmat en de infill met kurk- of rubberkorrels heeft kunstgras vandaag een betere schokdemping. Daardoor ligt het aantal blessures aan spieren en gewrichten niet hoger dan bij natuurgras. “Ik denk dat die blessureverhalen voor een deel met wantrouwen te maken hebben”, zegt Thibaut Toye van Lano. “Kunstgras kent nu pas zijn grote opgang. Meer en meer spelers raken ermee vertrouwd. De kunstmatten van vroeger waren inderdaad minder goed. Dat idee leeft nog steeds.”

Onlangs ontstond ongerustheid over rubberkorreltjes die als vulling worden gebruikt. Dat rubbergranulaat is afkomstig van versnipperde, gerecycleerde autobanden, en daarin zouden kankerverwekkende stoffen zitten. Een studie van het European Chemical Agency (ECHA) toonde in februari aan dat rubber-granulaat geen gezondheidsgevaar vormt voor de spelers. “De korrels zijn te groot om via inademing of schaafwonden in het lichaam terecht te komen”, legt Stijn Rambour uit.

Wat wel een gevaar zou kunnen vormen, is dat het zink uit het rubbergranulaat in het grondwater terechtkomt. De korreltjes belanden in de schoenen en kledij van spelers en komen dus ook in de bermen rond het terrein terecht. “Ik denk dat er nog altijd meer zink in de bodem terechtkomt door autobanden en de slijtage eraan, dan door kunstgrasvelden”, zegt Thibaut Toye. “Je kan natuurlijk ook kurk gebruiken als infill”, vult Stijn Rambour aan.

Onder meer in Wevelgem, Knokke, Moorsele en Gullegem is gekozen voor dat natuurlijke, maar duurdere vulmateriaal. Al kan je wel de bedenking maken of het wel zo milieuvriendelijk is. Want bij rubbergranulaat recycleer je materiaal, terwijl kurk uit de natuur moet worden gehaald. De prijs is meestal doorslaggevend, zegt Thibaut Toye. “Voor zowat een tiende van de velden kiest men voor kurk, de rest is rubbergranulaat.”

Meeste in Brugge, eerste hybride in Poperinge

De Astrodome in Houston (VS) kreeg in 1966 het eerste sportkunstgrasveld ter wereld. De primeur voor België was een realisatie van de Harelbeekse kunstgrasproducent Lano in Anderlecht. “Het lag er sinds 1984 en we hebben het onlangs vervangen”, zegt Thibaut Toye.

STVV Sint-Truiden is de enige eersteklassevoetbalclub van België die op kunstgras speelt.

Brugge is in West-Vlaanderen de stad met het grootste aantalkunstgrasvelden. Er liggen er zeker 15 en dan is nog geen rekening gehouden met de padelterreinen in Sint-Kruis en de indoorkunstgrasvelden van Garrincha in Assebroek.

In Poperinge ligt het allereerste hybride kunstgrasveld van Vlaanderen : het bestaat uit 7% kunstgrasvezels en 93% natuurgras. Dat zou moeten zorgen voor een mat die je tot 1.000 uur per jaar kan gebruiken. Na het demoveld in Poperinge, speelt ook de jeugd van Lo-Reninge sinds kort voetbal op zo’n hybride terrein.

Ook voor sportvelden is esthetiek een belangrijk aspect. De ‘natuurlijke’ groene kleur is een argument bij opdrachtgevers, maar in principe kunnen alle kleuren. Zo waren tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen in 2012 de hockeyvelden blauw.

Het kunstgrasveld van KVK Westhoek in Ieper is een cadeautje van de Engelse Premier League. Het werd aangelegd naar aanleiding van het Christmas Truce Tornooi in het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog.

Omdat kunstgras duur is, investeren gemeenten meestal in een omheining rond het veld. Als de spelers de bal buiten de omheining schoppen is het dan wel vaak een eindje lopen om deze via het toegangspoortje te recupereren. Voldoende poortjes installeren is de boodschap.

Kunstgras is onderhoudsvriendelijker dan natuurgras, maar sigarettenpeuken, kauwgum en glas op en rond een kunstgrasveld zijn uit den boze. Ook bladeren en ander natuurlijk materiaal wordt best zo snel mogelijk van het veld verwijderd.

Plensbuien of vrieskou? Geen probleem!

Een kunstgrasveld is veel performanter dan een natuurgrasveld. Zware regenbuien veranderen het veld niet in een modderpoel en vrieskou maakt er geen gevaarlijk hard terrein van.

Peperduur, maar iedereen wil ze
© Foto Kurt

“Op kunstgras zijn afgelastingen niet nodig”, zegt Stijn Rambour. “Kunstgras is veel constanter dan natuurgras. Alleen in optimale omstandigheden en wanneer de mat perfect onderhouden wordt, is natuurgras beter om op te voetballen. Maar wanneer heb je dat? Zeker in België… In alle andere gevallen is kunstgras te verkiezen.”

In het European Research Centre for Artificial Turf (ERCAT) test het team van Stijn Rambour of het kunstgras voldoet aan de eisen van de sportfederaties FIFA (voetbal), FIH (hockey) en World Rugby. “Onze apparaten testen de balrol en -bots, de impact bij vallen, de invloed van extreem hoge en lage temperaturen…”

De winter moet er nog aankomen, maar nu al zie je op verschillende terreinen, vooral bij jeugdploegen, dat in de penaltyzone amper nog gras te bespeuren valt. Zeker in de lagere reeksen en bij de jeugd zijn voetbalploegen vaak de dupe van afgelastingen omdat hun terreinen nauwelijks of niet bespeelbaar zijn.

“Die overbespeling door trainingen en wedstrijden, zoals bij natuurgrasvelden vaak het geval is, is een sterk argument om voor kunstgras te kiezen”, zegt ook Lien Van Belle van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid.

Een bijkomend voordeel voor voetbalmama’s en -papa’s: geen vuile modderkleren meer na een training of match en voetbalschoenen die altijd even proper blijven.

Perfect om jonge voetballers op te leiden

Ga je op kunstgras ook anders spelen? Officiële hockeymatchen worden alleen nog op kunstgras gespeeld, het spel wordt er sneller en constanter door. In voetbal kiezen nagenoeg alle topclubs voor kunstgras in de jeugdopleiding.

In het voetbal werd aanvankelijk gedacht dat kunstgras de aard van het spel drastisch zou veranderen. “In 2006-2007 bestudeerde de internationale voetbalbond FIFA alle thuismatchen van SC Heracles op kunstgras en die van FC Utrecht op natuurgras”, aldus bewegingswetenschapper Brecht De Vos. “Alle bezoekende ploegen werden geanalyseerd. Het onderzoek vond geen verschillen tussen spelstijlen, loopacties en passen. Wel werden meer korte passes ter hoogte van het middenveld vastgesteld, en minder slidings.” Dat had toen misschien nog te maken met de schaafwonden door de ruwe vezels.

Een voordeel van kunstgras is dat je de factor toeval uitschakelt. Een verkeerde balbots, een put in het veld… Al die factoren spelen in principe geen rol meer. “Voor de technische ontwikkeling van jonge spelers is kunstgras optimaal”, klinkt het zowel bij Club Brugge als bij Cercle Brugge.

“Het aandeel voetballers dat op kunstgras is opgeleid wordt steeds groter,” zegt Thibaut Toye van kunstgrasproducent Lano uit Harelbeke, “waardoor ook het wantrouwen tegenover kunstgras kleiner wordt. De voetballers van morgen zullen kunstgras als een evidentie zien.”

Maar zijn die rubberkorrels dan niet giftig of gevaarlijk?

Blessures, giftige rubberkorrels en bodemverontreiniging… Over kunstgras doen heel wat paniekverhalen de ronde. Is het eigenlijk wel veilig om erop te spelen?

Wat blessures betreft, gaat het vooral over de eerste generatie kunstgrasvelden. Toen werd kunstgras nog uit nylon vervaardigd. “Een tackle stond dan garant voor een pijnlijke brandwonde”, legt Stijn Rambour uit. “Maar vandaag gebruiken de producenten vezels in poly-ethyleen. En de korrelvulling tussen de vezels helpt om schaafwonden te vermijden.” In het testlab in Zwijnaarde staat een toestel dat kunsthuid in een draaiende beweging over de grasmatten duwt, om te testen of de wrijving schade veroorzaakt.

Dankzij shockpads onder de grasmat en de infill met kurk- of rubberkorrels heeft kunstgras vandaag een betere schokdemping. Daardoor ligt het aantal blessures aan spieren en gewrichten niet hoger dan bij natuurgras. “Ik denk dat die blessureverhalen voor een deel met wantrouwen te maken hebben”, zegt Thibaut Toye van Lano. “Kunstgras kent nu pas zijn grote opgang. Meer en meer spelers raken ermee vertrouwd. De kunstmatten van vroeger waren inderdaad minder goed. Dat idee leeft nog steeds.”

Onlangs ontstond ongerustheid over rubberkorreltjes die als vulling worden gebruikt. Dat rubbergranulaat is afkomstig van versnipperde, gerecycleerde autobanden, en daarin zouden kankerverwekkende stoffen zitten. Een studie van het European Chemical Agency (ECHA) toonde in februari aan dat rubber-granulaat geen gezondheidsgevaar vormt voor de spelers. “De korrels zijn te groot om via inademing of schaafwonden in het lichaam terecht te komen”, legt Stijn Rambour uit.

Wat wel een gevaar zou kunnen vormen, is dat het zink uit het rubbergranulaat in het grondwater terechtkomt. De korreltjes belanden in de schoenen en kledij van spelers en komen dus ook in de bermen rond het terrein terecht. “Ik denk dat er nog altijd meer zink in de bodem terechtkomt door autobanden en de slijtage eraan, dan door kunstgrasvelden”, zegt Thibaut Toye. “Je kan natuurlijk ook kurk gebruiken als infill”, vult Stijn Rambour aan.

Onder meer in Wevelgem, Knokke, Moorsele en Gullegem is gekozen voor dat natuurlijke, maar duurdere vulmateriaal. Al kan je wel de bedenking maken of het wel zo milieuvriendelijk is. Want bij rubbergranulaat recycleer je materiaal, terwijl kurk uit de natuur moet worden gehaald. De prijs is meestal doorslaggevend, zegt Thibaut Toye. “Voor zowat een tiende van de velden kiest men voor kurk, de rest is rubbergranulaat.”

Meeste in Brugge, eerste hybride in Poperinge

De Astrodome in Houston (VS) kreeg in 1966 het eerste sportkunstgrasveld ter wereld. De primeur voor België was een realisatie van de Harelbeekse kunstgrasproducent Lano in Anderlecht. “Het lag er sinds 1984 en we hebben het onlangs vervangen”, zegt Thibaut Toye.

STVV Sint-Truiden is de enige eersteklassevoetbalclub van België die op kunstgras speelt.

Brugge is in West-Vlaanderen de stad met het grootste aantalkunstgrasvelden. Er liggen er zeker 15 en dan is nog geen rekening gehouden met de padelterreinen in Sint-Kruis en de indoorkunstgrasvelden van Garrincha in Assebroek.

In Poperinge ligt het allereerste hybride kunstgrasveld van Vlaanderen : het bestaat uit 7% kunstgrasvezels en 93% natuurgras. Dat zou moeten zorgen voor een mat die je tot 1.000 uur per jaar kan gebruiken. Na het demoveld in Poperinge, speelt ook de jeugd van Lo-Reninge sinds kort voetbal op zo’n hybride terrein.

Ook voor sportvelden is esthetiek een belangrijk aspect. De ‘natuurlijke’ groene kleur is een argument bij opdrachtgevers, maar in principe kunnen alle kleuren. Zo waren tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen in 2012 de hockeyvelden blauw.

Het kunstgrasveld van KVK Westhoek in Ieper is een cadeautje van de Engelse Premier League. Het werd aangelegd naar aanleiding van het Christmas Truce Tornooi in het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog.

Omdat kunstgras duur is, investeren gemeenten meestal in een omheining rond het veld. Als de spelers de bal buiten de omheining schoppen is het dan wel vaak een eindje lopen om deze via het toegangspoortje te recupereren. Voldoende poortjes installeren is de boodschap.

Kunstgras is onderhoudsvriendelijker dan natuurgras, maar sigarettenpeuken, kauwgum en glas op en rond een kunstgrasveld zijn uit den boze. Ook bladeren en ander natuurlijk materiaal wordt best zo snel mogelijk van het veld verwijderd.

“Je kunt er vijf keer zo veel op spelen”

Goedkoop is een kunstgrasveld niet: reken op 300 à 600.000 euro. “Op natuurgras kan je zo’n 300 uur per jaar sporten, op kunstgras is dat 1.500 uur”, zegt Stijn Rambour van de UGent. “Op die manier is een kunstgrasveld eigenlijk goedkoper dan een veld van natuurgras.”

De aanleg van een kunstgrasveld kost tussen de 300.000 en 600.000 euro. Een gigantische investering. “Maar wie rekent op de lange termijn is altijd beter af”, zegt Stijn Rambour, een Ieperling die aan de Gentse universiteit onderzoek doet naar kunstgrasvelden. “Want één kunstgrasveld vervangt drie of meer natuurgrasvelden.” Kunstgras kent de snelste vooruitgang in stedelijke omgevingen. Daar hebben sportclubs veel leden en meestal weinig opties om uit te breiden. Kunstgras biedt dan de mogelijkheid om veel vaker te spelen en te trainen op een kleine oppervlakte.

“Om clubs en gemeenten te helpen bij de zware investering hebben we de voorbije jaren flink geïnvesteerd in kunstgras”, zegt Vlaams minister voor Sport Philippe Muyters (N-VA). “Via een systeem van publiek-private samenwerking werden in Vlaanderen op die manier intussen 65 velden aangelegd. De Vlaamse overheid draagt daarbij ongeveer 30% van de kosten. Bovendien was er meteen ook een onderhoudscontract voor 10 jaar inbegrepen.”

“Die Vlaamse subsidiëringsgolf is nu voorbij”, zegt Iris Van De Putte van de firma Stadsbader uit Harelbeke, die de voorbije jaren 31 velden installeerde over heel Vlaanderen. “Toch verwacht ik geen daling in de vraag naar kunstgrasvelden. Steeds meer clubs en gemeenten zien er de noodzaak van in.”

In tegenstelling tot wat velen denken heeft kunstgras wel onderhoud nodig, maar veel minder dan een natuurgrasveld. Na een uur of 40 spelen, pakweg een keer per week, moet het terrein geborsteld worden. Zo blijven de grasvezels recht en verdeel je de infill(de korrels tussen het kunstgras die dienen als schokdemping, red.). Daarnaast is een jaarlijks professioneel onderhoud vereist. Dat is nodig om de korrels terug los te maken en waar nodig bij te vullen. “Anders krijg je na een tijd een harde koek, wat het risico op blessures vergroot”, zegt Stijn Rambour. “Zo’n jaarlijks onderhoud kost 1.500 tot 3.000 euro. Maar als je bij natuurgras de kostprijs uitrekent van terreinonderhoud en -verzorging, inzaaien, maaien, onkruid bestrijden… dan ligt de rekening echt veel hoger.”

Ook omdat gemeenten geen onkruidverdelgers meer mogen gebruiken, kiezen ze vaker voor kunstgras. “Natuurgras optimaal houden, lukt eigenlijk alleen bij profclubs die budgetten hebben voor een team van greenkeepers om de mat te verzorgen en een regelmatige heraanleg. In bijna alle andere gevallen rendeert kunstgras veel beter”, legt Lien Van Belle uit van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid. “De kostprijs die vaak als argument gebruikt wordt, verdien je volgens mij op de lange termijn terug op voorwaarde dat je zeker bent dat het terrein vaker bespeeld zal worden.”

Na een tiental jaar moet een kunstgrasveld heraangelegd worden. “Ik raad ploegen of gemeenten altijd aan om van in het begin te investeren in fundering en kwalitatieve onderbouw. Dan kan je na tien jaar alleen de grasmat vervangen, wat de kostprijs zeker drukt”, geeft Stijn Rambour nog mee.

Plensbuien of vrieskou? Geen probleem!

Een kunstgrasveld is veel performanter dan een natuurgrasveld. Zware regenbuien veranderen het veld niet in een modderpoel en vrieskou maakt er geen gevaarlijk hard terrein van.

Peperduur, maar iedereen wil ze
© Foto Kurt

“Op kunstgras zijn afgelastingen niet nodig”, zegt Stijn Rambour. “Kunstgras is veel constanter dan natuurgras. Alleen in optimale omstandigheden en wanneer de mat perfect onderhouden wordt, is natuurgras beter om op te voetballen. Maar wanneer heb je dat? Zeker in België… In alle andere gevallen is kunstgras te verkiezen.”

In het European Research Centre for Artificial Turf (ERCAT) test het team van Stijn Rambour of het kunstgras voldoet aan de eisen van de sportfederaties FIFA (voetbal), FIH (hockey) en World Rugby. “Onze apparaten testen de balrol en -bots, de impact bij vallen, de invloed van extreem hoge en lage temperaturen…”

De winter moet er nog aankomen, maar nu al zie je op verschillende terreinen, vooral bij jeugdploegen, dat in de penaltyzone amper nog gras te bespeuren valt. Zeker in de lagere reeksen en bij de jeugd zijn voetbalploegen vaak de dupe van afgelastingen omdat hun terreinen nauwelijks of niet bespeelbaar zijn.

“Die overbespeling door trainingen en wedstrijden, zoals bij natuurgrasvelden vaak het geval is, is een sterk argument om voor kunstgras te kiezen”, zegt ook Lien Van Belle van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid.

Een bijkomend voordeel voor voetbalmama’s en -papa’s: geen vuile modderkleren meer na een training of match en voetbalschoenen die altijd even proper blijven.

Perfect om jonge voetballers op te leiden

Ga je op kunstgras ook anders spelen? Officiële hockeymatchen worden alleen nog op kunstgras gespeeld, het spel wordt er sneller en constanter door. In voetbal kiezen nagenoeg alle topclubs voor kunstgras in de jeugdopleiding.

In het voetbal werd aanvankelijk gedacht dat kunstgras de aard van het spel drastisch zou veranderen. “In 2006-2007 bestudeerde de internationale voetbalbond FIFA alle thuismatchen van SC Heracles op kunstgras en die van FC Utrecht op natuurgras”, aldus bewegingswetenschapper Brecht De Vos. “Alle bezoekende ploegen werden geanalyseerd. Het onderzoek vond geen verschillen tussen spelstijlen, loopacties en passen. Wel werden meer korte passes ter hoogte van het middenveld vastgesteld, en minder slidings.” Dat had toen misschien nog te maken met de schaafwonden door de ruwe vezels.

Een voordeel van kunstgras is dat je de factor toeval uitschakelt. Een verkeerde balbots, een put in het veld… Al die factoren spelen in principe geen rol meer. “Voor de technische ontwikkeling van jonge spelers is kunstgras optimaal”, klinkt het zowel bij Club Brugge als bij Cercle Brugge.

“Het aandeel voetballers dat op kunstgras is opgeleid wordt steeds groter,” zegt Thibaut Toye van kunstgrasproducent Lano uit Harelbeke, “waardoor ook het wantrouwen tegenover kunstgras kleiner wordt. De voetballers van morgen zullen kunstgras als een evidentie zien.”

Maar zijn die rubberkorrels dan niet giftig of gevaarlijk?

Blessures, giftige rubberkorrels en bodemverontreiniging… Over kunstgras doen heel wat paniekverhalen de ronde. Is het eigenlijk wel veilig om erop te spelen?

Wat blessures betreft, gaat het vooral over de eerste generatie kunstgrasvelden. Toen werd kunstgras nog uit nylon vervaardigd. “Een tackle stond dan garant voor een pijnlijke brandwonde”, legt Stijn Rambour uit. “Maar vandaag gebruiken de producenten vezels in poly-ethyleen. En de korrelvulling tussen de vezels helpt om schaafwonden te vermijden.” In het testlab in Zwijnaarde staat een toestel dat kunsthuid in een draaiende beweging over de grasmatten duwt, om te testen of de wrijving schade veroorzaakt.

Dankzij shockpads onder de grasmat en de infill met kurk- of rubberkorrels heeft kunstgras vandaag een betere schokdemping. Daardoor ligt het aantal blessures aan spieren en gewrichten niet hoger dan bij natuurgras. “Ik denk dat die blessureverhalen voor een deel met wantrouwen te maken hebben”, zegt Thibaut Toye van Lano. “Kunstgras kent nu pas zijn grote opgang. Meer en meer spelers raken ermee vertrouwd. De kunstmatten van vroeger waren inderdaad minder goed. Dat idee leeft nog steeds.”

Onlangs ontstond ongerustheid over rubberkorreltjes die als vulling worden gebruikt. Dat rubbergranulaat is afkomstig van versnipperde, gerecycleerde autobanden, en daarin zouden kankerverwekkende stoffen zitten. Een studie van het European Chemical Agency (ECHA) toonde in februari aan dat rubber-granulaat geen gezondheidsgevaar vormt voor de spelers. “De korrels zijn te groot om via inademing of schaafwonden in het lichaam terecht te komen”, legt Stijn Rambour uit.

Wat wel een gevaar zou kunnen vormen, is dat het zink uit het rubbergranulaat in het grondwater terechtkomt. De korreltjes belanden in de schoenen en kledij van spelers en komen dus ook in de bermen rond het terrein terecht. “Ik denk dat er nog altijd meer zink in de bodem terechtkomt door autobanden en de slijtage eraan, dan door kunstgrasvelden”, zegt Thibaut Toye. “Je kan natuurlijk ook kurk gebruiken als infill”, vult Stijn Rambour aan.

Onder meer in Wevelgem, Knokke, Moorsele en Gullegem is gekozen voor dat natuurlijke, maar duurdere vulmateriaal. Al kan je wel de bedenking maken of het wel zo milieuvriendelijk is. Want bij rubbergranulaat recycleer je materiaal, terwijl kurk uit de natuur moet worden gehaald. De prijs is meestal doorslaggevend, zegt Thibaut Toye. “Voor zowat een tiende van de velden kiest men voor kurk, de rest is rubbergranulaat.”

Meeste in Brugge, eerste hybride in Poperinge

De Astrodome in Houston (VS) kreeg in 1966 het eerste sportkunstgrasveld ter wereld. De primeur voor België was een realisatie van de Harelbeekse kunstgrasproducent Lano in Anderlecht. “Het lag er sinds 1984 en we hebben het onlangs vervangen”, zegt Thibaut Toye.

STVV Sint-Truiden is de enige eersteklassevoetbalclub van België die op kunstgras speelt.

Brugge is in West-Vlaanderen de stad met het grootste aantalkunstgrasvelden. Er liggen er zeker 15 en dan is nog geen rekening gehouden met de padelterreinen in Sint-Kruis en de indoorkunstgrasvelden van Garrincha in Assebroek.

In Poperinge ligt het allereerste hybride kunstgrasveld van Vlaanderen : het bestaat uit 7% kunstgrasvezels en 93% natuurgras. Dat zou moeten zorgen voor een mat die je tot 1.000 uur per jaar kan gebruiken. Na het demoveld in Poperinge, speelt ook de jeugd van Lo-Reninge sinds kort voetbal op zo’n hybride terrein.

Ook voor sportvelden is esthetiek een belangrijk aspect. De ‘natuurlijke’ groene kleur is een argument bij opdrachtgevers, maar in principe kunnen alle kleuren. Zo waren tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen in 2012 de hockeyvelden blauw.

Het kunstgrasveld van KVK Westhoek in Ieper is een cadeautje van de Engelse Premier League. Het werd aangelegd naar aanleiding van het Christmas Truce Tornooi in het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog.

Omdat kunstgras duur is, investeren gemeenten meestal in een omheining rond het veld. Als de spelers de bal buiten de omheining schoppen is het dan wel vaak een eindje lopen om deze via het toegangspoortje te recupereren. Voldoende poortjes installeren is de boodschap.

Kunstgras is onderhoudsvriendelijker dan natuurgras, maar sigarettenpeuken, kauwgum en glas op en rond een kunstgrasveld zijn uit den boze. Ook bladeren en ander natuurlijk materiaal wordt best zo snel mogelijk van het veld verwijderd.