Jean-Claude Lagaisse: “Als ouders me bellen voor hun toptalent van 16 jaar, stuur ik ze wandelen…”

Jean-Claude Lagaisse is al 20 jaar voetbalmakelaar, maar ziet zich op zijn 57ste nog niet meteen met pensioen gaan. © Joke Couvreur
Wouter Vander Stricht

De transferdeadline zorgt voor heel wat nervositeit in de voetbalwereld. Hoewel de vaderlandse competitie al vijf wedstrijden ver is, zitten heel wat spelers met hun hoofd bij mogelijke nieuwe teams. Maar ook voor voetbalmakelaars geldt hetzelfde. Terwijl ze voor 1 september nog een stapel werk hebben, konden we toch een babbel regelen met Jean-Claude Lagaisse. Een man met 2.000 nummers in zijn smartphone, in een job waar contacten van goudwaarde zijn. “In 20 jaar tijd zijn we in België van 35 naar 300 makelaars gegaan. Iedereen is nu manager.”

Een babbel van twee en een half uur die dan nog moest worden afgebroken, omdat beide gesprekspartners naar een andere afspraak moesten. Maar ook haast een monoloog van een man die zegt meer vrienden in het buitenland dan in België te hebben. “Toch in het voetbal”, benadrukt Lagaisse. “Hier heerst te veel naijver. Maar een collega die in Finland of Slovenië woont, die geen concurrentie kan zijn. Daar heb je natuurlijk niks van te vrezen.”

Jean-Claude Lagaisse zweet druppels bij de vleet onder de loden zon op het terras van Vespaz 4 in Roeselare. “Laten we daar afspreken, in het centrum is het kermis”, had hij onze plaats van afspraak nog dezelfde morgen gewijzigd. Lagaisse is dan ook op en top Roeselarenaar, hoewel hij al jarenlang in Hooglede woont.

De pa van Jean-Claude Lagaisse was een Vlaming, zijn ma was van Franse origine. Zijn neef, net als zijn ma een Petillot, zat jarenlang in het bestuur van AJ Auxerre. Lagaisse is niet enkel West-Vlaming, maar dus ook voor een stuk Bourgondiër. Ons gesprek wordt even onderbroken door een Frans telefoontje. Het vertrouwelijke gesprek wordt doorspekt met wat namen die ons als voetballiefhebber natuurlijk bekend in de oren klinken. Maar die houden we off the record, zoals een groot deel van het gesprek overigens. Op het einde staat ons notitieboekje vol met enkel door ons ontcijferbare schrijfsels, maar ook vijf tips voor andere artikels. Wordt dus vervolgd.

FIFA-licentie

Zelf voetbalde Lagaisse op bescheiden niveau bij Dosko Beveren, in de gemeente waar zijn ouders Café Lexor uitbaatten. Hij groeide op in Roeselare. Het is dus niet vreemd dat ook KSV Roeselare in zijn professionele leven vaak een rol speelde. Als makelaar is hij rad van tong, gebronzeerd en duidelijk ook de geneugten van het leven opsouperend. “Dat we niet altijd een even goed imago hebben, dat besef ik wel“, benadrukt Lagaisse. “Maar ik tracht altijd correct te zijn, al zijn er overal verschillen van mening uiteraard.”

Soms wordt één speler wel door 10 verschillende makelaars aangeboden bij één en dezelfde club

Eerst en vooral wil Lagaisse eens schetsen hoe de makelaarswereld zo drastisch is kunnen veranderen. “Vroeger had je sowieso een FIFA-licentie nodig. Je moest slagen in examens en je borg kunnen stellen voor een behoorlijke som. Maar de FIFA had een kelder vol met klachten van clubs, spelers en makelaars en koos vervolgens voor de makkelijkste oplossing door die verantwoordelijkheid af te stoten. Ieder land kreeg die voor zijn eigen makelaars. In Frankrijk moet je wel nog altijd de FIFA-licentie hebben, in de andere landen heeft men de regelgeving versoepeld en is het hek eigenlijk van de dam. Neem nu België: 300 makelaars, dat is toch van het goede te veel. In de 20 jaar dat ik deze job uitoefen, zijn we in ons land van 35 naar 300 makelaars gegaan. Iedereen is nu manager. Het is onze job en uiteraard willen we er een cent aan verdienen, maar als makelaar heb je er zelf niets aan wanneer je een lucratieve maar niet-geslaagde transfer realiseert. Dat is toch mijn mening.”

Vroeger sloot je als makelaar ook een contract met een speler voor twee jaar en vice versa. Lagaisse: “Zes maanden voor de beëindiging van dat contract kon een van de twee partijen dat met een aangetekend schrijven opzeggen. Nu kan je haast dag op dag veranderen van makelaar. Sommige clubs krijgen van tien verschillende makelaars telefoontjes over dezelfde speler.”

Zot van Wyscout

Jean-Claude Lagaisse en zijn partners hebben daarom hun eigen manier van werken uitgestippeld. “Wij hebben een uitgebreid netwerk aan contacten en spelers. Wij gaan niet zomaar lukraak spelers aanbieden. Als een club op een bepaalde positie een bepaald profiel zoekt, kijken we wie we uit ons bestand kunnen matchen. Als we die speler aanbieden, hebben wij ook een door hem getekend mandaat. Wij gaan niet zonder toestemming of medeweten spelers proberen te slijten.”

In de laatste dagen van de transferperiode gebeuren nog honderden transfers. “Maar een club met een gezond beleid heeft al het huiswerk af voor de voorbereiding start“, beklemtoont Lagaisse. “Uiteraard moet je nog voorzien zijn op spelers die plots worden weggeplukt. Maar dan moet je je lijstje klaar hebben. Zo werkte ik ook nog vaak met Utrecht. Daar hebben ze voor iedere positie een lijst van vijf spelers die ze volgen.”

In Europa zit het nog vol scouts in de tribunes, maar die zien zelden iets wat ze eigenlijk op voorhand niet weten. “Iedere club en manager is geabonneerd op Wyscout”, weet Lagaisse. “Daar kun je van iedere speler een rist statistieken tot in het absurde toe consulteren, maar het steekt ook vol beeldmateriaal. Als je eens wil zien hoe een getalenteerde linksachter het doet in toppers, kun je die matchen integraal bekijken. Een voetbalfan die eens een kijkje wil nemen, kan een gratis proefabonnement van 14 dagen nemen. Daarna is het vrij duur, maar heel wat mensen in de voetbalwereld zijn gek van deze tool. Dennis van Wijk, om er maar eentje te noemen.”

Stapje terug durven zetten

Momenteel is Jean-Claude vooral op de Franse markt actief. In België zitten Jere Uronen (RC Genk) en Yevhen Makarenko (KV Kortrijk) in zijn portefeuille, alsook nog heel wat spelers die in eerste klasse B actief zijn. Zo loodste hij recent Kjetil Borry van Waasland-Beveren weer naar KSV Roeselare. “Een voetballer moet spelen. Je bent vaak beter af door eens een stapje terug te zetten. Voorbeelden zijn er genoeg. Jurgen Sierens zat bij Sporting Lokeren. Hij had er enkele stevige concurrenten waaronder Daniel Zitka. Jimmy, de pa van Jurgen belde me om een nieuwe ploeg voor zijn zoon te zoeken. Ik kwam met KV Oostende op de proppen. Ja, maar die spelen maar in derde klasse, kreeg ik als antwoord. Jurgen heeft de uitdaging toch aangenomen, promoveerde met Oostende naar tweede klasse en vertrok in het spoor van Luc Devroe naar KSV Roeselare, waarmee hij nog mooie jaren en zelfs Europees voetbal beleefde.”

Idem voor Tom De Sutter. Ik hoorde later op tv Marc Degryse mooie woorden over hem spreken, maar toen hij sportleider was bij Club, geloofde hij niet in Tom. “We hebben Tom toen naar KM Torhout gebracht. Inderdaad, naar derde klasse, maar zo kon hij zich in de kijker spelen van Cercle, de rest van het verhaal is bekend.”

Je moet je altijd afvragen: wie is nu gek? Diegene die de enorme sommen krijgt of diegene die ze ophoest?

Ook het verhaal van Brian Vandenbussche was speciaal. In die tijd moest hij in Club Brugge Danny Verlinden en Dejan Nemec voor zich dulden. Stijn Stijnen was toen het opkomende talent en ook Peter Mollez stond nog hoger in de pikorde. “Hij was dus vijfde keeper, maar wij geloofden in hem. Ik regelde een testperiode bij Sparta Rotterdam, Antoine Vanhove stond daar niet voor te springen. Hij ging toch overstag en na een week belde coach Frank Rijkaard: we nemen hem. Dé Frank Rijkaard die na zijn indrukwekkend spelerscarrière meteen Nederlands bondscoach werd en na zijn periode in Rotterdam bij Barcelona aan de slag ging, maar dat seizoen wel degradeerde, voor het eerst in het clubbestaan van Sparta. Daarna maakte Vandenbussche een transfer naar SC Heerenveen, waar had ook Marco van Basten als trainer had. Ook dat kan tellen.

Ook over de transfers van de absolute toppers heeft Lagaisse zijn mening. De ongelofelijke bedragen die de ronde doen, daar kijkt hij niet echt meer van op. “Je moet je altijd afvragen: wie is er gek, diegene die het krijgt of diegene die het betaalt.”

In België kijkt men momenteel uit wat er met Leander Dendoncker gaat gebeuren. Dat was bij ons gesprek en het ter perse gaan echter nog niet duidelijk. “Ik lees dat hij nog overweegt om te veranderen van manager om een transfer te forceren. Van Henrotay naar Raiola. Dan voel je al dat er van buitenaf druk wordt gezet.” Een ander dossier is/was dat van Nicolas Lombaerts. “Coach Yves Vanderhaeghe is een goede kennis van mij, we zijn beiden Roeselarenaars natuurlijk. Yves nam een barslechte competitiestart, maar is daarom geen andere trainer. Hij blijft iemand die ooit nog bij een topclub aan de slag zal gaan. Maar als het al slecht gaat en je krijgt dan nog het probleem-Lombaerts in je maag gespitst… Daarmee is niemand gediend. KVO heeft veel geld en een driejarig, zwaar contract gegeven aan een voetballer die het jongste jaar nauwelijks voetbalde. Dat is natuurlijk niet de schuld van Yves. Het is een transfer die ik nooit echt begrepen heb. Lombaerts speelde bij een Russische topclub. Mocht hij nog top zijn en naar België willen terugkeren, dan had Brugge of Anderlecht hem wel kunnen strikken.”

Een Bayat-constructie

“Ook aan de transfer van Sven Kums krijg ik noch kop noch staart”, vervolgt Lagaisse. “Het was weer zo’n Bayat-constructie om hem via Watford naar Udinese te loodsen. Maar hij speelde daar nauwelijks, bij een Italiaanse middenmotor. En dan moet hij de dragende man worden bij Anderlecht en schitteren in de Champions League. Neen, dat zal niet lukken, denk ik.”

Niet enkel de toppers zoeken onderdak. Heel wat Belgische tieners komen nu ook al met hun manager aandraven. “Als iemand mij opbelt om zijn 16-jarige zoon – altijd een toptalent overigens – ergens onder te brengen, geef ik hem de raad ter plaatse te laten en vooral te genieten van het voetbal. Eerst en vooral: talent komt altijd bovendrijven. Soms moet je wat geluk en geduld hebben, maar zulke mensen stuur ik telkens wandelen.Ik ken een koppel dat hun zonen voor 250.000 euro heeft verkocht. Waar ben je dan eigenlijk mee bezig? Als de entourage geld begint te ruiken, is het meestal gevaarlijk.”

Op zijn 57ste hoopt Lagaisse de job van makelaar nog lange tijd te blijven uitoefenen. “Liefst zolang het kan, maar mijn vrouw vindt het soms maar niets. Je krijgt wel eens vaker een mes in de rug gestoken, maar moet je daarover kunnen zetten. Het blijft boeiend om in de sportwereld te werken. Gemakkelijker wordt onze job nooit. En weet je wat eigenlijk het grootste probleem is? Elke clubleider wil een spits die 20 goals maakt en niks kost. Maar eenmaal hij bij hen speelt, is hij plots miljoenen waard als een andere club aanklopt.”

Tja, zo werkt het niet. Of soms net wel.

Van Marcel Desailly tot Demba Ba

Makelaars zijn ook verkopers en praatjes verkopen is hun tweede natuur. Of Lagaisse wat overdrijft als hij het over zijn vele contacten in het voetbal heeft? Aan het rijtje namen dat de revue passeert te zien alleszins niet. Een willekeurige greep uit internationale en West-Vlaamse namen, gekoppeld aan anekdotes.

Makelaar door Mister Michel: “Ik werkte tien jaar bij Roularta en organiseerde er de Profvoetballer van het Jaar voor Voetbalmagazine. Ik kwam bij alle profclubs en Michel Verschueren stelde me voor om ook iets in de voetballerij te doen. Zo ben ik gestart als makelaar. Mijn eerste transfer was die van Eric Scalia, een Fransman van SK Beveren die nog met Stéphane Demol bij Toulon voetbalde. Scalia is niet zo bekend, maar hij is de schoonbroer van Alain Boghossian. Met hem heb ik ook nog contacten. Hij werd met Frankrijk wereldkampioen.”

Roeselare en Club: Bij KSV Roeselare was Lagaisse de manager/begeleider van Jurgen Sierens, James Lahousse, Rocky Peeters, Jamaïque Vandamme, Wagneau Eloi, Adil Hermach… “Die laatste maakte een prachtige carrière bij Lens en Toulouse. “En Dieter Dever bracht ik naar KV Mechelen. Een toptalent, maar geremd door blessures.” Lagaisse begeleidde in het begin van hun carrière ook Bruggelingen Davy De fauw, Brian Vandenbussche, Birger Maertens, Peter Mollez… Net als gewezen spitsen Ibrahim Salou en Manasseh Ishiaku.

Voetbalsterren: “Ik ga nog regelmatig een kop koffie drinken met Marcel Desailly, maar hij is wat gedegouteerd van het voetbal. Ooit kwam ik bij RWDM aandraven met Marko Pantelic, die bij de reserven van PSG speelde. Hij deed enkele oefenmatchen mee, scoorde aan de lopende band, maar toch namen ze hem niet… Later schitterde hij bij Hertha BSC en Ajax. Jerome Rothen, Frans international en later speler van AS Monaco en PSG, vonden ze niet goed genoeg voor KV Mechelen. Ook Demba Ba hoefden er velen niet, maar later – na zijn passage bij Moeskroen – speelde hij wel voor West Ham, Newcastle en Chelsea… Via de zoon van oud-Kroatisch bondscoach Miroslav Blazevic kreeg ik ooit een tip binnen die ik aan Hans Galjé, toen bij Club, doorspeelde: Niko Kranjcar. Dat ging niet door. Ene Davor Suker ging met zijn transferrechten aan de haal. Hij maakte later carrière over het Kanaal.”

Makelaar van Di Tomasso: “In Utrecht kwam ik in contact met Nol de Ruiter, de schoonpa van Foeke Booy, en een echte vakman. Daar was ik nog makelaar van David di Tommaso, die op 26-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleed.” De jaarlijkse trofee voor de beste speler van FC Utrecht is naar di Tommaso vernoemd, Dries Mertens mocht hem in 2010 in ontvangst nemen.

De transfer van Nastja Ceh: “Sollied hoefde hem niet”

Nastja Ceh viert de titel in 2005 met Bosko Balaban.
Nastja Ceh viert de titel in 2005 met Bosko Balaban.© BELGA

Ook bij de transfer van Nastja Ceh, die vier seizoenen mee het mooie weer bij Club maakte, er twee titels en evenveel bekers veroverde, was Jean-Claude Lagaisse betrokken. “We moesten hier letterlijk de Club-leiding overtuigen en toen hij hier was, hoefde Solied hem eerst niet.”

“We kregen een tip dat bij Maribor een talent speelde dat voor een prijsje op te halen was: Nastja Ceh”, opent Lagaisse. “Ik praatte in op Antoine Vanhove, maar die wilde hem toch eerst nog eens aan het werk zien. We zullen Cedo sturen, doelde hij op Cedomir Janevski. Die kent daar zijn weg. Mijn informant had er wel bij gezegd: hij komt niet uit de middencirkel, maar kan een bal neerleggen waar hij maar wil. Lopen zal hij in België moeten leren. Ik vergeet het nooit. We zaten op de bekerfinale tussen Westerlo en Lommel in 2001, toen we een enthousiaste Janevski aan de lijn kregen. Hij woonde de Sloveense bekerfinale bij en daar was Ceh bij Maribor de man van de match. Ze moesten hem meteen pakken, geen twijfelen aan. Hij kostte toen ruim tien miljoen frank. We haalden hem naar hier. Zelfs de voorzitter van Maribor kwam mee om de deal af te ronden.”

“Maar toen het seizoen begon keek coach Trond Sollied niet naar hem om. Ceh belde me. hij wilde weer weg, omdat de trainer niet in hem geloofde. Hij sprak niet tegen hem en stelde hem niet op. Tot de derde en laatste voorronde van de Champions League tegen Shaktar Donetsk. Ceh werd ingebracht, stond nauwelijks op veld en scoorde de gelijkmaker. Vervolgens stootte Club door met de strafschoppen en had Brugge meteen het geïnvesteerde geld terug. Vier jaar later zouden ze hem overigens voor een veelvoud verkopen aan Austria Wien.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier