Italo-Belgische voetbalfamilie Paravizzini: “Belgen mogen tweede worden”

Italië won het WK in 2006 en doet moest gevierd worden met v.l.n.r. Gilles Huyghebaert, Dieter Vancoillie, Angelo Paravizzini, Sandro Paravizzini, Dominiek Dejonghe, Stephanie Calmeyn, Aagje Meersseman en Alessandro Paravizzini. (GF)
Redactie KW

Ondertussen zijn alle West-Vlaamse Paravizzini’s Belg, maar als het op voetbal aankomt, supporteren ze keihard voor de Azurri, de Blauwen.

“Wij zijn een tornooiploeg”, zeggen de Paravizzini’s. En voor alle duidelijkheid: dan hebben ze wel degelijk over Italië, de tegenstander van de Rode Duivels op het EK in Frankrijk. Ondertussen zijn de Paravizzini’s allemaal Belg, maar als het op voetbal aankomt, supporteren ze keihard voor de Azurri, de Blauwen. “Goed spelen telt niet, winnen wel”, klinkt het. In het West-Vlaams, maar na een uurtje Italiaanse passie zijn we overtuigd: niks gaat boven de Italiaanse nationale ploeg. Al mogen de Belgen gerust tweede worden op het EK, na Italië natuurlijk.

Papa Giovanni (68) voetbalde niet, oudste zoon Pino moest vroeg stoppen, maar de andere drie zonen Silvio, Sandro en Angelo speelden allen bij Club Brugge. Zopas hebben ze nog de titel van Club mee gevierd, Silvio woont zelfs in de schaduw van Jan Breydel. Het gezin met vier kinderen – “we hadden ook graag een dochtertje gehad, maar ‘t werden vier jongens”, lacht mama – groeide op op ‘t Biezenhof in Roeselare. .

Ik ging uit in Roeselare en mijn vrouw werd verliefd op mij

Terwijl het kwartet aan Italiaanse warmbloedigheid op komst is, vertellen papa Giovanni en ‘la mama’ Magda Clabau (69) hoe het gezin hier verzeild raakte. “Mijn roots liggen op Sicilië, ik ben er geboren. Maar samen met mijn ouders, broer en twee zussen verhuisden we naar Frankrijk. Wij woonden in Tourcoing, ik ging uit in Roeselare en mijn vrouw werd verliefd op mij“, vat papa Giovanni samen. “Een deel van mijn familie woont nog in Noord-Frankijk, maar we hebben ook nog wat nichtjes in Sicilië.”

Magda is afkomstig uit Beveren-Roeselare, de ‘Para’s’ zouden er bij het plaatselijke Dosko de eerste voetbalpasjes zetten. Met pa en ma altijd langs de zijlijn. Pino moest snel stoppen, Silvio toonde zich getalenteerd, Sandro haalde als miniem nog de nationale jeugdselecties en de broers trokken naar Club Brugge waar Angelo meteen aansloot. De jongste bleek ook de meest talentvolle, hij speelde nog in de reserven van Club Brugge onder Alex Querter, maar bouwde daarna een mooie carrière uit in de lagere nationale reeksen. “Maar ik heb bij het met meeste aantal ploegen gespeeld”, pikt Silvio in.

Taormina als toeristische tip

Papa en zonen dragen de dubbele nationaliteit. “Vroeger kon dat niet, je was of Belg of Italiaan. De wetgeving daarrond veranderde later, maar nu nog krijgen sommige van mijn zonen oproepingsbrieven uit Italië.”

Uiteraard is Italië ook hun favoriete reisbestemming, de oudste zoon Pino doorkruiste al een groot stuk van het land. Een reistip? “Neem dan maar Taormina, een stad op Sicilië. Echt prachtig”, beaamt ook papa Giovanni. “Toscane ook, maar dat is natuurlijk al veel toeristischer geworden.”

Hoewel de vier zonen hier geboren zijn, wonen, werken en leven blijft die band met Italië onlosmakelijk. “Papa supporterde voor Italië, wij dus ook. Het WK dat ze in 1982 wonnen – ik was toen pas acht jaar – herinner ik me nog als de dag van gisteren”, zegt Sandro.

De Italiaanse passie brengen ze ook over op Club Brugge. “We hebben er toch met zijn drieën gespeeld, ik woon ook vlakbij het stadion. We zijn ook blauw-zwarte fans”, zegt Silvio. “Dat gaat redelijk ver hoor. Als Anderlecht Europees tegen pakweg Dortmund voetbalt, dan supporter ik voor de Duitsers. En ik die voor de Duitsers supporter, daarvoor moet al wat gebeuren…”, redeneert Silvio.

Sandro is de man die nog het hevigst Club Brugge aanvuurt. “Ja, ik ben een diehard fan. Geen slecht woord over Club hé…”, opent de gewezen spits terwijl hij naar zijn bezorgde pa kijkt. “Maar pa, ik blijf altijd vriendelijk hé. Vechten zal je me nooit zien doen. En ik ben ook al getemperd daarin. Tijdens de match niet, maar een uur na de match kan ik wel eens beseffen: die anderen hebben tien kansen gehad en wij maar eentje, misschien hebben ze toch verdiend gewonnen”, proest hij het uit.

Vroeger ben ik nog door Brugge gereden met de Italiaanse vlag door het autovenster

Toen de loting België en Italië in dezelfde groep indeelde, wisten de Paravazzini’s hoe laat het was. “Iedereen die ons een beetje kent, weet dat wij vurig voor Italië supporteren. En daar worden wij dan op aangesproken. En ik hou me dan ook niet in bij een pronostiek, als ze me om de uitslag vragen zeg ik dat we de Belgen met 5-0 zullen verslaan”, zegt Silvio. “Vroeger ben ik nog door Brugge gereden met de Italiaanse vlag door het autovenster. Ik ben ook vrij bijgelovig. Ik kijk in mijn eentje naar de matchen, mijn broers weten dat. Ze moeten niet bij mij in de zetel komen zitten. Ik zit daar dan met nog altijd mijn zelfde gelukstruitje van Italië aan, dan ondertussen tot aan mijn navel komt. Geen zicht, ik weet het, maar het hoort bij de traditie.”

Enkel winnen telt, daar zijn ze het met z’n vieren over eens. Pino: “Ik herinner me nog hoe we Nederland uitschakelden op Euro 2000, in de halve finales, voortdurend moeten verdedigen, maar dan die Hollanders er met de strafschoppen uit kegelen. Heerlijk toch?” In die wedstrijd viel Italië al na een half uur met tien na rood voor Zambrotta, in de reguliere speeltijd misten Frank de Boer en Patrick Kluivert een strafschop en toen het na 120 minuten nog 0-0stond wist Oranje hoever het was. Italië verloor die finale toen wel van Frankrijk, met de golden goal van David Trezeguet.

Over het huidige Italië is men realistisch. Angelo : “Buffon, onze doelman van 38 jaar is nog onze enige vedette. We hebben momenteel geen spelers als Rossi, Baggio, Totti,… Onze coach Antonio Conte – die straks naar Chelsea trekt – pakt het realistisch aan. Hij weet ook wel dat hij geen wereldploeg heeft, maar dat zal hem niet beletten om te presteren. We moeten het aanpakken als de Duitsers en een tornooiploeg worden. Het ontbreekt ons ook aan een topspits. De Belgen beschikken over meer materiaal, maar daarom zijn we zeker niet kansloos. De fouten van de tegenstander afstraffen, daar draait het om. Bij België heb je dan weer heel wat spelers die het verschil maken.”

Opvolging verzekerd

Uiteraard kijkt de hele familie uit naar dit EK en zeker ook naar de openingswedstrijd in poule E. “Wat de uitslag ook mag wezen, de dag erop zal het ambiance zijn. Winnen wij, dan is het hek van de dam, als we verliezen zullen we ‘onze kop’ niet te veel moeten tonen.”

Maar het ‘voetbalvirus’ zet zich ondertussn ook al voort. De (klein)kinderen dragen allemaal Italiaanse voornamen en zijn al even voetbalgek. Sandro: “Als ik eerlijk mag zijn: ze zijn al bijna even fanatiek als ons.”

Silvio: “Onze kleine vroeg onlangs om met haar Italiaans shirt naar school te mogen…” Kwestie voor wat tegengewicht te bieden voor al die tricolore outfits zeker? “En ze zingen ook al het volkslied mee”, klinkt het. De opvolging is verzekerd.

(WVS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier