De ‘overlopers’ tussen Club Brugge en RSC Anderlecht: van topspits tot slager in de Colruyt

Elos Elonga-Ekakia maakte in 1999 de overstap van Club naar RSCA. (Foto Belga) © BELGA
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Judas, verrader, bedrieger. Spelers die de overstap naar de grote concurrent maken, worden doorgaans hard aangepakt door de rivaliserende supportersclan. Zij die zowel voor Club Brugge als voor Anderlecht speelden, kennen er alles van. 25 moedigen durfden de stap toch te zetten en daar zitten heel wat bijzonder verhalen tussen.

Gerhard Mair

Gerhard Mair is de enige speler die maar liefst drie keer tussen de aartsrivalen switchte. De Oostenrijkse doelman speelde tot 1964 in eigen land, maar werd weggeplukt door Club Brugge om er na Fernand Boone en Sandor Baranyai derde doelman te worden. Toen die laatste wegens huwelijksproblemen zelfmoord pleegde, steeg Mair een rijtje in de

pikorde, maar toch werd hij uitgeleend aan Anderlecht. Als doublure van Jean Trappeniers kwam Mair ook daar amper in actie, dus keerde hij na twee seizoenen terug naar blauw-zwart.

Ook na zijn terugkeer kwam de Oostenrijker slechts één keer in actie, want Boone was nog steeds de vaste nummer één. In 1969 vertrok de doelman opnieuw naar Anderlecht, waar hij tot 1973 derde keeper zou blijven. De ex-Bruggeling stierf 14 jaar geleden op 62-jarige leeftijd.

Elos Elonga-Ekakia

Een andere man die rechtstreeks van Club Brugge naar Anderlecht trok, is Elos Elonga-Ekakia. In 1994 werd hij in zijn geboorteland Congo ontdekt door KSC Lokeren, dat hij in ’96 mee naar de titel in tweede klasse loodste. In 1998 was de concurrentie bij Lokeren – met onder meer Jan Koller – enorm, waardoor hij voor Club Brugge koos. Ekakia speelde regelmatig aan de zijde van Edgaras Jankauskas en Gert Verheyen en gaf zelfs twee assists tijdens de laatste zege van blauw-zwart in het Constant Vanden Stockstadion (de 2-3 in 1998).

Ekakia in dienst van Anderlecht.
Ekakia in dienst van Anderlecht.© BELGA

Toch besloot hij een jaar later al om voor RSC Anderlecht te kiezen. Ondanks de enorme concurrentie van Jan Koller, Tomasz Radzinski, Oleg Iachtchouk, Edrissa Sonko en Ioannis Anastasiou was Ekakia bij paars-wit goed voor 11 goals in 29 matchen. Na dat seizoen geraakte de Congolees echter betrokken bij een auto-ongeluk, met gescheurde kruisbanden en een hersenbloeding als gevolg. Er volgde een medische afkeuring wegens coördinatiestoornissen, waarna zijn carrière op een zijspoor belandde.

Uiteindelijk moest hij zelfs bij tweedeprovincialer SK Lochristi bij de reserven spelen, een schrijnend dieptepunt. Om geld in het laatje te brengen werkte de ex-prof nog even als slager in de Colruyt van Buizingen. Ekakia woont nog steeds in ons land en kwam nog een aantal keer in aanraking met het gerecht, onder meer voor verkeersinbreuken en partnergeweld. Hij heeft negen (!) kinderen.

Erwin Vandendaele

Ook het levensverhaal van Erwin Vandendaele is op zijn minst opvallend te noemen. Hij werd in 1945 in het Franse Metz geboren als de zoon van Irma Vandendaele en een Duitse soldaat die tijdens WOII nog voor de geboorte van zijn zoon om het leven kwam. Vandendaele ging met zijn moeder in Gavere wonen, waar hij op 9-jarige leeftijd bij het plaatselijke RC Gavere begon te voetballen.

Midden jaren 60 maakte hij voor 900.000 Belgische frank de overstap naar Club Brugge, waar hij door de concurrentie van Raoul Lambert en Johny Tio aanvankelijk weinig speelde. Na een positiewissel werd Vandendaele toch een vaste waarde op het middenveld en na een tweede omscholing – tot libero – werd hij een absolute sterkhouder. Dat leverde hem in 1971 de Gouden Schoen op.

Na de landstitel in 1973 werd Ernst Happel de nieuwe Brugse coach, maar Vandendaele, die ondertussen ook aanvoerder was, kon het niet goed met de Oostenrijker vinden en koos voor een overstap naar Anderlecht. “Ik kan niet ontkennen dat het financiële daar een grote rol in gespeeld heeft. Bovendien was Happel net in Brugge aangekomen en voor mij was het hek toen helemaal van de dam. We hebben zelfs een tijdje niet met elkaar gesproken. Voorzitter Fernand De Clerck heeft nog geprobeerd de brokken te lijmen, maar ik wist toen al dat ik naar Anderlecht kon”, liet Vandaele een drietal jaar geleden in deze krant optekenen.

Een beeld uit 1966 van Clubicoon Raoul 'Lotte' Lambert (links) samen met Erwin Vandendaele, die na tien seizoenen bij blauw-zwart voor Anderlecht koos. (Foto Belga)
Een beeld uit 1966 van Clubicoon Raoul ‘Lotte’ Lambert (links) samen met Erwin Vandendaele, die na tien seizoenen bij blauw-zwart voor Anderlecht koos. (Foto Belga)© BELGAIMAGE

In Brussel zou hij uiteindelijk drie seizoenen blijven om nog twee bekers en de Europacup II te winnen. Door een blessure was de gewezen Bruggeling er in de Europese finale echter niet bij. Later speelde Vandendaele onder meer nog voor AA Gent, waar hij ook trainer werd. Hij is er nog steeds als scout actief en wordt zelfs de ontdekker van Moses Simon genoemd.

Rob Rensenbrink

Rob Rensenbrink werd in 1969 door Club Brugge bij AFC DWS – destijds na Ajax de grootste club uit Amsterdam en intussen een amateurclub – voor 450.000 gulden (een grote 200.000 euro, red.) weggeplukt. Rensenbrink volgde zo samen met Henk Houwaart de Nederlandse trainer Frans de Munck. In zijn eerste seizoen veroverde hij meteen de Beker van België. Het is ook bij Brugge dat Rensenbrink de bijnaam ‘slangenmens’ kreeg. Dit omdat de Hongaarse coach Lajos Baróti hem na een wedstrijd tegen Ujpest zo had genoemd.

Toch was het vooral bij Anderlecht dat Rensenbrink furore maakte. Door toedoen van Constant Vanden Stock, die eind jaren 60 in het bestuur van Club Brugge zetelde maar in 1971 voorzitter van Anderlecht werd, maakte de Nederlander mee de overstap naar de Brusselse club. Rensenbrink werd in een ruil met Wilfried Puis en Johnny Velkeneers betrokken. Het slangenmens groeide uit tot dé ster van het Anderlecht van de jaren 70 en was met zijn dribbels de grote publiekslieveling en smaakmaker. In 1973 kroonde hij zich tot topschutter en in 1976 werd hij na Johan Boskamp de tweede Nederlander (en buitenlander) die de Gouden Schoen won.

Critici beweerden echter dat Rensenbrink zich moeilijk kon opladen voor duels tegen kleinere ploegen, maar zelf ontkende hij dat steeds. “Voor galawedstrijden trok Robbie zijn smoking aan”, is daaromtrent een bekende quote van trainer Raymond Goethals. Paul Van Himst noemde Rensenbrink de beste transfer die Anderlecht ooit deed.

Na negen seizoenen bij Anderlecht, doorspekt met ook heel wat Europese successen, koos Rensenbrink voor een financieel aantrekkelijk avontuur bij het Amerikaanse Portland Timbers. Hij bleef daar echter niet lang en na een kort verblijf bij Toulouse keerde hij terug naar zijn Nederlandse amateurclub OSV, waar hij zijn carrière beëindigde.

Rensenbrink verzamelde een waslijst aan prijzen. Bovendien werd hij in 2004 door de Braziliaanse stervoetballer Pelé geselecteerd voor de FIFA 100 en verkoos een jury van (oud-)trainers hem in 2007 tot beste buitenlandse speler ooit in de Belgische competitie. In oktober vorig jaar stelde Rob Rensenbrink op Anderlecht het boek over zijn carrière voor. Robbie is er momenteel 70 en lijdt aan een spierziekte.

Lorenzo Staelens

Lorenzo Staelens met Gert Verheyen, twee spelers die zowel voor Club Brugge als RSC Anderlecht voetbalden.
Lorenzo Staelens met Gert Verheyen, twee spelers die zowel voor Club Brugge als RSC Anderlecht voetbalden.© Belga

Een van de overlopers die onder de supporters de meeste ophef veroorzaakte, is ongetwijfeld Lorenzo Staelens. ‘De Lorre’ werd na negen succesvolle seizoenen – met onder meer vier titels en drie bekers immers als een van dé boegbeelden van blauw-zwart aanzien.

Op 34-jarige leeftijd leek Staelens op weg om zijn carrière in Brugge af te sluiten toen Anderlecht hem transfervrij binnenhaalde. De Brugse supporters bestempelden hem als een verrader. Eind augustus vorig jaar hadden we het met Staelens in een interview voor deze krant nog over die opvallende overstap. “Af en toe spreken sommigen me er nog over aan. Ze nemen het me nog steeds kwalijk, maar dat zijn mensen die niet beseffen dat het in een voetbalcarrière niet altijd evident is om te kiezen”, verklaarde Staelens toen. “Aanvankelijk wou ik mijn carrière in Brugge beëindigen, maar door omstandigheden is dat er niet van gekomen. Na negen seizoenen kreeg ik immers slechts een contractverlenging van twee jaar, terwijl ik nog drie jaar wou voetballen. Ik trok mijn conclusies en was aanvankelijk van plan om naar het buitenland te trekken, maar toen kwam Anderlecht op de proppen. Uiteindelijk won ik er nog twee titels en de Gouden Schoen. Desondanks draag ik Club Brugge – net zoals alle andere ploegen waarvoor ik speelde – nog steeds een warm hart toe. In die negen jaar is me dan ook vooral de 0-3-overwinning op Anderlecht bijgebleven, waarin ik een hattrick scoorde.”

Staelens sloot zijn spelerscarrière af bij de Japanse tweedeklasser Oita Trinita om daarna nog bij heel wat clubs als trainer aan de slag te gaan. Momenteel is hij de assistent van Glen De Boeck bij KV Kortrijk.

Ook zij waren voor beide clubs actief

Acht rechtstreekse transfers van Club Brugge naar Anderlecht. Acht van Anderlecht naar Club. Netjes verdeeld. Gerhard Mair, Rob Rensenbrink, Erwin Vandendaele, Marc Degryse, Lorenzo Staelens, Elos Elonga Ekakia, Aleksandar Ilic en Ronald Vargas behoren tot die eerste categorie. Gerhard Mair, Wilfried Puis, Johny Velkeneers, Jos Volders, Hugo Broos, Gert Verheyen, Alin Stoica en Tom De Sutter maakten de omgekeerde beweging. Tien spelers zetten via een of meerdere tussenstations de overstap naar de eeuwige rivaal: Johan Devrindt, Ruud Geels, Leen Barth, Gilbert Van Binst, René Vandereycken, Kenneth Brylle, Nordin Jbari, Meme Tchité, Geert De Vlieger en Vadis Odjidja-Ofoe.

Tom De Sutter zette in 2013 de stap van RSC Anderlecht naar Club Brugge en is voorlopig de laatste overloper. (Foto Belga)
Tom De Sutter zette in 2013 de stap van RSC Anderlecht naar Club Brugge en is voorlopig de laatste overloper. (Foto Belga)© BELGA

In dit overzicht hielden we enkel rekening met spelers die voor beide A-teams in actie kwamen. Zo speelde bijvoorbeeld ook Sébastien Bruzzese voor beide clubs, maar bij Anderlecht stond hij nooit in de ploeg. Uiteraard zijn er ook heel wat mannen die zowel voor de jeugd van Club Brugge als voor Anderlecht speelden. Oostendenaar Jamaïque Vandamme bijvoorbeeld, die na zes seizoenen bij de jeugd van blauw-zwart op 16-jarige leeftijd door Anderlecht werd weggeplukt. Van de huidige Clubspelers kwam Dion Cools in zijn jonge jaren nog één seizoen voor de jeugd van RSCA uit.

Vijf coaches leidden zowel Club als RSCA

Vijf trainers werkten voor beide clubs. Norberto Höfling is de enige in het rijtje die rechtstreeks van blauw-zwart naar paars-wit ging. Na zijn carrière is de Roemeen blijven hangen in Brugge, waar hij een schoenenwinkel had. Ook Georg Keßler, András Béres, Hugo Broos en Georges Leekens hadden beide Belgische grootmachten onder hun hoede.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier