Carl Hoefkens voelt zich goed in West-Vlaanderen: “Een maand en ik was volledig ingeburgerd”

"Bij jonge voetballers kan ik nadrukkelijker mijn stempel drukken", aldus Carl Hoefkens. (Foto Marc Vandeputte)
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Terwijl ‘zijn’ Club Brugge binnenkort ongetwijfeld kampioen zal worden, speelde Carl Hoefkens afgelopen weekend met het Knokse Surfers Paradise al voor de titel. Naast zijn wekelijks partijtje in het bedrijfsvoetbal is de uitgeweken Antwerpenaar sinds enkele weken bij de jeugd van Royal Knokke FC aan de slag. Voor zijn andere passie, crossfit, vertoeft Hoefkens dagelijks in Brugge. “West-Vlaanderen spreekt me gigantisch hard aan.”

Het heeft niet mogen zijn voor Carl Hoefkens en zijn ploeggenoten. Net als Club Brugge bleef Surfers Paradise afgelopen weekend op een 4-4-gelijkspel steken. Weg titel in de tweede reeks van het bedrijfsvoetbal. “Jammer, maar toch is het een topseizoen geweest”, lacht Carl Hoefkens. “Ik keek vroeger naar Team Spirit (een komedie van Jan Verheyen uit 2000 over het leven van voetballers die in het liefhebbersverbond spelen, red.) en kon me moeilijk voorstellen hoe het voelde om enkel met vrienden samen te spelen, maar dankzij Surfers Paradise weet ik dat nu perfect. We vormen een hechte vriendenbende. Na meer dan 30 jaar alleen maar met voetbal bezig te zijn geweest, had ik het volledig gehad. In trainen heb ik geen zin meer, maar van een wedstrijdje puur voor de fun kan ik wel nog genieten. Je merkt trouwens dat er veel mannen meedoen die ooit op hoger niveau actief waren. Ik speel het spelletje nog graag en het grote voordeel is dat ik nu niet meer al te veel hoef te lopen. Een vaste positie hebben we niet, want iedereen speelt overal.” (lacht)

“Ook in andere sporten kwamen er al homo’s uit de kast, dus de voetbalwereld zal wel volgen…”

Je bent sinds enkele weken bij de jeugd van Royal Knokke FC actief.

“Klopt. Mijn taak bestaat erin de meest talentvolle Knokse jeugd te begeleiden en individueel beter te maken. Samen met het bestuur proberen we de jeugdopleiding op te waarderen en echt wel voor een kwaliteitsinjectie – met meer doorstroming – te zorgen. Knokke is in enkele seizoenen tijd van tweede provinciale naar de hoogste amateurklasse gepromoveerd. Dat maakte het bijzonder lastig om de jeugdopleiding mee te laten evolueren. We zijn echter op de goede weg. Ik probeer zoveel mogelijk jeugdwedstrijden te zien en wekelijks geef ik ook training aan een groep talentvolle Knokse jongeren. Daarnaast probeer ik ook de trainers te ondersteunen.”

Carl Hoefkens voelt zich goed in West-Vlaanderen:

Ook in het crossfit ben je bijzonder actief.

(knikt) “Crossfit is een trainingsvorm waarbij elementen van gewichtheffen, atletiek en gymnastiek gecombineerd worden. Toen ik stopte met voetballen, wou ik absoluut fit blijven en ik kwam eerder per toeval met crossfit in aanraking. Dankzij die sport ben ik na mijn voetbalcarrière nooit in een zwart gat beland. Het vormt een uitdaging en geeft me de adrenaline die ik nodig heb. Ik ben er dagelijks minstens een vijftal uur mee bezig.”

Is het de bedoeling om in de toekomst die twee passies voetbal en crossfit te combineren?

“Dat behoort zeker tot de ambitie. Mijn functie bij Knokke heeft mijn goesting om crossfit met voetbal te combineren aangewakkerd. Ik wil sowieso verder gaan in de trainerswereld. Volgend seizoen staan er nog nieuwe initiatieven op til, maar daar kan ik op dit moment nog niet veel over zeggen.”

Eventueel in eerste klasse?

(resoluut) “Dat is nooit mijn bedoeling geweest. Het hoogste niveau – en dan al zeker in het volwassenenvoetbal spreekt me niet aan. Ik wil voetballers persoonlijk beter maken en dan het liefst op jonge leeftijd. Bij jonge gasten kan ik nadrukkelijker mijn stempel drukken en dat geeft me meer voldoening. Het heeft veel meer dan transfers en andere randzaken écht met voetbal te maken. Via mijn persoonlijke ervaring kan ik jonge voetballers nog dat klein tikkeltje extra meegeven. Dat kan het verschil maken in het al dan niet prof worden.”

Ook op Club Brugge kom je nog regelmatig langs. Je stuurde onlangs via Twitter nog een foto de wereld in van het Jan Breydelstadion met als commentaar: ‘Het is goed af en toe thuis te zijn.’

“Dat is een band die niet stuk te krijgen is. Ik heb er fantastische jaren beleefd en had een ongelofelijk goede verstandhouding met de supporters. Het heeft ervoor gezorgd dat ik hier zelfs ben blijven wonen (in Ramskapelle, nabij Knokke, red.). West-Vlaanderen spreekt me gigantisch hard aan.”

“Brandon Mechele moet in de pikorde bij de Rode Duivels altijd voor Leander Dendoncker staan”

De titel lijkt Club niet meer te kunnen ontglippen. Wie heeft dit seizoen het meeste indruk op jou gemaakt?

“Brandon Mechele. Het doet me enorm veel plezier om hem op dergelijk niveau te zien voetballen, ook omdat het een jeugdproduct is. Hij is voor mij de beste centrale verdediger in de Belgische competitie. Ook Ruud Vormer was dit seizoen een ongelooflijk lichtpunt in onze competitie. Door zijn spel, maar vooral omwille van zijn optimisme, de manier waarop hij met de pers omgaat, hoe hij de functie als kapitein op zich neemt… Hij is een echt voorbeeld.”

Vind je dat Mechele zijn kans bij de nationale ploeg moet krijgen?

“Brandon Mechele kan de nationale ploeg als centrale verdediger veel meer bijbrengen dan Leander Dendoncker. Hij is veel stabieler en secuurder en zou ook bij de Rode Duivels heel weinig steken laten vallen. Hij valt zelden op, maar zal nooit een slechte wedstrijd spelen. Naar mijn mening mag Mechele in de pikorde voor Dendoncker staan.”

Hoe goed ken je Ivan Leko?

“We hebben nooit samen gespeeld, maar ik nam het wel vaak tegen hem op. Ik vind het chapeau van het Brugse bestuur om voor een jonge trainer te kiezen. Er waait een nieuwe wind door Brugge en dat is dankzij Ivan Leko.”

Hoe komt het dat onze provincie je zo aanspreekt?

“Ik was aanvankelijk bang om vanuit Stoke – waar ik ook op twee topseizoenen kon terugblikken – naar België terug te keren. We wisten niet meteen waar we moesten gaan wonen, maar omdat ik ooit al eens in Knokke was geweest, koos ik voor die locatie. Eerder ‘at random’ dus. Vrijwel meteen leerde ik hier heel wat mensen kennen en binnen de maand was ik volledig ingeburgerd.”

Maar toch koos je er na je carrière voor om eerst nog een tijdje in Spanje te gaan wonen.

“Dat was een keuze die ik tijdens mijn voetbalcarrière al maakte. Het was de bedoeling om daar mensen te begeleiden en ze kennis te laten maken met crossfit. Dat marcheerde heel goed, maar onze kinderen die ondertussen al aan het puberen waren hadden het heel moeilijk om zich in Marbella te integreren. Ze waren er niet gelukkig, dus was de keuze om naar België terug te keren snel gemaakt.”

Zijn er andere beslissingen die je beter niet had genomen?

“Spijt heb ik niet, aangezien mijn keuzes me hebben gemaakt tot wie ik nu ben. Een voetbalcarrière – en de belangrijke beslissingen die daarmee gepaard gaan is één van de beste leerscholen in het leven. Dankzij mijn ervaringen kan ik nu jonge spelers op een gepaste manier adviseren.”

Toch maakte je enkele opvallende keuzes. Na een korte terugkeer naar Lierse koos je in de herfst van je carrière nog voor KV Oostende.

“Ik was al gestopt toen Luc Devroe me belde met de vraag om er nog een seizoentje aan te breien bij KVO. Al van in mijn periode bij Club Brugge onderhield ik een goede band met Luc, dus zag ik dat wel zitten. Voorwaarde was wel dat ik niet meer dan tien matchen zou spelen. Ik wilde immers vooral belangrijk zijn in de kleedkamer. Hoewel we door veel mensen getipt werden als degradatiekandidaat, draaiden we toen een heel sterk seizoen (KVO werd in 2014-2015 tiende met 38 punten, red.) en ik droeg mijn steentje daar zeker toe bij. Ik speelde uiteindelijk meer dan 20 matchen en toen was het echt welletjes geweest.” (lacht)

En nog was dat niet het definitieve einde, want je sloot je carrière definitief af bij Manchester 62 FC.

“Dat was vergelijkbaar met Surfers Paradise, maar dan in Gibraltar. Ik voetbalde nog steeds graag en zocht een ploegje zonder verplichtingen. Toen ik in Marbella woonde, ging ik in de buurt op zoek naar een club en via een plaatselijke trainer kwam ik bij Manchester 62 terecht. Dat was een leuk avontuur, want ik was nooit eerder in Gibraltar geweest. Er hangt daar een speciale sfeer. Ik speelde er nog een vijftal maanden puur voor het plezier.”

In een interview in De Zondag van eind oktober vorig jaar verklaarde je dat je met drie homo’s samenspeelde. Op onze sportredactie doen we jaarlijks een gewaagde pronostiek. Een collega van me voorspelde dat in 2018 de eerste voetballer zich als homo zal outen. Denk je dat de voetbalwereld daar klaar voor is?

“Hoe meer mensen daarover bezig zijn, hoe moeilijker dat wordt. Ik denk niet dat je zoiets in stilzwijgen moet blijven hullen, maar er moet ook niet te veel aandacht aan gegeven worden. Als de tijd er rijp voor is, zal dat sowieso gebeuren. Als de maatschappij zo blijft evolueren, zal dat ook niet meer lang duren, want dat trekt zich verder in voetbal. Ook in andere sporten kwamen er al homo’s uit de kast, dus de voetbalwereld zal wel volgen. Of dat in 2018 zal gebeuren, durf ik niet zeggen…”