Johan Bruyneel zou maar wat graag zijn versie van de feiten vertellen in de dopingzaak rond zijn voormalige pupil Lance Armstrong. “Na lang zwijgen sta ik te popelen om mijn gedacht te zeggen maar mijn advocaten hebben me opgedragen te zwijgen”, zegt de 48-jarige West-Vlaming dinsdag in het weekblad Humo.
In het beruchte USADA-rapport dat eind vorig jaar de wielerwereld op zijn kop zette, wordt Bruyneel afgeschilderd als een ploegleider die van jonge talenten geroutineerde dopinggebruikers maakte door hen te dwingen verboden middelen te nemen.
“Aanklachten vallen me zwaar”
Bruyneel reageert ontsteld in Humo. “Deze aanklachten vallen me zwaar, heel zwaar. Als mijn moeder in tranen belt omdat ze iets slechts over mij gelezen heeft, breekt dat mijn hart. Vooral omdat het pertinente leugens zijn. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Ik heb nooit iemands gezondheid in gevaar gebracht.” Hoe de vork dan echt in de steel zit, kan en mag de voormalige vertrouwenspersoon van Armstrong niet zeggen.
“De lopende procedures maken dat onmogelijk. Maar ik kan één ding zeggen: Ik ben geen duivel of wat dan ook. Het publiek denkt misschien van wel maar op termijn zal iedereen een beter inzicht krijgen in de situatie en zal dat beeld omslaan.” Op de vraag of hij ergens spijt van heeft, wil Bruyneel evenmin antwoorden. “Ik kan door de lopende procedures niet op de details ingaan. Volgens het USADA-rapport ben ik het brein achter het meest gesofisticeerde dopingsysteem in de geschiedenis maar dat was niet zo. Daar ben ik van overtuigd.”
(BELGA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier