Met de tijdrit voor de beloften wordt dinsdag het startschot gegeven van de wereldkampioenschappen op de weg in Varese. Voor ons land wordt Jan Ghyselinck uit Pittem in de strijd gegooid.
Jan Ghyselinck is niet zomaar de eerste de beste. Goed een maand geleden werd de West-Vlaming uit Pittem al voor de vierde keer in zijn nog jonge carrière nationaal kampioen tijdrijden. Voorts won hij vorig jaar een tijdrit in de Tour des Pays de Savoie door de huidige prof Jérôme Coppel met een halve seconde te kloppen en won hij als junior ooit de GP Bernaudeau, de Alpenklassieker, de Ronde van Toscanië en de Ronde van Vlaanderen. Toch loopt de 20-jarige renner van Wielergroep Beveren 2000 niet bepaald over van ambitie. Hij zou niet ontgoocheld zijn als hij bij de eerste twintig zou kunnen eindigen. Trieste realiteit of zin voor realisme? Dat hij ook alleen de tijdrit mag rijden en niet geselecteerd werd voor de wegrit van vrijdag vindt Ghyselinck ook al niet erg.
“Ik ben pas twintig jaar en heb nog twee jaar de tijd”, aldus de man die in zijn tweede jaar als belofte eindelijk de lijn van zijn periode bij de juniores enigszins kon doortrekken. “Noem dit mijn jaar van de langzame doorbraak. Tot april was ik bijzonder goed. Ik eindigde bijna altijd bij de eerste drie en ik deed bijna overal mee om te winnen. Maar daarna was het beste er af. In de plaats van er eind april even tussenuit te gaan, fietste ik door tot een stuk in mei en geraakte ik nog amper vooruit. Pas in het BK tijdrijden kwam ik er opnieuw bovenop. Dat is ook de reden waarom ik niet geselecteerd werd voor het EK. Mijn conditie was voor bondscoach Jean-Pierre Dubois niet goed genoeg en daar had ik alle begrip voor. Maar met mijn overwinning in Moeskroen schonk de coach me opnieuw alle vertrouwen.”
Ghyselinck, halftime prof omdat hij werkzaam is in de groothandel voor dakmaterialen van zijn vader, is al van zaterdag in Italië. “Ik verkende het parcours voor de tijdrit al twee keer en doe het vandaag voor de laatste keer”, vertelde hij maandag na het ontbijt.
“Er zit een klim in van vijf kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van twee à drie percent en met een piek van zes tot zeven percent. Later volgt nog een redelijk steil stuk omhoog van achthonderd meter. Daarna volgt een lange afdaling naar de finish. Dat betekent dat je voor een goed resultaat niet over je toeren mag gaan bergop maar dat je krachten over moet houden om op de grootste versnelling meer dan vijftig km per uur te kunnen halen.”
Zicht op de tegenstand heeft Jan Ghyselinck niet. Zijn coach Jean-Pierre Dubois evenmin. “Van belangrijke tegenstanders zoals Lars Boom en Mikhail Ignatiev zijn we vanaf”, zeggen ze. “Ook Jérôme Coppel is er niet meer bij omdat hij voor een ploeg uit de ProTour rijdt. De topdrie van vorig jaar is dus weg. Misschien is thuisrenner Ardriano Malori wel de voornaamste kanshebber omdat die vorig jaar vijfde was in Stuttgart.” (Bron: Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier