“Zelf racen is niks voor mij”

Redactie KW

Niemand die de autosport beter kent dan Pascal Vanhullebusch (53), voorzitter van het Provinciaal Autosportkomité, sportcommissaris en de enige West-Vlaamse internationale wedstrijdleider. “In Vlaanderen is de rallysport het populairst in West-Vlaanderen. 56 procent van de Vlaamse vergunninghouders woont in onze provincie.”

“Het Provinciaal Autosportkomité overkoepelt de 16 clubs in West-Vlaanderen. Om mee te doen aan een wedstrijd moet je aangesloten zijn bij een club en een vergunning krijgen van het provinciaal comité. In West-Vlaanderen waren er in 2016 728 vergunninghouders, 56 procent van het totale aantal in Vlaanderen”, vertelt Pascal, die uit Oostende afkomstig is, maar sinds anderhalf jaar in Eernegem woont. De ambtenaar bij de pensioendienst voor zelfstandigen heeft buiten de uren een spectaculairder bezigheid.

“West-Vlaanderen is een rallyprovincie. We hebben jaarlijks acht rally’s, vier rallysprints, drie slaloms, drie rittensportwedstrijden, twee classics en een marathon. De laatste drie soorten wedstrijden draaien niet rond snelheid, maar rond het vinden van je weg op een kaart. Het grote aantal wedstrijden in West-Vlaanderen is historisch gegroeid, maar heeft ook te maken met het feit dat burgemeesters hier nog toelating geven voor een wedstrijd. In andere provincies ligt dat veel moeilijker.”

“Het aantal vergunninghouders blijft ongeveer gelijk. Er zijn afvallers en nieuwkomers“, aldus Pascal. “De jongsten zijn 18 jaar, de oudsten over de 70. Zoals de wielersport problemen heeft om seingevers te vinden, zo vinden wij moeilijk baancommissarissen. Ze moeten een opleiding volgen en worden om de twee jaar opgevolgd. Ook vrijwilligers om wedstrijden te organiseren, vind je alsmaar moeilijker. Er is meer en meer werk, want de veiligheidsvoorschriften worden strenger. De publieke opkomst blijft stabiel, maar is erg streekgebonden.”

Wedstrijdleider

“Ik ben altijd een autosportliefhebber geweest. In 1988 begon ik als baancommissaris op de circuits van Zolder en Francorchamps. Later stapte ik over naar het interventieteam van Zolder. Bij ongevallen moest ik de dokter en een verpleegkundige ter plaatse brengen. Vervolgens kreeg ik de leiding van het interventieteam en nog later werd ik gevraagd om de wedstrijdleider te helpen. Het voordeel daarbij als Vlaming is dat wij nogal wat talen kennen.”

“Vandaag ben ik sportcommissaris op diverse wedstrijden en wedstrijdleider van de Lotuscup Europe, die zeven wedstrijden omvat op Formule 1-circuits in diverse Europese landen. Ik ben ook koersdirecteur van het Belcar Endurance Championship en adjunct-wedstrijdleider op de 24 Uren van Francorchamps. Alles samen doe ik toch een 20-tal wedstrijden per jaar”, vertelt Pascal. “Ik zit in een ruimte waar ik de wedstrijd kan volgen op schermen. In Zolder zijn er 16 schermen, in Francorchamps meer dan 20. Tijdens de Lotuscup heb ik altijd Martin Donnelly bij me, een Britse ex-Formule 1-piloot.”

“Ik heb een hele verantwoordelijkheid: er kunnen levens van afhangen”

“Als wedstrijdleider heb ik radiocontact met de mensen van de organisatie, de ambulances… Niet rechtstreeks met de piloten, het contact met hen gebeurt via de teamchefs. Ik kan beslissen om de koers te neutraliseren, iedereen aan 60 km per uur te doen rijden of om inbreuken te bestraffen. Een hele verantwoordelijkheid: er kunnen mensenlevens van afhangen. Gelukkig had ik nog nooit zware ongevallen. Gelukkig maar. Eigenlijk zijn er in de autosport maar weinig ernstige ongevallen, zeker op het circuit. De openbare weg is iets gevaarlijker.”

“Te voorzichtig”

“Er zijn heel rustige en heel lastige wedstrijden bij”, spreekt Pascal uit ervaring. “Soms zeg ik : oef, het is voorbij. Ik doe dit heel graag, al moet je het niet doen om rijk te worden. Het is een kleine wereld waarin je altijd weer dezelfde mensen ontmoet. De sfeer verschilt van serie tot serie. De Lotuscup is een heel mooie serie zonder professionele piloten. Het zijn allemaal gentleman’s drivers, mensen met geld, die rijden om zich te amuseren en niet alleen focussen op winst. Daar gaat het er gezellig aan toe.”

“De 24 Uren van Francorchamps zijn heel anders. Daar rijden fabrieksteams om hun automerk te promoten. Het moet juist zijn en als ze elkaar op iets kunnen betrappen, zullen ze het niet laten. Maar het is dan ook hét evenement in West-Europa. De budgetten die daar omgaan, wil je niet kennen”, lacht Pascal, die zelf regelmatig eens op reis gaat voor zijn hobby. “Gelukkig is ook mijn vrouw geïnteresseerd. Zelf heb ik er nooit aan gedacht om wedstrijden te rijden. Eens met een snelle wagen op het circuit toeren, dat wel. Maar voor wedstrijden ben ik te voorzichtig.”