“Liefde voor de paardensport flakkerde al gauw weer op”

(Foto PDV)
Redactie KW

Keurig uitgedost met de opgeblonken koets door de polders trekken, voor Stefaan Martens en Ann Dewulf uit Oostkerke is het pure ontspanning. “Ik werkte al vanaf mijn dertiende op het land met de werkpaarden, deed aan dressuur en jumping”, vertelt paardenliefhebber Stefaan. “Door het drukke zakenleven verdwenen de paarden lange tijd naar de achtergrond maar sinds een tiental jaar is de passie opnieuw terug en ga ik samen met Ann zoveel mogelijk de baan op met een van onze vier koetsen.”

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Paardenrennen in West-Vlaanderen.

Stefaan Martens – beroepsmatig actief als specialist zandstralen van trappen, balken en deuren – groeide op als een van de elf kinderen uit een Oostkerks landbouwersgezin. “We hadden wel al een tractor voor het zwaardere werk maar voor lichtere karweien, zoals hooi keren, gebruikten we nog werkpaarden. Toen ik nauwelijks dertien jaar oud was, zat ik dus al met de paarden op het land”, herinnert Stefaan Martens zich. “Ik was al snel gebeten door de paardenmicrobe en sloot me als jonge kerel aan bij de Landelijke Rijvereniging (LRV), deed aan dressuur en jumping en nam deel aan tal van tornooien.”

Manege De Blauwe Zaal

“Al op mijn 23ste ging ik echter als zelfstandige aan de slag. Ik legde me helemaal toe op mijn zaak, het vele werk en de beslommeringen. Voor mijn paardenpassie bleef er nauwelijks nog tijd over. Gedurende 25 jaar ben ik niet meer met paarden bezig geweest.” Maar het bloed kroop dan toch waar het niet gaan kon. Stefaan ging langs in de bekende manege De Blauwe Zaal in Sint-Kruis en de liefde voor de paardensport flakkerde al gauw weer op. In die periode kocht hij enkele, eerder eenvoudige, paarden om het gras op het domein in Oostkerke af te eten.

“Je moet de paarden met respect behandelen en dan krijg je er heel veel van terug”

“In de manege maakte ik ook kennis met het mennen, het zelf aansturen van paarden van op de koets. Ik vond het direct erg boeiend en selecteerde de beste paarden uit onze weide om mee aan de slag te gaan”, stelt Stefaan. “Op de paardenmarkt in Torhout kochten we dan de eerste koets”, vult zijn partner Ann aan. “Een eenvoudig ‘instapmodel’.”

“Op dat moment kende ik er eigenlijk nog niet zoveel van”, gaat Stefaan verder. “Daarom ging ik lessen volgen in De Blauwe Zaal. Vooral van Jozef de Faudeur en van Jan Van den Berghe heb ik erg veel geleerd: zij zijn meesters in hun vak. Bijna iedereen kan wel van punt a naar punt b rijden, maar ik leerde om gecontroleerd te gaan rijden; om het paard gericht aan te sturen. Ik leerde er ook om de rijzweep nauwelijks te gebruiken. Je moet eigenlijk enkel het kwastje eraan gebruiken om voorzichtig de richting aan te geven. Je moet de paarden met respect behandelen en dan krijg je er heel veel van terug.”

“Het plaatje moet kloppen: mooie koetsen, mooie paarden én een mooi kostuum”

Stefaan neemt regelmatig deel aan wedstrijden van de Landelijke Rijvereniging, zoals onlangs nog in Westkapelle en behaalde er de eerste prijs met het dubbelspan, met twee paarden voor de koets gespannen dus. “Een van de behendigheidsoefeningen daarbij bestaat uit het tussen kegels rijden”, weet Stefaan. “Ik heb door de jaren al veel bijgeleerd maar er is steeds ruimte voor verbetering.”

(Foto PDV)
(Foto PDV)

Ook Ann is intussen gepassioneerd geraakt door de paarden. Zelf mennen doet ze niet maar als ‘groom’ speelt ze ook een belangrijke rol. “Toen ik zeventien jaar was heb ik zelf nog een tijdje te paard gereden maar dat heb ik dan niet verder gezet”, vertelt ze.

“Ik heb wel nog een goede band met paarden en sta Stefaan bij tijdens de tochten. Een van mijn taken is het verkeer goed in de gaten te houden. Als menner alleen is dat immers veel moeilijker. Ik zorg ervoor dat de koetsen mooi voor de dag komen en dat we ook zelf keurig uitgedost zijn als we erop uit trekken met de koets. Dan dragen we ruiterhandschoenen en een aangepaste outfit met hoofddeksel en een geschikt kostuum. Je zult ons zelden zomaar in een trainigspak zien verschijnen. Het plaatje moet kloppen: mooie koetsen, mooie paarden én een mooi kostuum.”

Niet commercialiseren

Stefaan vult aan: “Ik gebruik onze koetsen sporadisch ook eens voor huwelijken of andere festiviteiten, enkel voor vrienden en kennissen. Maar het blijft een hobby, het is zeker niet de bedoeling dit te gaan commercialiseren. Ik ben wel fier op onze koetsen en onze vier Arabo-Friesen, het paardenras dat volgens mij het meest geschikt is voor deze tak van de paardensport. Weet je, als we met onze koets in Damme centrum rondrijden, nemen toeristen en bezoekers wel tientallen foto’s van ons. En de Damse horeca-uitbaters komen me met veel plezier een pintje brengen terwijl ik op de koets blijf zitten”, lacht Stefaan.