Kortrijkzaan verzamelde al 450 F1-miniatuurwagens

Redactie KW

Wie langsgaat bij Egied Dhert, ziet het meteen: de 63-jarige Kortrijkzaan heeft iets met Formule 1. Al vele jaren spaart hij miniatuurversies van F1-wagens. “Elk jaar koop ik er wel een aantal en de meest recente aankoop krijgt altijd een ereplaats in de living”, aldus Egied. Resultaat: intussen heeft hij al 450 autootjes.

Egied Dhert is al vele jaren gepassioneerde door Formule 1. “Als klein jongetje speelde ik vaak met autootjes van Matchbox”, vertelt hij. “Vaak waren dat F1-wagentjes. Ik speelde toen ook echt Formule 1. (lachje) Ik maakte zelfs een circuit met wasspelden.”

Egied bleef F1-wagens kopen, al speelde hij er op den duur niet meer mee. “Begin de jaren zeventig heb ik mijn eerste miniatuurversie gekocht. Een Lotus, nog altijd een van mijn favoriete renstallen trouwens. Het was het begin van een nieuwe passie. Intussen heb ik 450 Formule 1-wagens staan. De meeste zijn de kleine versies, al heb ik ook een aantal grotere auto’s staan. Ik koop ze meestal bij Toyland in De Panne, al heb ik ook al wagentjes op reis gekocht.”

“Als je die Formule 1-miniatuurwagens bekijkt, dan stel je vast dat ze enorm geëvolueerd zijn. Net als hun grote broers. De manier waarop die wagens vandaag afgewerkt worden, is enorm: elk detail klopt. Het is wel zo dat je heel voorzichtig moet omspringen met die autootjes: voor je het weet, breekt er bijvoorbeeld een spiegeltje af. Als ik dus een wagentje laat vallen, vloek ik wel eens.”

“Als jongetje speelde ik al Formule 1 en maakte een circuit met wasspelden”

De collectie van Egied staat mooi uitgestald in huis. Een beetje overal eigenlijk. “In de bureauruimte staan de meeste wagens uitgestald in vitrines”, legt hij uit. “Ik heb ze volgens renstal gerangschikt. In de living staat ook een vitrinekast waarin nog een aantal auto’s staan. De meest recente aankoop krijgt een ereplaatsje naast de televisie. Als ik dan een nieuwe auto koop, volgt er een stoelendans: de nieuwe wagen komt naast de tv te staan, de auto die daar stond zet ik in de vitrinekast in de living en één auto uit die kast verhuist dan naar mijn bureau.”

Behalve Formule 1-wagens verzamelen kijkt de 63-jarige Kortrijkzaan ook graag naar de races. “Als ik kan, kijk ik. Af en toe lukt dat niet omdat we ergens naartoe moeten, maar dan neem ik de wedstrijd op. En dan mag er mij niemand komen vertellen wat er allemaal gebeurd is. Ik wil dat zelf allemaal te weten komen.”

“Live naar de Formule 1 gaan kijken zat er de voorbije jaren niet meer in. De laatste keer dat we naar Francorchamps gingen, was in 2012. In de jaren zeventig en tachtig ben ik wel vaak geweest. In het begin was dat nog in Zolder. We maakten er toen steevast een familie-uitstapje van en verbleven toen in het dorpje Ster. Daar was er een tof cafeetje waar na de race veel Formule 1-fans samen kwamen. Enorm leuk.”

Talent

“Van het circuit in Zolder weet ik nog dat je middenin het hele gebeuren zat. De tribunes waren letterlijk boven de garageboxen, zodat je alles van heel dichtbij kon volgen. En als er niet geracet werd, mocht je rondlopen in de paddock.”

Vanaf dit seizoen rijdt met Stoffel Vandoorne opnieuw een Belg en misschien nog belangrijker: een West-Vlaming mee in de Formule 1. “Van Stoffel verwacht ik wel veel. Maar van zijn wagen… Tijdens de testritten in Barcelona is wel gebleken dat hij een heel goede piloot is, want hij liet toen teamgenoot Fernando Alonso achter zich. Stoffel is er geraakt door zijn talent en had niet enkel de interesse van McLaren gewekt. Ook Mercedes dacht aan hem. Dat wil wel iets zeggen.”