“Kalmte en ervaring zijn twee belangrijke troeven”

Het koppel Chris Deschildre en Jan Vervisch is klaar voor een nieuwe Ypres Rally. © (Foto DM)
Redactie KW

Voor het tiende jaar op rij gaat het echtpaar Jan Vervisch en Chris Deschildre tijdens de Ypres Rally aan de slag in het Vleeshuis, het Rally Head Quarter van waaruit alles gedirigeerd wordt. Jan Vervisch is ‘safety manager’ en Chris Deschildre is verantwoordelijke voor de rekenkamer. Een kennismaking met mensen achter de schermen met heel wat verantwoordelijkheid.

De 60-jarige Jan Vervisch is een geboren en getogen Ieperling, maar woont al ruim 30 jaar in Lier. “Ik vond in die streek een job als laborant neurofysiologie, dus besloten mijn vrouw en ik om te verhuizen. Mijn verhaal bij het toenmalige Targa Florio begon zowat 35 jaar geleden. Ik ontmoette toevallig Noël Deberdt en hij vroeg me om hem te helpen op de klassementsproef van Kemmel. Ik begon er als starter om vervolgens door te groeien tot adjunct-verantwoordelijke voor de klassementsproef. Daarna nam ik er ook nog de snelheidsrit van de Brandhoek bij. Na een aantal jaar was ik een beetje uitgekeken op mijn job en had ik nood aan een nieuwe uitdaging. In samenspraak met het bestuur werd ik verantwoordelijk voor het rekenbureel. Die functie heb ik een vijftal jaar uitgeoefend om dan op vraag van de koersdirectie de overstap te maken naar de functie van veiligheidsverantwoordelijke. De rekenkamer heb ik dan doorgegeven aan mijn echtgenote.”

Ernstige interventies

Ondertussen is hij al een tiental jaar ‘safety manager’ en tevens adjunct-koersdirecteur. “Ons Rally Head Quarter is dit jaar opnieuw in het Vleeshuis. Het zenuwcentrum van de rally is multidisciplinair. Voor de organisatie zitten de mensen van de radiocommunicatie daar samen met de secretaresse. Verder is de verantwoordelijke van de brandweer aanwezig, de medische dienst, de dienst 112 met arts, de politie met een drietal mensen en het Rode Kruis.”

“Er blijft nog altijd een groot deel manueel werk te doen in de rekenkamer”

Hun taak begint zowat twee uur voor de start. “Dan is er de conformiteitscontrole met de bevoegde burgemeester en als die goed verloopt, kan men de klassementsproef starten. Zolang er zich geen incidenten voordoen, verloopt alles vrij rustig in het Head Quarter en kunnen wij ons beperken tot het uitvoeren van de nodige controles. Maar er gebeurt altijd wel iets. Bij een rustige rally doen we een vijftal interventies. Dan komt er eerst een oproep bij mij en de koersdirectie terecht. We bekijken de ernst van de situatie en doen daarvoor een beroep op de baanposten en de helikopter die in de lucht hangt. Het is belangrijk om te weten of we het probleem met onze middelen kunnen oplossen. Daarna wordt beslist of de proef stilgelegd wordt of er een neutralisatie volgt en of we moeten overstappen op het alternatieve roadbook. Het ‘zotste’ wat ik kan meemaken, is dat er twee of drie ernstige interventies tegelijk moeten gebeuren. Dan zijn kalmte en ervaring twee belangrijke troeven.”

Het koppel begint aan de voorbereiding in september. “We maken het veiligheidsplan op, dat dan naar de rallycommissie bij Binnenlandse Zaken gaat. Daarna volgt de provinciale coördinatievergadering op initiatief van de gouverneur. Ondertussen help ik Chris bij het opstarten van het rekenbureel en contacteren we de nodige mensen. We hebben 150 baanposten per dag nodig en die vinden we niet in Vlaanderen alleen. Daarom hebben we baanposten uit Wallonië, Nederland en Groot-Brittannië. Verder heb ik per klassementsproef een veiligheidschef nodig. Dat zijn goed opgeleide mensen die tijdens de rally mijn ogen op de klassementsproef zijn. Voor de startplaats heb ik ook een interventieteam nodig bestaande uit een ziekenwagen, een brandbestrijdende wagen, een interventie-arts en verpleegkundige en een takelwagen. Als ik al die mensen heb kunnen vastleggen, dan kan voor mij de rally al beginnen.”

Moderne technologie

Chris Deschildre is afkomstig uit Nieuwkerke, waar de rally aan haar deur passeerde. “Als kind stond ik al langs het parcours te kijken en toen ik Jan leerde kennen, was hij al medewerker bij Targa Florio. Het was dan ook logisch dat ik snel meehielp bij het klaarzetten van de klassementsproef Kemmel en tijdens de rally hielp ik mee aan de start van Kemmel en later de Brandhoek.”

“We hebben 150 baanposten per dag nodig en die vinden we niet in Vlaanderen alleen”

Na hun verhuizing naar Lier vond Chris werk in de informaticasector en kreeg ze ook tijdens de rally een job die meer bij haar beroepsactiviteiten aansloot. “Er was volk te kort in de rekenkamer en zo maakte ik als eerste de overstap naar daar. Toen Jan enkele jaren later doorschoof naar het Rally Head Quarter nam ik de coördinatie van de rekenkamer op mij. Jan zorgt nog steeds voor de aanpassingen die opgelegd worden door het reglement, terwijl ik zelf de praktische regeling voor mijn rekening neem: de nodige mensen vinden, de timing in het systeem inbrengen en ongeveer een maand voor de rally een test doen. Voor de rekenkamer heb ik een vast team van zes tot zeven mensen op wie ik kan vertrouwen en die al jaren de dienst uitmaken. Daarnaast zijn er nog de mensen die te velde werken: aan de start en de finish van iedere klassementsproef, aan de service-in en service-out, aan de hergroeperingen en aan het podium. En dan zijn er uiteraard ook nog de motards, die overal de controlebladeren gaan ophalen om naar de rekenkamer te brengen. We kunnen natuurlijk rekenen op een groot deel vaste medewerkers, die al jaren van de partij zijn, toch is het beter om alles en iedereen goed op voorhand vast te leggen.”

De moderne technologie – de trackingsoftware en de computer – beheerst natuurlijk de rekenkamer, toch blijft er nog altijd een groot deel manueel werk te doen. Het klassement wordt uiteraard door de computers gemaakt, maar de controle van de boordboekjes en het doorbladeren van de tijdscontroles gebeurt nog altijd manueel en die papieren zijn doorslaggevend. Pas na de manuele controle wordt de uitslag officieel”, rondt Chris af.

“Wagen nummer 7 is spoorloos”

Met de moderne technologie heeft men in het Head Quarter een heel goed idee van wat er te velde aan het gebeuren is. De deelnemende wagens worden voorzien van trackingsoftware, zodat men op enkele meters na weet welke wagen zich waar bevindt op een klassementsproef.

In 2006 nam het officiële team van Fiat deel aan de rally met twee Fiat Punto’s Super 2000. Giandomenico Basso kwam als gedoodverfde favoriet aan de start met in zijn zog de jonge Italiaanse belofte Umberto Scandola. Basso nam vanaf de eerste meters klassementsproef de leiding in handen en zou uiteindelijk de rally winnen met een comfortabele voorsprong. Zijn merkgenoot Umberto Scandola deed het eveneens uitstekend, want de toen 21-jarige Italiaan was in strijd voor een dichte ereplaats. Maar in Westouter ging het grondig mis. Scandola verkeek zich op de snelle bochten na de jump, ging van de weg af en belandde in een vijver. De bemanning kon door de lokale bevolking snel uit hun netelige positie bevrijd worden, maar de wagen ging helemaal kopje onder.

“Er was toch wel enige vorm van paniek toen een van mijn medewerkers kwam melden dat wagen nummer 7 van het scherm verdwenen was”, aldus Jan Vervisch. “Dat een rallywagen niet zomaar kan verdwijnen, besefte ik al snel, maar het duurde toch even voor we door hadden dat er op die plaats een vijver was en dat Scandola waarschijnlijk daarin gereden was. Toen we de berichten van onze baanposten binnen kregen, slaakten we een zucht van verlichting.”