“Het niveau in de West-Vlaamse rally’s ligt bijzonder hoog”

Redactie KW

De Ypres Rally – die dit jaar van 22 tot 24 juni verreden wordt – is nog steeds dé afspraak van het jaar voor zowel piloten als toeschouwers. Traditiegetrouw brachten we opnieuw de West-Vlaamse hardrijders samen om te luisteren naar hun verzuchtingen en verwachtingen. Wevelgemnaar Filip Cuvelier was de gastheer van dienst. Hij nodigde zijn collega’s in zijn hotel Bell-X uit.

Gastheer en copiloot Filip Cuvelier (Wevelgem) verzamelde Veronique Hostens (Kortrijk), Pieter-Jan Maeyaert (Oekene), Stefaan Prinzie (Houthulst), Steve Bécaert (Poperinge), Melissa Debackere (Wervik), Robin Maes (Kortrijk), Bernd Casier (Bellegem) en Andy Lefevere (Staden) voor een avond wel en wee van onze West-Vlaamse hardrijders.

Ere wie ere toekomt, Veronique, het tweede jaar met de Skoda Fabia R5 lijkt zijn vruchten af te werpen: winst in de TAC Rally en als leider in het Belgisch kampioenschap naar Ieper.

Veronique Hostens: “We hadden twee doelstellingen bij het begin van het seizoen. De eerste was om zo dicht mogelijk in de buurt van Kris Princen en Kevin Abbring te rijden en de tweede om zo snel mogelijk een rally te winnen zodat we dan meer relaxed naar de andere wedstrijden konden toe leven. We hebben ons van bij het begin niet blind gestaard op het kampioenschap omdat het seizoen heel lang is en je van te veel factoren afhangt. Vanaf de eerste rally was de wagen goed, net als het team. Daarom waren we al in Spa gestart met een gezonde ambitie.”

“De eerste confrontatie van het seizoen, de Haspengouwrally, werden we tweede en in Spa voelden we al dat we konden meespelen voor de zege. Dat die er dan in de TAC Rally kwam, was een bekroning voor de inspanningen van het volledige team en plaatste ons in een goede uitgangspositie voor de rest van het kampioenschap. De grote ontgoocheling kwam er dan in de Sezoensrally, die ik zelf niet kon rijden omdat ik niet vrij was voor de verkenningen. Gert Broekaert heeft het dan van mij overgenomen, maar een grote steen beschadigde de ophanging links vooraan en we moesten vroegtijdig aan de kant. We waren erg sterk aan het rijden en deden zeker mee voor de zege. Voor ons komt het er nu op aan om snel de knop om te draaien en de Ypres Rally goed voor te bereiden.”

Pieter-Jan, jij maakt dit jaar – met de aankoop van een R5 – de overstap van de Historics naar de moderne rally. Waarom die overstap en hoe is die verlopen?

Pieter-Jan Maeyaert: “Met onze Ford Escort RS 1800 hebben we leuke tijden beleefd en knappe resultaten behaald, maar de wagen zat op zijn limiet. We hebben nog geprobeerd om pk’s te winnen met de montage van een injectiesysteem, maar dat werkte niet en we zijn al snel terug overgestapt naar de klassieke carburators. De wagen kon niet meer sneller gemaakt worden en met de komst van de Young Timers was het vechten tegen de bierkaai. Ik wilde overstappen naar een Porsche 997 GT3, maar we vonden niet onmiddellijk een bruikbaar exemplaar en daarom besloten we om een R5 te kopen en kwam er een Ford Fiesta in de plaats van de Ford Escort.”

“Die overstap is eerlijk gezegd heel moeilijk en dat heb ik serieus onderschat. Ik dacht de handleiding van de Ford Fiesta R5 sneller onder de knie te krijgen, maar het is duidelijk dat je pakken ervaring nodig hebt om met dit type wagen snel te gaan. We hadden natuurlijk geen tijd om te gaan testen, want de start van het seizoen was daar al en we kenden ook een grote dosis tegenslag. Tijdens de TAC Rally brak de dump-valve (een klep die de turbodruk begrenst en opgelegd wordt door het IRC, red.) en door ons gebrek aan ervaring wisten we eerst niet wat er aan de hand was. We kwamen terug tot de vierde plaats, maar reden dan lek omdat ik een bocht te diep aansneed. Tijdens de Rally de Wallonie brak die zelfde dump-valve opnieuw en brak bovendien de achteruitversnelling. Het resultaat: frustratie ten top en heel veel negatieve commentaren die me toch diep geraakt hebben.”

Bernd Casier: “Ik ken dat fenomeen. De commentaren komen eerst van de pers, de zogenaamde gespecialiseerde pers en dan volgt het publiek die negatieve commentaren.”

Moderne rally’s waren niet meer betaalbaar, al is het bij de Historics niet veel goedkoper

Robin Maes: “Ik vind dat die commentaren meer zeggen over de criticasters zelf dan over de piloot in kwestie. De beste stuurlui staan nog altijd aan wal hoor.”

Pieter-Jan Maeyaert: “Tijdens de Spa Rally was de wagen dan wel goed, maar het is een feit dat ik mijn rijstijl volledig moet aanpassen en dat de remzones fenomenaal zijn. Ik moet leren recht rijden in plaats van de wagen overal door de bochten te gooien. Maar voor die aanpassing is er nu eenmaal tijd nodig en die is er eigenlijk niet, want iedereen verwacht resultaten en het liefst onmiddellijk.”

Stefaan, jij maakte de omgekeerde overstap: van de moderne Mitsubishi Lancer Evo X naar de Historics. En met succes, want je bent leider in het Historickampioenschap. Verwacht?

Stefaan Prinzie: “Als ik start in een rally wil ik graag meedoen voor de prijzen, ik wil vooraan kunnen rijden. Bij de moderne rally’s was het voor mij niet meer betaalbaar, zelfs niet met een Mitsubishi Lancer Evo X, die geen R5-wagen is. We hebben geopteerd voor een Opel Ascona 400 die een mooi verleden heeft in de rallysport en die zeker zijn waarde zal behouden in de toekomst. De wagen kost uiteraard ook ruim voldoende, maar nu rijden we met hetzelfde budget van onze Mitsubishi mee vooraan en strijden we mee voor de zege.”

“We kunnen natuurlijk niet wedijveren met de Young Timers, want dat zijn geen echte Historicwagens meer. Voor iedere wedstrijd demonteren we de wagen volledig en vervangen we preventief onderdelen zodat het geen goedkope oplossing was om over te stappen naar de Historics. Daarenboven blijft het zo dat we in ons budget geen ruimte hebben voor zware ongevallen. Als ik de Opel Ascona 400 kapot rijd, dan sta ik zeker een jaar aan de kant.”

“We gaan iedere rally de strijd aan met de Ford Escorts en de BMW M3’s en we hebben nu vijf rally’s gereden en behaalden daarin vijf knappe resultaten. De strijd voor de Belgische titel is nog lang, maar het ziet er goed uit voor ons. Het enige probleem dat we hebben, is dat de federatie duidelijkheid moet scheppen over het al dan niet gebruik van een schrap-resultaat. We hebben nog steeds geen blad gekregen ter kennisgeving zodat we in het ongewisse blijven hoeveel rally’s er op het einde van het seizoen mogen ingebracht worden.”

Robin Maes: “Wat Stefaan zegt , klopt inderdaad. We rijden beiden met wagens rond die een aardig palmares opgebouwd hebben. Ik noem deze wagens pièces uniques en dat betekent dat de heropbouw van dergelijke wagens geld kost, veel geld.”

Bernd Casier: “Je hebt nu al vijf resultaten uit vijf rally’s en eigenlijk zou dat genoeg moeten zijn voor een kampioenschap. Alleen in België lijkt dat niet voldoende. We hebben nu negen rally’s, die dan nog meer dan een week plat verkend worden en dan weet je dat dit van het goede te veel is. Voor mij zijn drie tot vijf rally’s per jaar genoeg. We zijn onlangs naar Roemenië geweest en dat was een volle week plezier. Daar wordt verkend met een gps-systeem dat je snelheid beperkt tot 60km per uur.”

Steve, jij maakte niet één maar twee overstappen. Van de groep N naar een R5-wagen en van de provinciale VAS-wedstrijden naar het nationale niveau. Lukt het een beetje?

Steve Bécaert: “We zijn, zoals iedereen, begonnen in de provinciale wedstrijden. Ik moet zeggen dat het niveau in de West-Vlaamse provinciale rally’s wel erg hoog ligt. Als je op het podium wil eindigen, dan moet je verduiveld hard tekeergaan. De overstap naar de nationale rally’s is een logische stap vooruit in mijn carrière. Ik heb twee grote West-Vlaamse sponsors zodat ik me zal beperken tot de nationale rally’s in de eigen provincie: de TAC Rally, de Ypres Rally en de Omloop van Vlaanderen.”

“Wat de overstap naar de R5 Citroën betreft, moet ik zeggen dat ik al wat 4×4-ervaring had aan het stuur van mijn Mitsubishi. Het was vooral zoeken naar de limieten in de remzones en het leren rijden op hoog toerental van de Citroën, terwijl men bij de Mitsubishi eerder op het koppel rijdt. Tijdens de 6 Uren van Kortrijk voelde ik dat ik al veel progressie gemaakt had en was ik tevreden over de gerealiseerde tijden, maar de TAC Rally was geen succes. Ik heb keihard gereden, maar kon me toch nooit in de strijd vooraan mengen.”

“Gelukkig was de Monteberg dan weer goed en tijdens de ORC Canal Rally deden we tot de laatste klassementsproef mee voor de zege, maar maakten we een kleine fout die we cash betaald hebben. Dit was één van mijn grootste ontgoochelingen. Als we echter het tempo van de rally van de Monteberg en de ORC Canal Rally kunnen aanhouden in Ieper, dan doen we mee voor een mooie ereplaats. We hebben de Citroën DS3 R5 niet gekocht zoals we in het verleden wel deden met de Mitsubishi Lancer Evo X. We kregen immers een mooi voorstel van J-Motorsport voor tien rally’s en voor die prijs kunnen wij geen R5-wagen kopen.”

Filip, dit jaar kom je aan de start met een nieuwe, talentvolle jonge piloot, die dan nog eens Limburgs praat. Wordt dit een overgangsjaar?

Filip Cuvelier: “Polle Geusens is inderdaad een Limburger, maar we kenden elkaar al een tijd via het Ford-kanaal. Ik moet eerlijk zeggen dat het goed gaat. Ik ben tevreden. Hij is een snelle piloot van nog maar 26 jaar en hij verteert de overgang van R2 naar R5 uitstekend. Hij maakt snel progressie en dit is niet zo evident. Zijn manier van rijden is vlot en hij houdt de snelheid erin.”

Vanaf de eerste rally was de wagen goed, net als het team

“We hebben nog maar drie rally’s gereden en toch is er al geen vergelijking meer mogelijk met zijn eerste rally aan het stuur van de Ford Fiesta R5. In de Rally de Wallonie kenden we technische problemen, terwijl we in de Sezoensrally een knappe tweede plaats behaalden, hoewel het stuurhuis uitviel en we een reset moesten doen. De relatie piloot-copiloot is uitstekend, de samenwerking verloopt heel goed. We willen niet zo maar voor een plaats in de top tien rijden, onze doelstelling is om hoger te eindigen. Het is de bedoeling om het seizoen samen verder af te werken, want het financiële plaatje klopt ook. Een zwaar ongeval kan natuurlijk die plannen dwarsbomen, maar in normale omstandigheden rijden we de rest van het jaar samen. Polle Geusens heeft al een paar keer naast het Juniorstuur gegrepen (een talentenjacht georganiseerd door de federatie, red.) en hopelijk wordt dat nu een springplank voor hem.”

Melissa, vorig jaar haalde je constant de top vijf met de nieuwe Skoda Fabia R5, dit jaar zit er minder regelmaat in je prestaties. Ereplaatsen in de Haspengouwrally en de Rally de Wallonie en winst in de ORC Canal Rally, maar ook opgaves in Spa en Tielt.

Melissa Debackere: “Inderdaad en ik ben niet echt tevreden over het niveau dat ik momenteel haal. Ik probeer het altijd zo goed mogelijk te doen, want de strijd tussen de R5-wagens gaat niet meer over seconden, maar over tienden van een seconde. In Spa konden we heel dicht eindigen, maar in een vuile situatie gingen we van de weg, terwijl we in de TAC Rally zonder enige reden een draagarm braken.”

“Vorig jaar hebben we enorm veel geleerd en tot op heden leer ik nog altijd bij, maar het is niet evident: we hebben geen tijd en geen financiële middelen om testsessies te doen. Ik kijk voortdurend waar ik nog progressie kan maken en waar ik nog tijd heb laten liggen, want ik ben heel gedreven en wil de top halen, al besef ik dat dit niet gemakkelijk zal worden.”

“In Ieper brengen we zeven auto’s aan de start en dat betekent heel veel stress (zelf rijdt Melissa Debackere niet wegens een gebrek aan sponsors, zie kader). Als je dan ziet in welke context wij aan de start komen in vergelijking met andere teams, dan weet je dat dit zich zal vertalen in enkele seconden per klassementsproef.”

“We rijden dit jaar nog de Omloop van Vlaanderen, de Condroz Rally en de 6 Uren van Kortrijk zeker en hopen verder te doen in het Belgisch kampioenschap. Maar zoals Filip al aanhaalde: sorties kosten geld en kunnen de plannen dwarsbomen. Het budget dat je nodig hebt voor de Belgische titelstrijd evolueert zo snel, dat het steeds minder evident wordt om in België te rijden. Mijn droom is om het Franse kampioenschap te rijden, maar daar gaan wonen en rijden is helaas niet realistisch.”

Bernd Casier: “Het budget moet rond zijn aan het begin van het seizoen en je moet nu al uitkijken voor volgend jaar. In het buitenland is het inderdaad een pak goedkoper. Dit jaar betalen we 1.800 euro inschrijving in Ieper en dat is nog steeds niet goedkoop. Onze eerste wedstrijd voor het TER (Tour European Rally, red.) in Roemenië kostte ons 300 euro aan inschrijving…”

Robin, jij maakte de overstap van circuit naar rally. Hoe moeilijk is die overstap en ben je tevreden tot op heden?

Robin Maes: “Ik heb twaalf jaar op circuit gereden, maar door mijn professionele bezigheden had ik geen tijd meer om aan autosport te doen. Bovendien was de uitdaging weg. Ik ben in 2012 gestopt en maakte dan in 2015 mijn comeback, maar dan in de rallysport. Ik moet eerlijk zeggen dat de overstap van circuit naar rally een zware stap was. Het verschil is immens. Op circuit zoeken we constant de limiet op en kan je wel eens naast de weg belanden, maar dat is dan meestal in een grindbak. In de rallysport is er veel meer variatie en improvisatie en is de limiet moeilijker te vinden. De foutmarge is ook veel kleiner in de rallysport. Car control heb je in beide disciplines nodig, maar voor de rest zijn het twee totaal verschillende disciplines.”

“Ik had bijvoorbeeld nog nooit de handrem gebruikt in een racewagen op het circuit, terwijl je in de rallysport een goede bondgenoot hebt aan die handrem. Daarom heb ik bijvoorbeeld meer respect voor Loeb dan voor Schumacher. We hebben geopteerd voor een BMW M3 – een unieke wagen door zijn voorgeschiedenis – en de resultaten volgden meteen. Ik ben nu begonnen aan mijn tweede seizoen en mijn niveau is fel omhoog gegaan. Ik ben zeker tevreden over mijn prestaties en ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn keuze voor de rallysport. Ik hoop in de toekomst een eigen team te bouwen en de overstap te kunnen maken naar de R5-categorie, maar ik wil niet te snel gaan. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Aan de andere kant vraag ik me af of dat wel allemaal nodig is. Ik ben nu 33 jaar en beleef veel plezier.”

Bernd, na heel wat ereplaatsen behaalde je vorig jaar eindelijk een podiumplaats in Ieper. Kan het dit jaar opnieuw? Jij bent ook in het nieuwe TER-kampioenschap gestapt.

Bernd Casier: “Vorig jaar hebben we gevochten voor wat we waard waren. We leverden een mooie strijd met Vincent Verschueren en die secondenstrijd zorgde ervoor dat we beiden aanspraak maakten op een podiumplaats. Mentaal zat het goed. De eerste klassementsproef ging het uitstekend en dat maakte mij nog sterker. Ik wist dat het een goede rally kon worden en ik ging ervoor. De rol van Pieter, mijn copiloot, was hier van vrij groot belang. Hij hamerde op het feit dat we in 2015 al na enkele honderden meters in de fout gingen en in de gracht belandden. Het klikt goed met Pieter. Iedereen hemelt de piloot op, maar een goede copiloot, een goede ingenieur en een goed serviceteam zorgen voor rust in de auto en dat is belangrijk voor de prestaties van de piloot.”

“Ik heb lang getwijfeld over het nieuwe kampioenschap, de TER. Pieter stelde voor om de eerste rally in Roemenië te gaan rijden, maar ik had zo mijn twijfels. Uiteindelijk zijn we dan toch gegaan. Ik doe liever iets minder rally’s, maar kies wel graag voor nieuwe uitdagingen. In Roemenië waren er slechts twee verkenningen toegelaten aan 60 kilometer per uur en dat gaf me een slecht gevoel. Maar de tijden op de klassementsproeven waren goed en de strijd met de andere R5-wagens was close. We behaalden een knappe derde plaats zodat we tevreden huiswaarts keerden. We gaan nu eerst Ieper afwerken en beslissen pas daarna of we verder doen in het TER. De derde wedstrijd in het kampioenschap is de Rally van Madeira en die kan ik helaas niet rijden. Dat krijg ik thuis niet verkocht.”

Andy, jij lijkt nog altijd niet overtuigd van de R5-categorie?

Andy Lefevere: “Toch wel, maar de omstandigheden zijn voor mij nog niet gunstig om over te stappen naar een R5-wagen. Ik blijf mijn Mitsubishi Lancer Evo X nog trouw, omdat ik die wagen ondertussen door en door ken en ik heb ook geïnvesteerd in een voorraad wisselstukken zodat ik nog enkele jaren verder kan met deze wagen zonder al te grote kosten te moeten maken. De Mitsubishi is daarenboven een wagen die gemakkelijk te besturen valt. Hij past volledig in mijn filosofie van rijden. Ik heb heel weinig tijd over om aan rally’s deel te nemen en momenteel levert hij de beste prestaties voor de kleinste inspanning.”

“Daarenboven heb ik heel veel voldoening om in eigen streek te rijden en te winnen. Mijn sponsors zijn ook allemaal lokaal verankerd zodat zij geen grote verplaatsingen naar de andere kant van België vragen. De R5-wagens zijn natuurlijk uitdagender dan mijn Mitsubishi. De Mitsubishi is gebouwd op basis van een standaardwagen terwijl men voor de R5-wagens van een blanco blad kon beginnen. Mijn plan is om nog een tweetal jaar verder te doen met de Mitsubishi in de provinciale wedstrijden, voor de Ypres Rally een R5-wagen te huren en voor de Omloop van Vlaanderen een WRC-wagen. Ik wil ooit een competitieve WRC besturen en waar kan ik dat beter dan in mijn thuisrally?”

“Ik vind wel dat de federatie toch wel alle wagens zou moeten toelaten in het Belgisch kampioenschap. Het kan bijvoorbeeld perfect in Frankrijk en daar krijg je toch spannende rally’s te zien. De R5-wagens zorgen voor spannende wedstrijden, daar ga ik mee akkoord. Maar waarom moet het allemaal zo veel geld kosten? Als we nu met z’n allen een gelijkwaardige wagen van 50.000 euro kopen en met één soort banden rijden, dan zijn we verzekerd van spannende wedstrijden voor een heel democratische prijs.”

Eerste Ypres Rally zonder Loix: is Neuville dé favoriet?

Onze deelnemers aan het debat lichten hun eigen ambitie toe en werpen hun licht op de favorietenrol van Thierry Neuville.

Veronique: “In het kampioenschap hebben alle favorieten al een schrapresultaat zodat de spanning zeker blijft. Ik denk dat we Kevin Abbring niet uit het oog mogen verliezen. Hij heeft veel talent, kent de West-Vlaamse wegen en zijn Peugeot was in de Rally de Wallonie heel snel en betrouwbaar.”

Pieter-Jan: “Ik denk dat de top 20 realistisch is. We hebben nog zo veel te leren en momenteel ben ik nog niet zeker dat mijn copiloot zal kunnen meerijden. We hebben nog enkele problemen op te lossen.”

Steve: “Ook ik zou daar tevreden mee zijn. Dit is pas mijn derde seizoensrally en mijn derde deelname in Ieper. Als ik het tempo van de recente Monteberg en ORC Canal Rally kan meenemen naar Ieper, dan zit er een leuke wedstrijd in.”

Bernd: “Wij rijden te weinig om de laatste fijne afstellingen te doen. We vertrekken met een basisafstelling en gedurende de rally stellen we onze wagen verder af. De hamvraag in Ieper is nog steeds: rijden we met de versnellingsbak met korte of met lange verhoudingen? We zitten met een topsnelheid van 188km/uur terwijl men bij Skoda spreekt over 212km/uur.”

Filip: “Ik denk dat iedereen van start gaat met lange verhoudingen.”

Robin: “Bij ons in de Historic rally hebben we dezelfde vraag. Ik heb drie verschillende achterbruggen die mee de topsnelheid van de wagen bepalen. Een moeilijke keuze.”

Andy: “Het regelmatig rijden is ook belangrijk. We hebben te weinig wedstrijdritme en dat laat zich voelen. Ik hou eraan voor de start van een rally een 30-tal kilometer te rijden om toch een beetje dat ‘koersgevoel’ te hebben, maar dat is uiteraard te weinig.”

Bernd: “Je moet appels met appels vergelijken. Mensen als Loix en Neuville zitten dagelijks in een rallywagen voor bandentests en dergelijke. Zij hebben wedstrijdritme te over. Ik ben niet jaloers op de toppers die kunnen leven van de rallysport, ik geef alleen aan dat hun voorbereiding af is.”

Melissa: “Voor mij is het belangrijk dat ik Cindy Cokelaere aan mijn zijde heb, want het klikt tussen ons. De bochtensnelheid in een R5-wagen is vrij hoog zodat je een gemotiveerde copiloot nodig hebt die de timing en snelheid van lezen onder de knie heeft.”

Robin: “Er zijn inderdaad weinig goede copiloten. Als circuitpiloot ben je gewoon om alleen onderweg te zijn, maar ik heb gaandeweg de rol van mijn copiloot leren appreciëren. Ik acht me gelukkig dat ik een sterk fotografisch geheugen heb.”

Bernd: “Er worden veel theorieën verkocht over een goed notasysteem, maar voor mij is een goed systeem een systeem dat je zelf begrijpt. Je mag je niets laten opdringen. In het begin wil je veel te veel noteren, maar als je in het buitenland aan het werk bent en je krijgt slechts twee verkenningen, dan leer je snel. Een copiloot die tijdens de rally nog nota’s kan verbeteren en veranderen, vind je zelden, maar nochtans is het nodig. Voor mij is de ideale copiloot iemand die me kent en me kan vertrouwen. Er moet al eens gelachen worden en het kan soms ook eens luid gaan, maar dat moet snel overwaaien. De copiloot bevestigt de gevaarlijke punten en zorgt voor een rustige sfeer in de wagen.”

Filip: “Voor Polle is het de eerste maal dat hij in Ieper aan de start staat met een R5, maar we gaan toch voor een plaats in de top tien en ja, ik lees de nota’s in het algemeen Nederlands, anders begrijpen we elkaar niet.”

Melissa: “Ik waag me nooit aan een pronostiek en dat ga ik ook nu niet doen. Ik ben tevreden als ik minder dan een halve seconde per kilometer verlies op de toppers.”

Stefaan: “In de nationale wedstrijd doen we mee voor de zege. De Opel Ascona 400, de BMW M3 en de diverse Ford Escorts zullen er een mooie strijd van maken. De FIA rally is voor de zware kanonnen die met turbo aangedreven wagens en 4×4-versies aan de start komen.”

Robin: “Ik hoop een mooie strijd met Stefaan te leveren voor de zege. Het is alleen jammer dat wij investeren in een gehomologeerde wagen en van overal tegenkanting krijgen en dat terwijl het reglement eigenlijk niet klopt. Bij de Historics is er geen plaats voor turbo aangedreven wagens en 4×4-versies. In die optiek overweeg ik een overstap naar de moderne rally.”

Melissa Debackere niet in Ypres Rally

De laatste weken gaat het Melissa Debackere voor de wind. Na een felbevochten zege in de ORC Canal Rally en een prachtige derde plaats in haar thuisrally van Wervik lijkt de pilote op kruissnelheid voor de rest van het seizoen.

“Dit is helaas niet waar”, opent Melissa. “De uitstekende prestaties van de laatste rally’s blijken helaas niet voldoende om de rest van het seizoen zorgeloos af te werken. Door het laattijdig afhaken van sponsors moeten we noodgedwongen forfait geven voor de Ypres Rally. Het is de duurste wedstrijd van het seizoen en zo kort voor de rally is het onbegonnen werk om nog het budget rond te krijgen. ASD brengt heel wat wagens aan de start zodat het bij ons zeer druk is de weken voor de rally. Ik heb nu geen tijd meer om nog potentiële sponsors te overtuigen. Mijn motivatie en enthousiasme zijn intact, maar ik moet realistisch zijn. Als het budget niet rond is, kunnen we niet rijden. Gelukkig komt de rest van het seizoen niet meteen in het gedrang.”