Het geld van onze paardenkoers

Laurens Kindt

Van de vijf hippodromen in België liggen er drie in West-Vlaanderen, de voertaal bij de bookmakers is doorgaans plat West-Vlaams en dinsdag vieren we opnieuw de hoogmis van het paardenrennen in Vlaanderen: Waregem Koerse. West-Vlaanderen blijft dé paardensportprovincie bij uitstek. Hoewel het paardenrennen noodgedwongen evolueerde naar meer dan louter geld inzetten op welk paard het eerst over de finish draaft, blijft het gokken het kloppend hart van de sport. “De crisis is voorbij. Er is weer volk in de hippodroom en er wordt weer gegokt”, klinkt het.

Deze reportage is het hoofdartikel van ons Dossier Paardenrennen in West-Vlaanderen.

Eerst het slechte nieuws. De best renderende hippodroom van België ligt niet in Vlaanderen. In de ‘Hippodrome de Wallonie’ in Ghlin bij Bergen werd volgens cijfers van de Kansspelcommissie vorig jaar vlotjes voor ruim 91 miljoen euro gegokt. Daarmee kaapt de enige hippodroom van Wallonië het leeuwendeel weg van de 150 miljoen euro die in 2016 in België werd gespeeld op de paardenrennen. Het Brussels Gewest, dat nochtans geen renbanen meer heeft, is goed voor 32 miljoen euro aan inzetten. De markt in West-Vlaanderen, met de drie renbanen in Kuurne, Oostende en Waregem, is met 27 miljoen euro aan inzetten een stuk kleiner. En toch slagen de West-Vlaamse renbanen erin om, elk op hun manier, leven in de hippodroom te brengen. De sector was enkele jaren geleden op sterven na dood. Kuurne blijft kleinschalig en kan zo overleven, Waregem nam vorig jaar een geslaagde herstart en Oostende spant de kroon dankzij een uitgekiende strategie die mikt op de kusttoeristen.

Laura Lynn

“Niet op Nico Dhaenens rekenen. Die is een beetje passé”, fezelt een oudere man wanneer we plaatsnemen op de overvolle tribune van de Wellingtonrenbaan tijdens Oostende Koerse. De man lijkt verzonken in het programmablaadje. De rest van het publiek bestaat grotendeels uit badgasten: gezinnen met kinderen die, na een dagje aan het strand, de ambiance opzoeken in de hippodroom. Van het paardenrennen zelf hebben ze weinig kaas gegeten, maar dat maakt de pret er niet minder om. Straks, na de koers, komen Christoff, Laura Lynn en Paul Severs optreden en nadien is er nog een groots opgezet vuurwerk op het strand. “Wij binden een grote strik rond de koers. Zes, zeven uur topamusement aan zee voor slechts acht euro, waar vind je dat nog?” zegt Olivier Orlans van Eventor, het evenementenbureau dat vijf jaar geleden samen met de vzw Oostende Koerse de Wellingtonrenbaan nieuw leven inblies. “Op de laatste koersdag in de oude hippodroom tien jaar geleden zat hier 300 man en de spreekwoordelijke paardenkop. Nu pieken we opnieuw op 8.000 toeschouwers.”

“Vroeger zat hier 300 man en de spreekwoordelijke paardenkop. Nu zit er 8.000 man”

Arabieren

Het nieuwe concept rendeert: met tot 150.000 euro aan inzetten per koersdag, geld dat in de hippodroom zelf wordt ingezet, neemt Oostende een grote voorsprong op de kleine broertjes in Waregem en Kuurne. “Maar wij investeren ook heel veel. Dit jaar nog in een besproeiingssysteem voor de renbaan, iets waarvoor we zelfs van de Arabieren complimenten krijgen”, zegt Jean-Pierre Lesage van de vzw Oostende Koerse. Het geld dat ingezet wordt, is geen pure winst voor de renbanen. De herverdeling van die middelen is een fragiel systeem dat gebaseerd is op inkomsten uit weddenschappen, waarvan het saldo na de uitbetaling van de winnaars, belastingen en allerhande kosten naar de renmaatschappijen gaat. Die betalen daarmee hun organisaties en vooral het prijzengeld. Dat dient dan weer als inkomen voor wie professioneel in de sector bezig is. In onze provincie gaat het om enkele tientallen mensen, vooral jockeys, trainers en stalpersoneel.

Vette dinsdag

Stel u bij dat prijzengeld geen fabelachtige bedragen voor. In Waregem en Kuurne bedraagt de totale prijzenpot doorgaans niet meer dan 1.500 euro, in Oostende ligt dat bedrag iets hoger. Wie in Frankrijk gaat racen, kan daar het tienvoudige winnen. Frankrijk blijft het gidsland wat betreft de paardenwedrennen. De vele gokkers die tussen het drinken van een Ricard of Picon in de lokale bar tabac geld inzetten op de wedrennen, vertegenwoordigen samen een enorm bedrag. Alleen, ze kunnen niet altijd gokken op Belgische koersen. In Oostende zijn er vier koersdagen waarop Fransen kunnen gokken, de zogenaamde PMU-koersen. Kuurne heeft er eentje: de jaarlijkse Mardi Gras, letterlijk een ‘vette dinsdag’ want de totale daginzet verdubbelt dan van 25.000 euro naar 50.000 euro dankzij de Fransen. Waregem blijft verweesd achter met nul koersen. Alleen op Waregem Koerse kunnen de Fransen gokken – en dat doen ze voor een klein miljoen euro – maar dat is een aparte organisatie. “Wat we in de Waregemse hippodroom nodig hebben, zijn die premiumkoersen van de PMU. Dat brengt in Oostende toch al snel 40.000 euro per meeting op”, zegt Jean-Pierre Lesage die zowel in Oostende als in Waregem aan de kar trekt. “We moeten meer samenwerken. Als Waregem en Kuurne investeren in een modern streamingsysteem, dan kunnen we kwaliteitsvolle beelden aanbieden aan de gokkantoren, en dan zijn we vertrokken.”

Crisis voorbij

Tot zolang de Fransen niet volop kunnen gokken op de West-Vlaamse koersen, rekenen de renbanen op de Belgische gokkers. Van de bijna 27 miljoen euro die vorig jaar vergokt werd op de Vlaamse renbanen, werd 20 miljoen euro winst uitgekeerd aan de spelers. Dit gaat voor alle duidelijkheid niet alleen om het geld dat in de renbanen zelf wordt ingezet, het gaat om het totale bedrag dat in heel België werd vergokt op Vlaamse paardenwedrennen. Dit jaar werd er volgens de Kansspelcommissie al bijna 16 miljoen euro ingezet, waarvan 12 miljoen euro winst werd uitgekeerd. “Dat zijn serieuze bedragen, maar een hippodroom kan vandaag niet meer draaien op gokken alleen”, zegt Lieven Lannoo van de vzw Waregem Draaft. “Je moet op zoek naar extra inkomsten via sponsoring en andere kanalen. Het goede nieuws is dat de crisis wel voorbij is. Er komt weer meer volk naar de hippodroom en er wordt weer gegokt”, klinkt het hoopvol. Ook in Oostende voelen ze dat het gokken weer in de lift zit.

“De gouden tijden van vroeger komen wel nooit meer terug”, weet baron Philippe Casier van Waregem Koerse. “Tot midden de jaren negentig ging het heel goed. Nu wordt er minder gespeeld en voor minder geld. Op Waregem Koerse gaat het vooral om gelegenheidsspelers die alleen bij ons eens een gokje wagen en een klein bedrag inzetten. Positief is wel dat door nieuwe regelgeving, onder meer op fiscaal vlak, er meer geld vanuit de weddenschappen naar de sector terugvloeit“, zegt baron Casier. Waregem Koerse is echter een buitenbeentje omdat het om een evenement gaat dat één keer per jaar plaatsvindt en grotendeels gedragen wordt door de talrijke vips en trouwe commerciële partners. De drie West-Vlaamse drafmaatschappijen hebben die luxe niet maar zijn er wel van overtuigd dat er voor elk van hen een toekomst is. “We nemen elk een ander deel van het koersjaar voor onze rekening. Bovendien draaien de paarden in Waregem en Oostende rechtsom, terwijl dat in Kuurne linksom is. Dat is vrij uniek. Elk paard vindt dus minstens op één piste zijn favoriete looprichting”, zegt Jean-Pierre Lesage.

BOOKMAKER OVER WAREGEM KOERSE

“Mijn recette is nog slechts de helft van vroeger”

Het geld van onze paardenkoers

Ruim een kwarteeuw geleden begeleidden nog zestig bookmakers gokkers naar fors geldgewin of -verlies op Waregem Koerse. Volgende dinsdag zijn dat er nog welgeteld dertien, van wie acht West-Vlamingen. Een van hen is Hulstenaar Guy Dezutter (74, foto). Guy vind je tijdens de herfst, winter en vroege lente terug op de rennen in Kuurne, van mei tot september in Waregem en in juli en augustus ook op Oostende Koerse. “Begin jaren negentig draaide ik op Waregem Koerse nog recettes van 25.000 euro, tegenwoordig moet ik met de helft tevreden zijn”, vertelt hij.

Volgens de bookmaker zetten gokkers almaar kleinere bedragen in. “Vooral 5 of 10 euro. Op Waregem Koerse zijn dat vaak occasionele gokkers die niks van paarden kennen, maar hun geluk beproeven met bijvoorbeeld het cijfer van hun geboortedag. Spelers die 500 euro verwedden op een koers, dat is er bijna helemaal uit. Ooit zette een grote liefhebber van het draficoon Jos Verbeeck bij mij 2.500 euro in op diens paard, maar al van de eerste meters ging het in galop. Tja, zulke ‘stoten’ maakte je dan ook maar een keer per jaar mee”, lacht Guy.

Uiteraard staat de recette voor een bookmaker niet gelijk aan winst. “In het verleden trok ik al eens met 2.000 à 2.500 euro van Waregem Koerse naar huis, maar vorig jaar verloor ik er 4.000 euro. Nooit eerder meegemaakt dat er zo werd gegokt op outsiders die het dan nog haalden ook.” (TVW)

BOOKMAKER OVER WAREGEM KOERSE

“Mijn recette is nog slechts de helft van vroeger”

Het geld van onze paardenkoers

Ruim een kwarteeuw geleden begeleidden nog zestig bookmakers gokkers naar fors geldgewin of -verlies op Waregem Koerse. Volgende dinsdag zijn dat er nog welgeteld dertien, van wie acht West-Vlamingen. Een van hen is Hulstenaar Guy Dezutter (74, foto). Guy vind je tijdens de herfst, winter en vroege lente terug op de rennen in Kuurne, van mei tot september in Waregem en in juli en augustus ook op Oostende Koerse. “Begin jaren negentig draaide ik op Waregem Koerse nog recettes van 25.000 euro, tegenwoordig moet ik met de helft tevreden zijn”, vertelt hij.

Volgens de bookmaker zetten gokkers almaar kleinere bedragen in. “Vooral 5 of 10 euro. Op Waregem Koerse zijn dat vaak occasionele gokkers die niks van paarden kennen, maar hun geluk beproeven met bijvoorbeeld het cijfer van hun geboortedag. Spelers die 500 euro verwedden op een koers, dat is er bijna helemaal uit. Ooit zette een grote liefhebber van het draficoon Jos Verbeeck bij mij 2.500 euro in op diens paard, maar al van de eerste meters ging het in galop. Tja, zulke ‘stoten’ maakte je dan ook maar een keer per jaar mee”, lacht Guy.

Uiteraard staat de recette voor een bookmaker niet gelijk aan winst. “In het verleden trok ik al eens met 2.000 à 2.500 euro van Waregem Koerse naar huis, maar vorig jaar verloor ik er 4.000 euro. Nooit eerder meegemaakt dat er zo werd gegokt op outsiders die het dan nog haalden ook.” (TVW)