“De tijd heelt de wonden niet, maar verzacht ze gelukkig wel een beetje”

Freddy Vansteelant en zijn vrouw Rosanne Borra bij de manshoge foto van hun overleden zoon in de living: "In actie, zoals we hem kenden." (Foto JS)
Johan Sabbe

Tien jaar geleden overleed meervoudige wereldkampioen duatlon Benny Vansteelant nadat hij werd aangereden tijdens een training met de fiets. “De eerste jaren na Benny’s dood waren een hel. Bijna niet te harden. Maar intussen gaat het wat beter. Geleidelijk aan groeide het besef dat we er doorheen moesten, hoe zwaar ook. Dat we de draad van ons leven weer dienden op te pakken, zeker voor onze andere twee kinderen en voor onze zes kleinkinderen.”

Aan het woord zijn Freddy Vansteelant en Rosanne Borra, de ouders van de Torhoutse meervoudige wereldkampioen duatlon Benny Vansteelant. Precies tien jaar geleden – op 8 september 2007 – werd Benny tijdens een fietstraining door een auto aangereden en liep zware verwondingen op. Hij leek te herstellen, had zelfs de dienst Intensieve Zorgen verlaten, maar overleed op 14 september in het ziekenhuis aan een longembolie.

Een longembolie is het afsluiten van een longslagader door een bloedklonter. “Dergelijke embolie wordt veelal veroorzaakt doordat in grote aders in het been een trombose ontstaat”, aldus vader Freddy Vansteelant. “En Benny was bij die aanrijding zwaar gewond geraakt aan de benen. Hij liep een dubbele beenbreuk op.”

Elk huisje zijn kruisje

Freddy (63) en Rosanne (60) wonen in de landelijke Viereikenstraat in Torhout, vlakbij de grens met Lichtervelde. “Als de maïs op het veld aan de overkant van de straat straks weer verdwenen is en we kijken in een brede straal in het rond naar de huizen en de mensen die er wonen, dan beseffen we: elk huisje heeft zijn kruisje“, zegt Rosanne. “Zovelen zijn al een dierbare verloren. Een echtgenoot, een moeder of vader, een kind. Pas als je zelf in de situatie belandt, besef je hoe hard om dragen het is. Hoe empathisch je ook bent, van langs de zijlijn kun je je de pijn niet inbeelden. Het is een hel. Een ander woord is er niet voor. Je voelt je ellendig.”

Benny was amper 30 jaar toen hij stierf. Hij was de oudste van de drie kinderen van Freddy en Rosanne. Zus Saskia is intussen 38 jaar en jongere broer Joerie 35 jaar. Laatstgenoemde heeft in de voetsporen van Benny ook aan duatlon gedaan en heeft als prof eveneens heel wat Europese en wereldtitels behaald. Maar twee jaar geleden zette hij, nadat hij nog een tijdlang van triatlon had geproefd, een punt achter zijn succesvolle sportcarrière.

Aangereden in Gits

Het ongeval van zaterdag 8 september 2007 gebeurde tijdens een trainingsrit met de fiets op het kruispunt van de Noordabeelstraat en de Torhoutstraat in Gits, net voorbij de Torhoutse wijk Sint-Henricus. Benny fietste op de voorrangsweg en werd door een automobiliste aangereden, die helaas in de fout ging. De duatleet liep zware verwondingen op, onder meer een dubbele beenbreuk, een schouderbreuk, een gescheurde milt en een hersenschudding. Toch herstelde het lichaam van de getrainde sporter ogenschijnlijk snel. Vijf dagen na de aanrijding mocht hij de afdeling Intensieve Zorgen van het Stedelijk Ziekenhuis in Roeselare zelfs al inruilen voor een gewone kamer. Maar op vrijdag 14 september 2007 in de vroege morgen werd hij door een nachtverpleegster dood naast zijn bed aangetroffen. Een longembolie was hem fataal geworden, zo bleek.

“We kregen na zijn dood veel brieven en telefoontjes van mensen die een kind verloren hadden”

Mokerslag bij ontbijt

“Freddy en ik waren thuis aan het ontbijten toen het verschrikkelijke nieuws van zijn overlijden ons gemeld werd”, verbijt Rosanne de tranen. “Onze wereld stortte in. De dag voordien hadden we hem in het ziekenhuis nog bezocht en was hij alweer plannen aan het maken. Als gevolg van zijn hersenschudding was hij weliswaar nog wat verward, maar niets liet vermoeden dat hij zou overlijden. Zijn dood kwam zo onverwacht. Een mokerslag. De start van vreselijke dagen, maanden en jaren. Zeker in het begin weet je met jezelf geen raad. Freddy, die een grote duivenliefhebber is, probeerde wat rust te vinden in zijn duivenhok. En ik stortte me na verloop van tijd op spirituele boeken. We kregen veel brieven en telefoontjes van mensen die ook een kind verloren hadden en dat sterkte ons. Sommigen zijn vrienden voor het leven geworden. En als er ons leed ter ore komt bij mensen die we kennen, nemen we nu zelf contact op, in een poging om hén tot steun te zijn.”

Draad weer oppakken

“We zijn intussen tien jaar later en we trekken ons behoorlijk uit de slag”, vervolgt Rosanne. “De tijd heelt de wonden niet, maar verzacht ze gelukkig wel een beetje. De hel van de beginjaren na Benny’s dood is het niet meer. We zitten niet meer zo diep, maar anderzijds kunnen we zelden of nooit nog euforisch over iets zijn. Manu Keirse, de specialist in rouwverwerking, zegt dat je dwars doorheen je lijden en verdriet moet proberen te gaan en hij heeft gelijk, hoe moeilijk het ook is om dat in de praktijk te brengen. Het heeft geen zin om je in je verdriet te blijven wentelen – Benny zou dat trouwens nooit gewild hebben. En dus stuur ik nu vrienden of kennissen die een dierbare verliezen de boodschap dat er een tijd komt dat het weer beter zal gaan. Maar dat ze geduld moeten oefenen en de pijn niet mogen negeren. En dat ze hun best moeten doen om de draad van het leven weer op te pakken en zich aan de positieve dingen uit hun bestaan op te trekken.”

In de zomer van 2001 werden Joerie (links) en Benny Vansteelant beiden Europees kampioen duatlon. (Foto JS)
In de zomer van 2001 werden Joerie (links) en Benny Vansteelant beiden Europees kampioen duatlon. (Foto JS)© Johan Sabbe

Grote foto in de living

“Benny woonde nog thuis en liet ook letterlijk een leegte achter”, pikt Freddy in. “Dat maakte de confrontatie met zijn overlijden extra zwaar. Ik vul die leegte niet op door naar het kerkhof in de Warandestraat te gaan. Daar vind ik hem niet, hé. Ik bezoek hooguit een paar keer per jaar zijn graf. Rosanne gaat meer, maar dan vooral om de zerk te onderhouden. Zij weet ook wel dat ze Benny daar niet aantreft.”

“We hebben een grote foto van Benny op een zeil”, aldus Rosanne. “Een opname tijdens een training in het Franse Font-Romeu, waar hij een appartement had, net als zijn goede vriend Vincent Rousseau, de beste Belgische marathonloper ooit. In dat dorpje in de Pyreneeën ging Benny veel trainen. Na verloop van tijd ook samen met Joerie. Welnu, die gigantische foto hangt al een aantal jaar prominent in onze living. Sommige mensen begrijpen niet dat we het aankunnen om op die manier elke dag met het beeld van onze overleden zoon geconfronteerd te worden. Maar dat lukt. Op de foto is hij in volle actie te zien. Gefocust, zoals we hem kenden.”

Samen op de tandem

In juni 2002 was Benny in Font-Romeu al eens zwaargewond geraakt tijdens een trainingsrit met de fiets samen met broer Joerie. In een afdaling moest hij uitwijken voor een auto, vloog uit de bocht en werd met een schedel- en schouderletsel naar het ziekenhuis van Perpignan gebracht. Er wachtte hem een lang herstel.

“Hij had een breuk in het rotsbeentje van zijn schedel opgelopen”, vertelt Freddy. “Heel delicaat, maar uiteindelijk mocht hij naar huis terugkeren. De deelname aan het wereldkampioenschap duatlon in Oostenrijk had hij toen uiteraard al moeten afblazen. Maar hij wou er zo snel mogelijk weer staan en begon eigenlijk snel met zijn revalidatie.”

“Zelden of nooit kunnen we nog euforisch over iets zijn”

“Tekenend voor zijn doorzettingsvermogen was dat hij me op dat moment vroeg om een tandem te gaan halen bij kennissen, waarvan hij wist dat ze er eentje hadden staan. Het was een oud ding, dat misschien wel 35 kg woog. Hij kon door zijn schouderverband zelf nog geen fiets besturen en dus moest ik vooraan op de tandem plaatsnemen als een soort stuurman. En hij trapte achterop. In zijn eentje, ik mocht mijn voeten vooraan op het kader plaatsen. Ik kan me nog het beeld voor ogen halen hoe we op die manier langs het kanaal in Lovendegem reden en een wielertoerist inhaalden, die nochtans niet eens traag bezig was. De betrokkene kon zijn ogen niet geloven toen hij zag dat ik niet meetrapte en dat we toch zo’n grote snelheid maakten.”

Wereldtitel in Guernica

“Tijdens Benny’s carrière zijn we naar heel wat grote wedstrijden getrokken om te supporteren”, aldus Rosanne. “Freddy, die anders in principe altijd thuisblijft voor zijn duiven, liet het duivenhok op die momenten voor wat het was. Vrienden van hem ontfermden zich dan over zijn dierbare beestjes. Zeker bij regenweer en tijdens het fietsgedeelte ben ik dikwijls bang geweest. Bang dat Benny zwaar zou vallen. Hij is overigens af en toe tegen de grond gegaan. Dan was het hopen dat er hem niets ergs was overkomen. Aanvankelijk had hij eigenlijk wielrenner willen worden, maar we waren daar geen voorstander van. Te gevaarlijk om in een peloton te rijden, vonden we, en een totaal ander milieu. Bovendien deed hij ook graag aan hardlopen en dus was de combinatie ideaal. Hij maakte van duatlon zijn doel. Het werd zijn sport.”

“De overwinning waar we het meest van hebben genoten, was zijn allereerste wereldtitel. In september 1997 bij de juniores, precies twintig jaar geleden. In het Spaanse Guernica, bekend van het schilderij van Picasso. Het onthaal bij zijn thuiskomst staat ons nog voor de geest. De hele buurt was er en ook een delegatie van het stadsbestuur. Benny had zo’n typische Baskische pet op, want Guernica bevindt zich in het Baskenland. Hij was toen 20 en studeerde geografie. Het werd de start van tien mooie jaren.”

Eerbetoon doet deugd

“Of we nog veel connecties in de duatlonwereld hebben? Sinds Joerie in 2015 met de competitie gestopt is, niet echt meer”, zegt Rosanne. “We kennen uiteraard nog een hoop mensen, maar we volgen de duatlon enkel nog vanop afstand. Het doet ons niettemin plezier als mensen ons zeggen dat Benny de man is geweest die de duatlon tussen pakweg 2000 en 2010 populairder dan ooit heeft gemaakt. Elk eerbetoon aan onze overleden zoon doet deugd. Dat de stad het stedelijk sportstadion naar Benny genoemd heeft, vinden we bijvoorbeeld een heel mooi gebaar. Net zoals de Gentse universiteit dat gedaan heeft met de prijs Studie en Topsport. Dat zijn dingen die voor een buitenstaander misschien een detail lijken, maar voor ons als ouders is zoiets een vorm van troost.”

Stilstaan bij de dood

“Als ik de rouwberichtjes bij jullie in de krant zie, kijk ik altijd even of de overledene een gestorven kind had. Dat is een reflex die ik niet kan tegenhouden. En helaas zijn er meer mensen die een kind verliezen dan je zou denken.”

“Freddy en ik staan meer stil bij lijden en dood. Zelfs de herdenking van de Eerste Wereldoorlog beleven we anders door het overlijden van Benny. Hoeveel ouders zijn er toen hun zoon op het slagveld niet verloren? Allemaal onschuldige levens. En als we zelf een probleempje hebben – fysiek bijvoorbeeld – dan komt de gedachte aan Benny’s dood daar altijd bij. Als een extra last, maar veel zwaarder uiteraard dan het probleempje waarvan sprake.”

“We kunnen intussen goed praten over wat ons overkomen is“, besluit Freddy. “Aanvankelijk lukte ons dat niet. Maar we weten hoe nuchter Benny in het leven stond en hoe moeilijk hij van zijn melk te brengen was. Dat heeft ons geholpen om beter met de situatie te kunnen omgaan. Benny kon ongelofelijk goed zaken analyseren. Dat was bijvoorbeeld in grote wedstrijden het geval. Hij schatte zijn tegenstanders quasi perfect in, beraamde een strategie, maar had altijd een plan B of zelfs een plan C klaar.”

“Hij was een uitzonderlijke sportman. Maar vooral: hij was onze zoon. We missen hem zo hard.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier