“Ik struikelde als een kluns en besefte dat vier jaar voorbereiding om zeep hadden kunnen zijn”

Michael Bultheel
Michael Bultheel Atleet uit Lendelede

Hordeloper Michael Bultheel uit Lendelede liep dit weekend zijn eerste wedstrijd van het seizoen in de States. En dat ging prima, al had het even goed bijzonder slecht kunnen aflopen.

Florida, the sunshine state. Eerlijker zou echter zijn: Florida, the sun and thunderstorm state. Zo helaas ook afgelopen weekend tijdens mijn eerste wedstrijd van het seizoen in Gainesville. Een naar Amerikaanse normen kleine stad, maar wel met een universitair ziekenhuis waar een viervaksbaan de verschillende gebouwen verbindt en een rugbystadion dat wekelijks volloopt met 80.000 toeschouwers. Maar goed, ik heb dus helaas in een onweer het seizoen moeten openen, wat een goede chrono natuurlijk in de weg staat.

Geen erg uiteraard: belangrijker was het gevoel dat ik er nadien aan heb overgehouden. En dat was positief. Ik heb duidelijk gevoeld dat ik dit jaar krachtiger ben geworden, toen ik tegen de wind en regen in moest opboksen en toch mijn passenritme kon behouden.

“Wat als ik domweg mijn teen had gebroken?”

De vier weken in Orlando, voorafgaand aan Gainesville, zijn op zich goed verlopen. Bijna was het echter raak: tijdens mijn allereerste hordetraining struikel ik als de lange kluns die ik ben over een horde en bezeer ik mijn grote teen. Het daagt me meteen: in topsport kan vier jaar voorbereiding om zeep zijn in een fractie van een seconde. Wat als ik namelijk domweg mijn teen had gebroken? Met zo’n blessure zou ik al snel zes weken niet op een piste kunnen trainen, wat in deze periode de doodsteek zou betekenen voor een goede prestatie in Rio.

Het is gelukkig dus bij een kneuzing gebleven, maar wel een vervelende. Voornamelijk, ik geef het toe, omdat ik het blijf belasten, maar ik wil dan ook het maximum uit deze trainingsstage halen. Tot op vandaag train ik dan ook met pijnstillers, maar eens thuis zal ik die dekselse teen toch een paar dagen rust moeten gunnen.

Altijd op vakantie

Naast mezelf heb ik helaas ook al wat andere atleten moeten verzorgen. Een paar hamstringblessures, maar ook de typische verkoudheid bij atleten die messcherp staan, zwaar trainen en dicht op elkaar leven heeft al de ronde gedaan. Ik had hen nochtans op het hart gedrukt om regelmatig de handen te wassen en niet té geestdriftig de airconditioning open te draaien. Soit, zo houden we ons bezig tussen de trainingen door, want net daar heb ik het vaak erg moeilijk mee.

Het is leuk om telkens te kunnen uitslapen, je tijd te kunnen nemen voor een training en om wat gezond te koken, maar er blijven nog heel wat uren over in een dag. En je bent hier natuurlijk niet om aan sightseeing te doen. Ik probeer me dan ook wat nuttig bezig te houden en wat bij te lezen, of mijn nieuwe website bij te werken. Alleen slaat de verveling toch soms toe. Ik moet dan ook eens grinniken als vrienden van me zeggen: ‘ben jij nu wééral op vakantie?’ ‘Ja,’ antwoord ik dan. ‘En binnenkort vertrek ik opnieuw op vakantie naar Rio…’