“Het BK klein bad was voornamelijk een testcase”

Emmanuel Vanluchene © Belga
Axel Vandenheede

Vorig weekend vond het Belgisch kampioenschap zwemmen in klein bad plaats en de West-Vlamingen lieten zich opnieuw in positieve zin opmerken.

Een BK is normaal een van de afspraken tijdens het zwemseizoen, maar dit keer is dit toch enigszins anders: in de zomer van 2016 vinden namelijk de Olympische Spelen in Rio de Janeiro plaats, hét evenement waar elke topzwemmer naartoe wil. Bovendien werd er vorig weekend in zwembad Rozebroeken gezwommen in een 25-meterbad. In Rio wordt gestreden in een 50-meterbad.

Niettemin tekende de Belgische zwemtop present in het Gentse. Voor een deel uit eergevoel, want een Belgische titel op je palmares staat altijd mooi, ook al levert dat financieel weinig (lees: niets) op. Al was het BK klein bad voor hen voornamelijk een testcase: hoe is het na enkele maanden harde trainingsarbeid gesteld met de conditie?

“Wat mag je anders van West-Vlamingen verwachten?”

Onze West-Vlaamse toppers Emmanuel Vanluchene en Fanny Lecluyse toonden in elk geval dat ze de voorbije weken niet stilzaten en pakten beiden een aantal medailles. Vooral voor eerstgenoemde een heel belangrijk gegeven: de Oostrozebekenaar was in het voorjaar enkele maanden out door een vervelende darmontsteking, die uiteindelijk chronisch blijkt te zijn. Zoiets maakt het nog een stukje lastiger om in topvorm te raken, maar Vanluchene toonde wel al dat het kan, wat het beste doet verhopen voor het seizoen in 50-meterbad. Dat moet ook wel, want hij moet zich nog individueel kwalificeren voor Rio.

Aan techniek werken

Fanny Lecluyse dan: zij zette op dag 1 al de puntjes op de i door een nieuw Belgisch record op de 100 meter schoolslag te zwemmen en op dag 2 sneuvelden de nationale records op de 50 en 200 meter schoolslag. Een teken dat de vorm meer dan oké is bij haar. Het harde werk bij enerzijds haar club Moeskroen en in anderzijds Estland, waar ze aan haar techniek werkt, werpt duidelijk zijn vruchten af.

Eén ding mag duidelijk zijn: met Vanluchene en Lecluyse heeft West-Vlaanderen twee toppers die, als ze van tegenslagen gespaard blijven, mooie dingen kunnen laten zien in Rio de Janeiro. Twee topatleten ook die steevast met beide voetjes op de grond blijven. Net dat maakt het zo mooi: atleten die elke dag urenlang keihard trainen, op wedstrijden uitpakken én geen sterallures hebben. Maar ja, wat mag je anders van West-Vlamingen verwachten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier