Wieken van windmolens doden duizenden vogels. Elke turbine zou jaarlijks 22 keer een dodelijk slachtoffer eisen. De cijfers komen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. West-Vlaanderen blijkt n van de meest dodelijke regio?s voor doortrekkende vogels. Het advies van het instituut is niet om windturbines te vermijden, maar om heel goed na te denken over de inplantingsplaats.
Vooral de Brugse regio met turbines langs het Boudewijnkanaal en op de strekdammen van Zeebrugge zorgen voor slechte cijfers. De zeven turbines langs de Kleine Pathoekeweg in Brugge hebben vorig jaar bijna 300 vogels doodgemaakt. Dat hebben de onderzoekers van het instituut voor natuur en Bosonderzoek vastgesteld.
De 14 molens langs het Boudewijnkanaal waren goed voor ruim 300 slachtoffers, maar het ergst is de situatie op de strekdam. Die molens van Zeebrugge die nu vernieuwd worden zorgden voor 527 dode vogels. De wieken van een windmolen draaien vaak aan een snelheid van 200 kilometer per uur.
Volgens het INBO moet er beter nagedacht worden over de locatie van windmolenparken. De twee molens van Beauvent in Nieuwkapelle bij Diksmuide bijvoorbeeld eisten heel weinig vliegende slachtoffers. Ook de hoogte van de molens is van belang. Hoe hoger de wieken hoe minder slachtoffers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier