Wim Delvoye wil een eigen kunstpretpark

Redactie KW

Kakmachine. Voila, is het hoge woord er meteen uit. U en tot voor kort ik kenden Wim Delvoye (45) waarschijnlijk enkel van de Cloaca, waarmee hij stront reproduceerde, en de levende varkens die hij tatoeëerde. Nochtans heeft de Wervikse kunstenaar zijn wereldfaam aan nog veel meer te danken. Binnenkort begint in Brussel een tentoonstelling van zijn op de gotiek geïnspireerd werk: „De West-Vlamingen werken niet zo hard als ze zelf graag denken.”

Ik, die bij de naam Picasso eerst aan Citroën denk en pas dan aan de schilder, voel enige onzekerheid als ik de poort van Studio Delvoye in Gentbrugge door wandel. Dat er in het Latijn op te lezen staat dat ‘gij die hier binnentreedt alle hoop mag laten varen’ (copyright Dante), helpt ook niet. Dan doet de begroeting door Wim Delvoye meer wonderen: de uitgeweken Wervikaan blijkt de sympathie zelve en praat honderduit van de eerste tot de 184ste (!) minuut.

“Ik wil niet de verheven kunstenaar zijn die boven de mensen staat”

Wim Delvoye: „Drie piekmomenten heb ik tot nu toe beleefd in België. Er waren de getatoeëerde varkens in ’97, waardoor de kunstwereld mij in de armen sloot. In 2000 was er de Cloaca en ineens was daar iederéén, bereikte ik Jan met de pet voor het eerst, iets waar ik altijd van had gedroomd. Voor mij geen ivoren toren: ik wil niet de verheven kunstenaar zijn die boven de mensen staat. Ik hoef niet per se alleen kunst met een grote K te maken… “

“Daarin zit de kiem van het succes van de West-Vlaming: hun wantrouwen ten opzichte van de overheid.”

„De nieuwe helden zijn zij die zich gaan verzetten tegen dat zinloze geweld, tegen die zinloze betutteling. Daarin zit de kiem van het succes van de West-Vlaming: hun wantrouwen ten opzichte van de overheid. Niet toevallig was dat de slogan van Leterme: ‘Wie gelooft nog die mensen?’ Dat gezonde wantrouwen is ook de enige verklaring voor het West-Vlaamse succes. Ik weet dat ze graag denken dat ze harder werken, maar dat is fout. Vlamingen zijn in het algemeen geen werkers. Als ik de gebruiksaanwijzing van dit land lees, weet ik: ik mag hier niet blijven. Want ik zal hier geen oplossingen vinden voor mijn problemen: ik wil een groot park, ik wil ongelimiteerd bouwen in mijn eigen stijl, zonder hun raad en zonder hun zegen, ik wil begraven worden in een frigo op mijn eigen grondgebied… Zoals dat laatste: als ik daar nu wil voor betalen, waarom zou dat niet mogen? Elk doet toch van hobby wat hij wil?”

“Ik droom van een Delvoye-libi”

„Wat er volgt? Een park, in Kwatrecht. Zoals Disney World droom ik van een Delvoye-libi : iets gigantisch waar je uren in kan rondlopen en waarvan je het idee hebt dat je veel gezien hebt. Of dat mijn ultieme droom is? Nog ultiemer is om dat park niet in België, maar elders te beginnen, op een interessantere plaats en een veel grotere schaal: 2 à 300 hectares; Kwatrecht is iets van een 16 hectare. In Istanboel heb je op twintig minuutjes van de stad een eiland. Ik ken de eigenaar, maar ik heb hem nog niet kunnen overtuigen…”

(MiCo)

Het hele interview in Krant van West-Vlaanderen van vrijdag 1 oktober 2010

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier