De provinciegouverneurs van West-Vlaanderen en Limburg, Carl Decaluwé en Herman Reynders, grijpen de bekerfinale tussen de voetbalclubs Cercle Brugge en KRC Genk aan om hun toeristische troeven uit te spelen.
“West-Vlaanderen en Limburg hebben veel parallellen. We zijn beide perifere provincies, met een rebels karakter”, aldus Reynders. “Bij ons heerst nog het echte provinciegevoel”, sloot Decaluwé daarbij aan.
Van de bekerfinale willen de gouverneurs gebruik maken om hun toeristische regio’s sterker naar buiten te brengen. “Wij hebben de kust met zijn maritiem en cultureel erfgoed, Brugge dat een topbestemming is, en de Westhoek, een verborgen parel met veel fietstoerisme. We willen meteen ook gebruik maken van dit moment om de vele Limburgers die naar hier komen te sensibiliseren over de gevaren van de kust: de zee is geen zwembad. Die communicatie moet doordringen tot in het binnenland”, aldus Decaluwé.
Reynders zette vooral de natuur en het grote Limburgse fietsnetwerk in de kijker. Ook shoppen in verschillende steden werd uitgespeeld als troef.
Ook over de clash tussen Cercle Brugge en KRC Genk waren de gouverneurs het eens. “Dat de beste moge winnen”, klonk het unisono. De gouverneurs wisselden clubsjaals uit.
(BELGA/JV)
Meer in het nieuws op Focus en WTV vanaf 18u00.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier