Voor het tweede jaar op rij haalt de Oostendse vismijn niet de afgesproken 45 procent van de totale visaanvoer.
De nieuwe “Vlaamse Visveiling”, een fusie van de vismijnen van Zeebrugge en Oostende, boekte in 2012 een stijging van de aanvoer met 3,6%. Oostende neemt van de totale visaanvoer 35% voor zijn rekening. “Dat is iets beter dan in 2011 (31%), maar nog altijd ver verwijderd van de 45%-doelstelling. Voor het tweede jaar op rij worden de afspraken tussen Zeebrugge en Oostende niet nageleefd”, zegt Wouter De Vriendt van Groen.
De overeenkomst met Zeebrugge bepaalt dat minimum 45% van de visaanvoer via de Vlaamse Visveiling in Oostende moet verhandeld worden, in een vijfjarige periode 2011-2015. Na afloop van deze periode wordt de rekening gemaakt en voor elk procent dat ze onder de minimumverplichting blijven, moet aan Oostende een boete van 1 miljoen euro betaald worden.
“De visaanvoer in Oostende is gestegen in 2012, maar ten opzichte van Zeebrugge blijven we achterop hinken. Voor het tweede jaar op rij schendt de Vlaamse Visveiling de gemaakte afspraken”, zegt Wouter De Vriendt. “De facto zijn het de vroegere eigenaars van de Zeebrugse visveiling die de Oostendse vismijn in handen hebben gekregen. Wij vrezen dat zij bewust zoveel mogelijk vis naar Zeebrugge afleiden, om zo op termijn het nut van een vestiging in Oostende in vraag te stellen”
Op schema
Bij het bestuur van de Vlaamse Visveiling in Zeebrugge vinden ze de kritiek van Groen niet terecht. “Wij zitten perfect op schema, de visserij in Oostende bloedt niet dood en wij zijn volop bezig met het voorbereidend werk voor de bouw van een nieuwe vismijn in Oostende”.
(S.K./A.D.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier