In heel wat West-Vlaamse politiezones amper controle op zone 30

Jos Remaut

Dit blijkt onrechtstreeks uit cijfers over het aantal vastgestelde snelheidsovertredingen in West-Vlaanderen, die federaal parlementslid Franky Demon (CD&V) opvroeg bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Eerst even de globale cijfers : in 2015 werden in West-Vlaanderen maar liefst 446.077 snelheidsovertredingen genoteerd door de diverse lokale politiezones, hun onbemande camera’s inbegrepen. Dat is gemiddeld 1.222 snelheidsovertredingen per dag !

Dit totale aantal snelheidsovertredingen ligt iets (0,85 %) lager dan in 2014, toen er 449.931 werden geteld, en beduidend (3,6 %) lager dan in 2012, toen er 462.731 werden genoteerd. Maar wel een pak hoger dan in 2013, dat afklokte op 409.240.

Toch moeten we opletten met het vergelijken van het ene jaar met het andere, want we weten niet hoe vaak er in een bepaald jaar werd gecontroleerd. “Het aantal controles dat wordt uitgevoerd, wordt, buiten de BOB-campagne niet overgemaakt noch bijgehouden op centraal niveau”, aldus de minister droogjes in zijn antwoord.

Zone 30

Franky Demon vroeg aan de minister ook hoeveel van die overtredingen er zijn geregistreerd in een zone 30. En bij analyse van deze cijfers blijken toch wel erg merkwaardige verschillen tussen de diverse politiezones. Aangezien we ons niet kunnen voorstellen dat het gemiddelde gedrag van de automobilist in een zone 30 zo sterk onderling zou kunnen verschillen per politiezone, kunnen we hier alleen maar uit concluderen dat de diverse zones er een heel verschillende politiek op na houden wat hun focus op zone 30 betreft bij snelheidscontroles.

Zo werd er bij de politiezones Gavers, Middelkerke, Spoorkin, Westkust en Mira in de hele periode 2012 tot en met 2015 geen enkele snelheidsovertreding vastgesteld in een zone 30 ! In de politiezone Mira is dat ondertussen al bijgesteld met 53 overtredingen in de eerste helft van 2016 (jaar waarvoor er nog geen volledige cijfers zijn).

In de politiezones Kouter en Midow is er in de periode 2012-2015 welgeteld één overtreding in Zone 30 vastgesteld, in de politiezone Oostende zijn het er 2. (samen met de 3 in de eerste helft van 2016 daar toch al 5!).

De politiezone Blankenberge-Zuienkerke noteerde zowel in 2013, 2014 als 2015 geen enkele inbreuk, terwijl dat er in 2012 190 waren. En ongeveer een zelfde verhaal bij Het Houtsche (enkel 165 inbreuken in 2012, daarna geen enkele meer) en Arro Ieper : geen enkele vaststelling in 2012 en 2015, 1 in 2013, terwijl er dan in 2014 wel 64 waren. Duidelijk geen consequentie in het flitsbeleid wat zone 30 betreft, een beeld dat we ook zien in de veel kleinere politiezone Bredene-De Haan, waar enkel het jaar 2014 een consistent cijfer laat zien.

Brugge en Riho kampioen

Maar er zijn ook twee politiezones in West-Vlaanderen die wél duidelijk focussen op Zone 30 : zo zijn in de zone Brugge 15,1 % van alle snelheidsovertredingen tussen 1 januari 2012 en 30 juni 2016 vastgesteld in een zone 30, in de politiezone Riho 13,8 %. De zones Vlas (3,4 %) en Tielt (1,1 %) doen het gezien de omstandigheden ook nog behoorlijk, maar komen toch niet echt in de buurt van de twee koplopers.

“Zone 30 blijft een pijnpunt”, besluit Franky Demon, die ook vaststelt dat de automobilisten die wél geflitst worden in een zone 30 in onze provincie gemiddeld 14,3 km te snel rijden. “We moeten, zeker in schoolomgevingen, nog meer inzetten op mobiele snelheidscontroles. En de snelheid in zone 30 aanpakken begint bij de infrastructuur. Een zone 30 zonder drempels, zoals paaltjes of een wegversmalling is een verloren zone 30. Daarnaast moet de pakkans ook het hele jaar door groot zijn, enkel dan zullen mensen letten op hun snelheid.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier