Tine Vandenberghe uit Roeselare werkt projecten uit voor Moeders voor Vrede

© STEFAAN BEEL
Redactie KW

Sinds oktober vorig jaar werkt Tine Vandenberghe voor Moeders voor Vrede, een organisatie die zich inzet voor vrouwenrechten over de hele wereld.

Momenteel focussen ze zich voornamelijk op Afghanistan, daar heeft de organisatie naast het hoofdkantoor in Kaboel ook nog eens vier projecten op vier verschillende locaties. In juni trok ze voor het eerst naar het land. “Als je op straat honderd mensen tegenkomt, zijn 97 ervan mannen”, vertelt Tine.

Tine Vandenberghe (25) woont samen met haar ouders Lieven Vandenberghe en Carine Vannieuwenhuyse en oudere broer Pieter in de Orkaanstraat in Roeselare. Sinds oktober werkt ze voor Moeders voor Vrede, een vereniging die zich inzet voor de gelijkheid tussen man en vrouw. Ze heeft haar bureau in Ieper en is naast vrijwilligster en oprichter Jennie Vanlerberghe het enige personeelslid. Tine is altijd al geïnteresseerd geweest in sociale thema’s en werken voor Moeders voor Vrede was een droom.

“Sinds mijn zestiende zet ik mij al in als vrijwilliger. Ik ben monitor bij Kazou, geef seksuele voorlichting bij Joetz en trek rond met de Condomobiel, ben vrijwilliger in het Miummm en zit ook in het bestuur van de vroegere kinderen- en jongerentelefoon. Daarnaast zet ik mij ook in voor de Roeselaarse Jeugddienst, al is dat ondertussen door tijdsgebrek al een tijdje geleden. Ik ben altijd hard met vrijwilligerswerk bezig geweest, ik vind dat maar logisch. Voor mij zou zoiets zelfs voor iedere jongere verplicht moeten zijn. Je leert heel wat nieuwe mensen kennen, doet ervaring op, het is eigenlijk een opleiding op zich”, vertelt Tine.

Vrijwilligerswerk

“Ik heb in de loop der jaren me ook voor tal van projecten ingezet. Na mijn studies communicatiewetenschappen in Gent ben ik beginnen reizen. Van Cyprus tot Estland of Griekenland en overal was er wel een project waar ik mee mijn schouders onder gezet heb. Zo was er een project over sociale media en werkloosheid, maar ook over het milieu en in Griekenland hielp ik mee festivals organiseren. Altijd boeiende projecten, zeker omdat je met heel wat verschillende nationaliteiten in aanraking komt. Het was in die periode dat ik ook voor het eerst van Moeders voor Vrede hoorde. Een vereniging die me meteen aansprak, ik bekeek de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, maar er bleek op dat moment nog geen vrijwilligerswerking te zijn. Ondertussen is dat wel al het geval en tellen we sinds de oprichting in januari al een dertigtal gemotiveerde vrijwilligers.”

Op een dag wees iemand haar op een vacature voor Moeders voor Vrede. “Ik heb geen moment getwijfeld en meteen gesolliciteerd”, vertelt Tine enthousiast verder. “De organisatie werd in 1994 opgericht door een werkgroep van tien dames met Jennie Vanlerberghe als een van de stuwende krachten. De globale bedoeling was en is nog steeds zich inzetten voor vrouwenrechten in probleemgebieden. De eerste jaren werden er voornamelijk projecten opgezet in Bosnië, Israël, maar ook in Zuid-Afrika of Somalië. In 2002 vertelde iemand over de schrijnende toestanden in Afghanistan waar van gelijkheid tussen mannen en vrouwen amper tot geen sprake is. Sindsdien werd er een hele werking op poten gezet en dat was meer dan nodig.”

“We zitten er op vijf plaatsen. Ons hoofdkantoor bevindt zich in Kaboel, op vier andere plaatsen hebben we projecten lopen. In totaal werken er ter plaatse al 80 mensen voor ons, dat is een hele organisatie. Bij elk project hebben we eerst en vooral een gezondheidscentrum met dokter, gynaecoloog, verpleegsters en vaak ook een vroedvrouw. Er is veel kindersterfte en vaccinaties zijn nodig. De meest voorkomende problemen voor vrouwen zijn vaginale en inwendige bloedingen door verkrachtingen, infecties en diarree”, aldus Tine. “Zo’n 70 procent van de meisjes wordt er uitgehuwelijkt en 60 procent van hen is jonger dan zestien, bovendien worden vrouwen er vaak mishandeld door de mannen.”

“We bieden er ook onderwijs aan. Er zijn in Afghanistan veel vrouwen, maar ook mannen, die hun eigen naam niet eens kunnen schrijven. Onderwijs is dan ook erg nodig. Tot slot hebben we er ook enkele landbouwprojecten met schapen, kippen en bijen. Die kunnen ze dan kweken en zo een eigen project op poten zetten. We hebben er in één van de projecten ook een productie-atelier waar popjes gemaakt en handdoeken geborduurd worden”, gaat Tine verder.

(TD)

Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode Roeselare

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier