Textielboer Roger De Clerck vraagt stopzetting grote fraudezaak

Redactie KW

Roger De Clerck (86), de stichter van textielgroep Beaulieu, en drie leden van de Libanese familie Khatchadourian, voormalige zakenpartners van De Clerck, hebben dinsdag voor de burgerlijke rechtbank in Kortrijk gevraagd dat de grote fraudezaak tegen hen wordt stopgezet. Er wordt een fikse vergoeding gevraagd voor de schade die ze naar eigen zeggen hebben opgelopen in het nu al 22 jaar lopende dossier.

Het onderzoek naar omvangrijke fraude bij Beaulieu begon in november 1990 en ging terug tot feiten in het jaar 1976. Er kwamen een reeks huiszoekingen en onderzoeksdaden in binnen- en buitenland aan te pas en het duurde tien jaar vooraleer het onderzoek werd beëindigd.

Procedureslag

In maart 2000 ging het dossier terug naar het Brusselse parket, dat een eindvordering opstelde. Die was pas op 27 april 2005 klaar. Er volgde een procedureslag rond wrakingen en problemen met vertalingen in het dossier, een zaak die nog altijd hangende is op het Hof van Cassatie.

Precies 22 jaar na de start van het onderzoek is nog altijd niet beslist of en wie van de meer dan 30 betrokkenen in de affaire zich eventueel voor de rechter zal moeten verantwoorden.

Geen redelijke termijn meer

Ondertussen oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat in de zaak de redelijke termijn ruim overschreden werd. Het gevolg is dat Roger De Clerck de Belgische staat dagvaardt voor de burgerlijke rechtbank van Kortrijk. “We vragen de stopzetting van de strafvervolging en de aanstelling van een deskundige die de schade die Roger De Clerck opliep, kan begroten, gebaseerd op artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek”, aldus meester Jean-Pierre Vande Maele, de raadsman van textielbaron.

Vertragingsmanoeuvres

De advocaat van de Belgische staat, meester Raymaekers, geeft toe dat de redelijke termijn in deze zaak is overschreden, maar zegt dat ook de verdediging door allerhande vertragingsmanoeuvres daaraan schuld heeft. “Bovendien zegt het Europees Hof dat de redelijke termijn inderdaad is overschreden, maar het Hof zegt niet dat de strafprocedure moet worden stopgezet”, klink het. De rechtbank stelde de datum van het vonnis vast op 28 juni.

(Belga/BS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier