De schepenen van Financiën van Brugge, Oostende, Kortrijk, Roeselare en de 9 andere centrumsteden trekken aan de alarmbel in verband met de financiële situatie van de Vlaamse steden en gemeenten.
“We vrezen dat er echt zal moeten gesneden worden. Het zal echt wel pijn doen. Met was ‘cosmetica’ alleen redden we het niet”, zegt Hilde Veulemans, schepen van Financiën van Oostende en voorzitter van de werkgroep Financiën van de centrumsteden. West-Vlaanderen telt 4 centrumsteden: Brugge, Oostende, Kortrijk en Roeselare.
Dienstverlening in gevaar
De centrumsteden waarschuwen dat hun dienstverlening in gevaar komt. “Tot nog toe kunnen de meeste steden het doen met een minimale belastingverhoging of zonder verhoging, maar er zullen drastische inspanningen nodig zijn. We vrezen dat er echt zal moeten gesneden worden. Het zal echt wel pijn doen voor de steden en gemeenten. Wat we niet moeten doen of niet echt nodig vinden, gaan we moeten uitstellen”, zegt voorzitter Hilde Veulemans, schepen van Financiën in Oostende.
Roeselare
Stijgende energiekosten, minder inkomsten uit dividenden en uit de aanvullende belasting op de personenbelasting en voor de meeste gemeenten ook groeiende pensioenlasten. Al valt dat voor Roeselare nog mee, legde schepen Henk Kindt uit. “Wij moeten vooral uitkijken naar de groeiende kost van onze rusthuizen bijvoorbeeld. Maar het Roeselaarse bestuur voert nu een kerntakenonderzoek en hoopt daar over enkele maanden uit te zijn.”
Kortrijk
Voor Kortrijk zei schepen Catherine Waelkens dat het bestuur de stad wil aantrekkelijker maken voor jonge gezinnen en daar zijn investeringen voor nodig. “We kunnen het geld daarvoor niet via extra belastingen binnenhalen, maar wel door keuzes te maken.”
De 13 centrumsteden hebben een gemeenschappelijke eis voor de hogere overheden. “Zij moeten de verantwoordelijkheid mee helpen dragen en maken dat de centrumsteden het niet altijd op hun inwoners moeten verhalen. Dat kan niet de bedoeling zijn”, zegt Veulemans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier