Zuster Hilde: “Het was alsof de zusters op mijn komst hadden gewacht”

Redactie KW

De drie laatste actieve Zusters van Don Bosco wonen niet langer in het internaat bij Kinderland. Onder hen ook Hilde Huysentruyt, die naar een gebouw verhuisde waar de zusters wonen die op rust zijn. “Ik woon dus niet meer tussen de kinderen, maar als ik nachtdienst heb, slaap ik wel nog in het internaat”, vertelt Zuster Hilde.

Zuster Hilde Huysentruyt (52) is halftijds verantwoordelijk voor het internaat bij Kinderland. Tijdens de vakanties werkt ze als vrijwilliger bij het speelplein. Ze zetelt ook in de raad van bestuur van de Don Boscoscholen en van het CKG, het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning. Ze is ook provinciaal econoom voor de Zusters van Don Bosco.

Hoe lang bestaat de speelpleinwerking bij Kinderland al?

“Het internaat was er al. Tijdens en na WO II was er ook een kolonie voor zwakke kinderen. Er waren hier soms 300 kinderen. Het huis heeft na die sterke kolonieperiode, die in 1965 afgeschaft werd, een verval gekend. Daarna is het weer een gewoon internaat geworden. In de jaren zeventig kwamen hier veel kinderen uit instellingen op vakantie en er verbleven ook enkele internen. In 1979 – het Jaar van het Kind – werd het speelplein ook opengesteld voor kinderen uit de buurt.”

De naam ‘Zuster Hilde’ is onlosmakelijk verbonden met het internaat en de speelpleinwerking.

“Ik ben hier in 1981 als 16-jarige monitor aangekomen. Dat was naar aanleiding van een klein artikel in Kerk en Leven dat een oproep deed naar monitoren voor het speelplein. Het was mijn eerste kennismaking met de Zusters van Don Bosco en hun werk. Het was een gemengde groep van kinderen en dat was niet altijd gemakkelijk.”

“Wij werkten samen met de zusters. Alleen gingen wij monitoren ‘s avonds naar huis en deden de zusters voort. Vooral op vrijdag was het druk. Wij waren dan blij dat we tijdens het weekend onze batterijen konden opladen. Toen we op maandagmorgen terugkwamen, vertelden de zusters vol enthousiasme over het voorbije weekend met de kinderen. Wij vroegen ons af waar ze die kracht om altijd maar door te doen vandaan haalden.”

“Ik heb me echt een vreemdeling gevoeld en ik verzeker je, dat is niet fijn”

Je kwam er enkel tijdens de vakanties?

“We kwamen er ook tijdens het jaar. Op woensdagnamiddag mochten de monitoren die dat wilden er gitaarles volgen. En als er voor het kerstspel bijvoorbeeld figuranten nodig waren, werden de monitoren uitgenodigd om mee te doen. Op den duur werden we ook uitgenodigd om mee aan tafel te gaan en samen een boterham te eten. Wat later gingen we zelfs met de zusters mee om een rozenhoedje en een tientje te bidden. Het gebed werd dan gericht op ‘de jonge mensen hier aanwezig’. De rust van zo’n kapelmoment voelde van bij het begin goed aan.”

“Ik merkte dat de zusters op elk moment met de kinderen begaan waren. Ze waren er om samen voor de kinderen en jongeren te zorgen. Ik ging later nog een stap verder en volgde regelmatig eens een vormingsmoment over Don Bosco. Zo begon ik te beseffen dat iedereen die iets deed, door een groep werd gedragen. En dat er een sterk gemeenschapsgevoel heerste.”

Wou je toen al zuster worden?

“Ik besefte almaar meer dat zo’n roeping een verrijking van mijn leven kon zijn. Maar tijdens mijn hogere studies aan Ipsoc nam ik op de een of andere manier net weer wat afstand van Don Bosco. Ik zocht wel nog naar een antwoord op de vraag of een roeping iets voor mij zou zijn. Maar dan in een bezinningsgroep op Sint-Jan, mijn parochie.”

Zuster Hilde:

“Uiteindelijk was ik het zeker. Ik wou zuster worden. Oorspronkelijk wou ik het aan de Zusters Paulinen vertellen, ik was er namelijk ook naar school geweest. Maar door omstandigheden ben ik naar de Zusters van Don Bosco getrokken.”

Hoe werd je ontvangen?

“Het was precies alsof ze mij verwachtten. Ik was er nochtans een hele tijd niet geweest. Ze maakten ook meteen duidelijk dat het geen probleem was dat ik nog een beetje zoekende was. Onmiddellijk werd de provinciale overste verwittigd en werd alles geregeld. Ik mocht vier jaar professie volgen in Heverlee. Daar heb ik wel ondervonden dat de sfeer bij de Zusters van Don Bosco me oprecht gelukkig maakt. In een congregatie met enkel verpleegkundigen zou ik me nooit zo gelukkig kunnen voelen. Het past gewoon niet bij mij. Bij Don Bosco vind je vooral internaten, opvangtehuizen, scholen en centra voor leren en leven. Het opvoeden en het onderwijzen liggen me echt wel. Vandaar dat ik me er zo goed voel.”

“Voor mij is Overleie écht Kortrijk”

Na je professie keerde je terug naar Kortrijk.

“Inderdaad. Ik werd als opvoedster tewerkgesteld in het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Toen ik naar huis belde om te vertellen dat ik naar Kortrijk zou terugkeren, zei mijn moeder ‘Hilde, je mag met alles lachen, maar dat mag je me niet wijsmaken’. Ik werkte er vier jaar. Daarna trok ik naar Rome om er vijf jaar psychologie te studeren in de universiteit die gerund wordt door de Zusters van Don Bosco.”

Hoe was het om in het Italiaans te studeren?

“Ik had in België ooit twintig uren Italiaans gevolgd. De voertaal bij de zusters van Don Bosco is immers het Italiaans. Maar ik geef toe dat ik het moeilijk heb gehad. Biologie in het Italiaans was het ergste. Er hebben meermaals tranen over mijn wangen gestroomd. Ik kon namelijk de leerstof niet snel genoeg verwerken.”

“Ik heb veel respect voor iemand die zijn of haar land moet verlaten en in een ander land terechtkomt zonder de taal te begrijpen, laat staan te spreken. Ik heb me toen echt een vreemdeling gevoeld en ik verzeker je, dat is niet fijn.”

Na je studies in Rome werd je verantwoordelijke voor het internaat bij Kinderland.

“Klopt. En dat in een periode dat internaten amper gesubsidieerd werden en het dus erg moeilijk was om te overleven. Het was zoeken naar financiële middelen om het geheel te kunnen en blijven runnen. Maar ik geloofde erin en dus besloot ik om het uit te bouwen. In 1999 waren er vijftig internen, nu zijn er dat tachtig in vier leefgroepen. Het CKG, dat zich aan de andere kant van het internaatsgebouw bevindt, begeleidt ondertussen meer kinderen in maatschappelijk kwetsbare situaties. Het Centrum focust op ambulante zorg. Dat betekent voor ons dat er minder internen zijn.”

“Uiteindelijk was ik het zeker. Ik wou zuster worden”

Tot vorig schooljaar woonden de actieve zusters nog tussen de kinderen.

“Twee zusters en ikzelf woonden inderdaad bij de kinderen. Intussen zijn die twee zusters uit Kortrijk verhuisd. Ik ben naar het andere gebouw op de campus verhuisd, waar de zusters op rust wonen. We wonen er nog met twintig. Als ik nachtdienst heb, slaap ik wel nog verschillende nachten per week in het internaat. Ik verzorg er dan het ontbijt en soms eens het middagmaal.”

Je woont hier wel dicht bij je ouders, toch?

“Ja, ik heb vaak contact met het thuisfront; mijn zus en mijn 78-jarige ouders. Samen met mijn vader doe ik hier soms klusjes. Hij onderhoudt ook de begraafplaatsen van de medezusters. En ik ga vaak samen met mijn ouders op stap. Ik geniet daar echt van.”

Je woont al bijna je hele leven in Kortrijk. Heb je binding met de Leie?

“Zeker, mede omdat mijn ouders allebei van Overleie zijn. Voor mij is Overleie écht Kortrijk. Ik herinner me nog levendig de vlaskapelletjes die vroeger langs de Leie stonden te drogen. Ik ben ook al een aantal keer binnen geweest in Texture. Dan komen er telkens weer dingen uit mijn kindertijd boven. De Leie heeft ook zijn typische geur. En ik vind dat de bruggen over de Leie onze stad zo uniek maken. Telkens ik over een brug over de Leie in Kortrijk kom, weet ik dat ik weer thuis ben.”

Hilde Huysentruyt werd in 1965 geboren in Kortrijk. Haar ouders waren allebei van Overleie en verhuisden samen naar Sint-Jan. Als kind groeide Hilde op in de Stasegemsestraat. Ze ging naar de Sint-Jansschool. Haar ouders verhuisden later naar de Groene Dreef in Rollegem.

Hilde volgde na haar middelbare studies een graduaat orthopedagogie aan Ipsoc. In 1986 koos ze voor het klooster. Ze volgde vier jaar opleiding in Heverlee. Ze gaf er ook les in het beroepsonderwijs en stond in de buitenschoolse opvang. In 1990 volgde ze professie in Heverlee. Ze werd in het CKG in Kortrijk als opvoedster tewerkgesteld. In 1994 ging ze nog vijf jaar psychologie studeren in Rome en in 1999 werd ze verantwoordelijke voor het internaat op Kinderland. In 2000 legde ze haar eeuwige geloften af.

Nu is Zuster Hilde halftijds verantwoordelijk voor het internaat en tijdens de vakanties doet ze dit vrijwillig voor het speelplein. Ze zetelt ook in de raad van bestuur van de Don Boscoscholen en van het CKG en is provinciaal econoom voor de Zusters van Don Bosco.

Zuster Hilde werkt graag in de tuin en volgt in haar vrije tijd enkele vluchtelingengezinnen op. Ze kookt ook graag en doet dit soms samen met de kinderen.

Ontspanning

Zuster Hilde houdt van sport en van een uitdaging. “Ik kan tegen een inspanning”, lacht ze. “Met de opvoedersploeg van het internaat en met de monitoren van het speelplein doen we regelmatig een teambuildingactiviteit. Zo zijn we heelhuids uit een escape room geraakt. (lacht) Met Avanco deden we ook al een dropping. En ik hou van lasershooten en kajakken op de vaart. Het moet niet ver van huis zijn om leuk te zijn.”

Lekker eten

Gaan eten doet Zuster Hilde niet veel. “Enkel als het aansluit bij een activiteit met de monitoren of met de opvoeders. Zo gingen we al naar Dolce Vita en ook bij de Cubaan vind ik het fijn. Dit dient dan als bedanking voor de mensen die zich bij ons ingezet hebben.”

Mooie plekjes in Kortrijk

“Ik vertoef graag in Kortrijk”, aldus Zuster Hilde die een echte Kortrijkse is. “Er zijn heel veel mooie rustplekken, zoals het Baggaertshof. Ik wandel graag door de kleine straatjes in en rond het begijnhof. Je kan in die buurt eens binnen wandelen in de Sint-Maartenskerk en de Onze-Lieve-Vrouwekerk.”

Kortrijk

Onlangs stapte Zuster Hilde door de Onze-Lieve-Vrouwestraat en merkte ze veel leegstand op. “Een aantal vertrouwde zaken trekt weg, maar er komen ook andere bij. Je voelt dat Kortrijk een stad in verandering is. De activiteiten veranderen. Vroeger was er op het Stationsplein vanalles te doen, nu verhuist dit een beetje naar een aantal pop-upbars.”

“Je vindt veel interessante dingen in Kortrijk. Zo kan je nu gaan kleien op Overleie. Het is plezant om zulke zaken in je thuisstad te vinden.”

“Hoewel ik weinig tijd heb om er zelf van te genieten, is er in onze stad ook veel cultuur aanwezig. Ik denk hierbij aan theater Antigone, het Groeningemuseum en de tochten door Kortrijk die uitgewerkt werden.”

Reizen

Zuster Hilde gaat niet vaak op reis. “Ik ben eerder een huismus. Ik kan evenveel genieten van het geboorte- en het speelbos hier in de buurt. We hebben zoveel groen dichtbij. Ook langs de Leie fietsen geeft zo’n rust.”