Wie redt de Pannebakkers uit De Panne?

De Pannebakkers in actie tijdens een gratis bedeling van pladijs op de zeedijk in De Panne. © a-MVO
Redactie KW

De Pannebakkers uit De Panne houden ermee op. Op 13 januari zullen ze tijdens de kerstboomverbranding voor de laatste keer vis bakken. De jongste Pannebakker is een eind in de 60, de oudste is er bijna 75. Vis bakken doen ze nog even graag, maar het sleurwerk en de immense voorbereiding wordt er te veel aan. Gemeenteraadslid Michèle Vandermeeren neemt het op voor de Pannebakkers: “Ze zijn een stuk cultureel erfgoed geworden.”

Tijdens de jongste gemeenteraad nam Michèle Vandermeeren het op voor de vrijwilligers achter de Pannebakkers. “In het voorjaar ving ik op dat de locatie van de Pannebakkers veranderde van de loodsen aan het strand naar de vroegere site van de rijkswacht”, zegt Michèle Vandermeeren.

“In de gemeenteraad van mei deed ik hierover een interventie. Ik heb gevraagd om voor hen logistieke steun te overwegen. Zij moeten telkens hun zwaar barbecuemateriaal vervoeren en opstellen naar de plaats waar ze optreden en terug. Pas in november vond er op vraag van de voorzitter uiteindelijk overleg plaats. En wat is nu het resultaat? Op 13 januari zullen ze tijdens de kerstboomverbranding voor de laatste keer vis bakken. Denk nu niet dat ze dit zelf willen. Integendeel, als ze erover spreken krijgen ze de tranen in de ogen.”

Het laatste visje

De jongste Pannebakker is een eind in de 60, de oudste is er bijna 75. Vis bakken doen ze nog even graag, maar het sleurwerk en de immense voorbereiding wordt er te veel aan. Unaniem zijn ze tot een besluit gekomen: met de kerstboomverbranding op 13 januari zullen ze hun laatste visje bakken. “Waarschijnlijk ben ik niet aanspreekbaar die dag”, geeft Pierrette Prosec toe. “Dat wordt ongetwijfeld een emotionele laatste bak.”

“Onze knoken worden er niet jonger op en we krijgen ouderdomskwaaltjes zoals zere knieën of een pijnlijke rug”

Haar man, Charlemagne Ceron, die iedereen echter kent als Theo, blikt terug op de geschiedenis. “De Pannevissers zijn in 1972 gesticht en daaruit is in 1974 de groep Pannebakkers of de Visbakkers ontstaan”, vertelt hij. “Intussen zijn we met zijn tienen in de derde groep. De vorige groep is eigenlijk uit elkaar gegaan. Toen vroeg het gemeentebestuur of ik niet verder wilde doen, want de Pannebakkers zijn uiteindelijk toch een mooi visitekaartje voor de gemeente. Die nieuwe groep is er gekomen en vijf jaar geleden hebben we een vzw opgericht. Spijtig dat de Pannevissers en de Pannebakkers uit elkaar zijn gegroeid. Veel mensen verwarren de twee verenigingen. Voor alle duidelijkheid: Yachting Club de Pannevissers houdt hengelwedstrijden op zee… De onenigheid is eigenlijk ontstaan omdat we ons materiaal moesten opslaan in dezelfde loods en dat was niet ideaal. Maar intussen hebben wij een nieuwe stek voor ons materiaal op de oude site van de rijkswacht. Daar zijn we zeker blij mee, maar omdat het aantal evenementen continu toeneemt, hebben we besloten ermee op te houden. Tijdens een gesprek met de mensen van toerisme hebben we onze beslissing meegedeeld, maar toch een opening gelaten. We zouden liever zien dat onze vereniging blijft bestaan. We zijn bereid om om jonge opvolgers op te leiden.”

“Echt een corvee”

“De mensen zien alleen het leuke”, zegt Pierrette. “Maar ze staan natuurlijk niet stil bij alles wat eraan voorafgaat. We moeten onze vis aankopen. Dat doen we meestal in de groothandels in Nieuwpoort. Dan begint het ‘kuiswerk’. Dat moet je niet onderschatten, want het gaat telkens om 120 kilogram vis. Die techniek moet je goed onder de knie hebben. Dan moeten we voor elk evenement ons materiaal verhuizen, opstellen, weer afbreken… Dat is echt een corvee. Ook onze kledij moeten we in ere houden. Want de traditie met de kazuifels, de lange rokken en de ‘kloefen’ is typerend voor onze vereniging. Over de gemeente kunnen we echter niet klagen: nooit is er discussie geweest over betalingen van vis, benodigdheden zoals potten en pannen, verpakkingsmateriaal, ook onze kledij werd vergoed, enz. Ze stonden altijd positief tegenover wat we deden. We krijgen ook allemaal een vrijwilligersvergoeding.”

Zoals de Paardenvissers

“De soort vis die we kopen, is afhankelijk van het evenement en het seizoen, maar het zijn ofwel sprotjes, mosselen of pladijs. Eigenlijk is het ook een beetje uit de hand gelopen. Aanvankelijk deden we drie evenementen per jaar, maar toen werden het er vijf en zes. Dit jaar zijn het er zeventien! We hebben altijd gezegd dat we zouden blijven doen zolang we het graag deden, maar onze knoken worden er niet jonger op en we krijgen allemaal ouderdomskwaaltjes zoals zere knieën of een pijnlijke rug…”

Eigenlijk zijn de Pannebakkers een beetje te vergelijken met de Paardenvissers van Oostduinkerke. Ze zouden niets liever hebben dan dat hun traditie wordt voortgezet en daarom doen ze een dringende oproep om nieuw bloed aan te trekken.

(MVO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier