Vriezen of niet: altijd 18 bedden in winteropvang

Het team van medewerkers en vrijwilligers achter de daklozenopvang met vooraan Veerle Van Vynckt en OCMW-voorzitter Dirk De fauw. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Ilse Naudts

Op maandag 13 november start in Brugge de winteropvang. “Vanaf dan nemen we 8 extra bedden in gebruik, waardoor we elke nacht 18 mensen kunnen opvangen”, legt OCMW-voorzitter Dirk De fauw uit. Vorig jaar deden we dat alleen wanneer de temperatuur ‘s nachts onder nul ging. Vanaf nu doen we dat altijd.”

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier daklozen in West-Vlaanderen.

Brugge was de eerste West-Vlaamse stad die koos voor een permanente nachtopvang. Ondertussen zijn Kortrijk en Roeselare gevolgd. “De opvang draait op vijf professionele krachten en een 50-tal vrijwilligers en dat vergt toch heel wat inspanningen. “Want we zijn 365 nachten per jaar open. Zelfs op kerstdag en nieuwjaar”, zegt OCMW-voorzitter Dirk De fauw. “Wij merken geen significante stijging in het aantal daklozen.”

18 bedden

In de winter stijgt het aantal bedden van 10 naar 18. Vroeger werkte de nachtopvang met een systeem van loting als er meer gegadigden waren voor het aantal bedden, vandaag kunnen daklozen vanaf 11 uur inbellen op een gratis nummer om een plaatsje te reserveren. “Meestal zijn die plaatsen in 10 minuten tot een kwartier ingenomen”, zegt Veerle Van Vynckt, adviseur maatschappelijke dienstverlening. “Dat toont meteen dat de vraag zeker aanwezig is. Toch proberen we meer te doen dan alleen opvangen. We geven ook een aanzet tot opvolging en begeleiding en proberen de gebruikers van de nachtopvang op de goede weg te helpen.”

“De plaatsen in de opvang zijn meestal binnen de tien minuten ingenomen”

Daarvoor dienen ook de ‘stopnachten’. Wie vijf nachten gebruik heeft gemaakt van de opvang, moet daarna drie stopnachten inlassen en elders een overnachtingsplaats zoeken. “Op die manier proberen we te vermijden dat daklozen zich settelen in de situatie en de opvang als definitieve oplossing gaan zien”, legt OCMW-voorzitter Dirk De fauw uit. “Sommigen kunnen dan eenmalig bij vrienden of familie terecht, anderen sparen hun centen voor die dagen om eens in een goedkoop hotelletje te overnachten. Ik heb ook al gehoord van een man dat hij zich liet opsluiten in de fietsenberging aan het station omdat hij daar een warm plekje had. Bij vriestemperaturen vallen die stopnachten wel weg en kan iedereen altijd in de opvang terecht.”

De daklozenopvang in de Havenstraat neemt maandag een extra verdieping in gebruik voor de winteropvang. (foto's Davy Coghe)
De daklozenopvang in de Havenstraat neemt maandag een extra verdieping in gebruik voor de winteropvang. (foto’s Davy Coghe)© Davy Coghe

Zelf overnacht De fauw ook een keer per jaar als vrijwilliger in de opvang. “De werking ligt mij na aan het hart. Zo hou ik de vinger aan de pols en sta ik ook dichter bij de werking. Ik probeer dan met de medewerkers en daklozen in gesprek te gaan. Dat helpt om de problematiek vanuit een menselijk perspectief te blijven benaderen”, legt hij uit.

3.202 overnachtingen

In 2016 deden 221 unieke personen een beroep op de nachtopvang. In totaal goed voor 3.202 overnachtingen. Dat komt neer op een bezettingsgraad van 80 procent. De overgrote meerderheid zijn alleenstaande mannen. 57 procent maakt minder dan 10 dagen gebruik van de nachtopvang, 13 procent meer dan 30 dagen.