Voorrang voor vissers in Zeemanshuis Godtschalck

Hannes Hosten

Het Zeemanshuis Godtschalck heeft een heel eigen voorrangssysteem. Vissers en hun weduwen genieten voorrang en dat zijn momenteel 18 van de 75 bewoners. Op de acute wachtlijst staan nog acht mensen die aan de voorrangsregels voldoen. “Zij komen automatisch vooraan op de wachtlijst”, legt directeur Charlotte De Laere uit. “Zo is het voorzien in onze statuten en daaraan blijven we trouw.”

Lees alle artikels over dit onderwerp in ons Dossier rusthuizen

“Ons rusthuis werd in 1924-1925 gebouwd en gaat terug op het legaat van Helena en Isabella Godtschalck, de dochters van luitenant Jean Eugène Godtschalck”, aldus Charlotte. “Deze commandant van de Belgische oorlogsmarine zette zich na zijn ontslag uit actieve dienst in voor de bejaarde, noodlijdende en zieke vissers en zeelieden. Zijn dochters, die ongehuwd blijven, hielpen hem daarbij. Helena, de langst overlevende, schonk haar hele erfenis aan de Belgische staat met de wens een deel ervan te gebruiken voor de oprichting van een rusthuis voor bejaarde vissers en zeelieden. En zo geschiedde.”

Trouw aan oorsprong

Vroeger kwamen de vissers hier enkel slapen. Overdag gingen ze dikwijls buitenshuis. Maar dat is weggevallen en wij evolueerden tot een woonzorgcentrum. Wij houden wel nog vast aan de voorrang voor vissers en hun weduwen. Er gelden vier voorrangsregels. Vooreerst voor ‘statutairen’, zoals wij hen noemen, met tien jaar of meer vaart, ongeacht hun zorgscore. Vervolgens voor vissers met vijf jaar vaart en minimum B-score, dan voor weduwen van vissers met vijf jaar vaart en minimum B-score en ten slotte voor vissersvrouwen van wie de man al opgenomen is en minimum een B-score hebben.”

Mensen met voorrang worden quasi onmiddellijk opgenomen

“Mensen die aan een van deze regels voldoen, komen automatisch bovenaan onze acute wachtlijst”, vertelt Charlotte. “Op dit moment staan 48 mensen op onze acute wachtlijst, van wie acht mensen voldoen aan een van de voorrangsregels. De wachttijd om hier opgenomen te worden, bedraagt anderhalf tot twee jaar. Maar mensen met voorrang worden quasi onmiddellijk opgenomen. Momenteel gaat het om 18 van onze 75 bewoners. Zo blijven wij trouw aan onze oorsprong en aan waarom wij bekend staan.”

Verse vis

“Wij houden ook vast aan andere tradities die tot ons maritieme karakter behoren: er is natuurlijk onze ligging in de duinen, maar ook de activiteiten zijn aangepast. Zo doen we aan garnaalpellen, is er elk jaar een uitstap naar de Visserskapel in Bredene en staat twee keer per week verse Noordzeevis op het menu. Door onze ontstaansgeschiedenis zijn wij ook het enige federale woonzorgcentrum van het land. De Regie der Gebouwen beheert ons gebouw en het Rekenhof controleert ons financiële beheer.”

“Er is nog altijd een tekort aan opvang voor senioren en dat zal er niet op verbeteren als de babyboomgeneratie eraan komt. Door de lange wachttijd is het raadzaam om bij verschillende woonzorgcentra op de wachtlijst ingeschreven te staan. Wacht met het inschrijven ook niet té lang, want een directe oplossing is slechts zelden voorhanden.”

Voorrang

Raymond Vanbesien (86) en Marie-Louise Deschacht (85) wonen nu zeven maanden in Zeemanshuis Godtschalck. “Daarvoor woonden we vijftig jaar op de Konterdam en zestien jaar in Bredene”, vertelt Raymond. “Ik werkte van mijn vijftiende tot mijn dertigste als visser en daarna in het loodswezen. Zo hadden wij hier voorrang. Thuis deden we nog geen beroep op thuiszorgdiensten, maar toen ik eens iets liet vallen en niet meer recht kon nadat ik het had opgeraapt, besloten we om ons hier in te schrijven. Als ik alleen zou vallen, zou ik me niet kunnen verhelpen.”

Naar het rusthuis is toch een grote stap

“We schreven ons enkel in bij Godtschalck”, aldus Marie-Louise. “We hebben nog mensen gekend die hier waren opgenomen, maar die intussen overleden zijn. Er is ook veel te doen. Drie maanden na de inschrijving kregen we al bericht dat we mochten komen. Dat vonden we toch wat vroeg. Onze zoon Redgy vond ook dat we beter nog een beetje wachtten. Maar een drietal maanden later kwam er weer een aanbod om naar hier te verhuizen. Toen hebben we beslist om er toch maar een gedacht van te maken.”

“Grote stap”

“In het begin doet het raar. Je loopt hier maar wat rond en hebt niets te doen. Het is toch een grote stap om te zetten”, vindt het koppel, dat nog een tweede zoon heeft die al overleden is en nog twee kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. “Maar intussen zijn we hier graag. Iedereen is hier erg vriendelijk. Ons appartement wordt nu verhuurd. Je komt bloot op de wereld en je gaat zo weer weg hé.”